Kunst van vrouwelijke artiesten haalt op veilingen lagere prijzen dan het werk van hun mannelijke collega’s. Deze korting heeft echter niets te maken met talent of thematische keuzes. De enige verklaring is te vinden in het geslacht van de kunstenaar. Dat blijkt uit een onderzoek van wetenschappers aan onder meer de Oxford University en de Erasmus Universiteit Rotterdam, gebaseerd op 1,9 miljoen transacties op kunstveilingen in bijna vijftig landen in de afgelopen vijfenveertig jaar.
De onderzoekers ontdekten dat de verloopprijs van vrouwelijke kunst gemiddeld 42 procent lager lag dan het werk van mannelijke collega’s.
Bij veilingverkopen dreigt echter een mogelijke vervorming. De impact van een selecte groep beroemde artiesten kan immers voor een sterke vertekening van de resultaten zorgen. Wanneer de onderzoekers transacties boven de grens van 1 miljoen dollar uitsloten, daalde de vastgestelde vrouwelijke korting tot 19 procent.
Talent
“Misschien zou de keuze van het onderwerp een mogelijke verklaring kunnen zijn,” opperen de onderzoekers Renée Adams, Roman Kräussl, Marco Navone en Patrick Verwijmeren. “Men kan inderdaad vaststellen dat vrouwen vaak andere onderwerpen selecteren dan mannen. Vrouwen kiezen vaker een roos als concept dan mannen. Anderzijds blijken mannen een grotere voorkeur te hebben voor landschappen dan vrouwen.”
“Men moet echter vaststellen dat de onderwerpen die een grotere vrouwelijke voorkeur wegdragen, in het algemeen bij de verkoop een hogere prijs halen. Het onderwerp heeft dan ook duidelijk geen enkel verband met de korting voor vrouwelijke kunst. Ook de omvang, de stijl of het medium van de werken konden geen verklaring bieden. Een verband met de leeftijd van de kunstenaar was er evenmin”
“Men zou misschien kunnen suggereren dat vrouwen wellicht gewoon minder artistiek getalenteerd zijn dan mannen,” zeggen de onderzoekers nog. “In werkelijkheid moet men echter vaststellen dat het publiek het geslacht van de kunstenaar slechts in 50,5 procent van de werken kan raden. Dat is niet beter dan de opgooi met een muntstuk. Men moet dus concluderen dat het grote publiek geen onderscheid kan maken tussen mannelijke en vrouwelijke kunst.”
Wanneer de wetenschappers echter het publiek confronteerden met schilderijen die door een computer waren gemaakt, moest toch worden vastgesteld dat door de respondenten een grotere waarde werd gesuggereerd wanneer bij de creatie naar een mannelijke kunstenaar werd verwezen. “Het is duidelijk dat deze kloof niets te maken heeft met de artistieke waarde,” betogen de onderzoekers.
Rendement
Verder bleek dat de waardekloof sterker werd naarmate men geconfronteerd werd met een publiek uit landen met een grotere culturele genderongelijkheid. Daarop waren wel enkele uitzonderingen. Dat was onder meer het geval in Brazilië, waar vrouwelijke kunst opmerkelijk hoog wordt gewaardeerd.
De onderzoekers wijzen er wel op dat de vrouwelijke korting in de loop van de tijd is gedaald. “Voor transacties van minder dan 1 miljoen dollar is de korting gedaald van 33 procent vijfenveertig jaar geleden naar 8 procent begin dit decennium,” merken ze op. “Ook deze vaststelling bevestigt dat de ongelijkheid niets met een verschil in vaardigheid heeft te maken.”
“Maar hieruit volgt nog een andere conclusie. Omdat de kloof is gekrompen, is het rendement op de vrouwelijke kunst toegenomen. Sinds de jaren zeventig laten vrouwelijke kunstenaars dan ook een beter rendement optekenen dan hun mannelijke collega’s.”
“Verzamelaars moeten hun vooroordelen opzij zetten,” zeggen de onderzoekers op. “De vrouw is in de kunstwereld een betere investering geworden dan de man.”