De winnaars en verliezers van de globalisering in één simpele grafiek

In de studie ‘Global Income Inequality by the Numbers: in History and Now’ (PDF) publiceert econoom Branko Milanović van de Wereldbank de resultaten van zijn onderzoek naar inkomensongelijkheid en de gevolgen van de globalisering. Eén van de grafieken uit dat rapport  illustreert de veranderingen in reëel inkomen tussen 1988 en 2008 (uitgedrukt in constante internationale dollars) voor de verschillende lagen in de globale maatschappij, van de armste 5% tot de rijkste.In én oogopslag wordt de ganse globaliseringsbeweging duidelijk, want…

Wat blijkt?

  • De grootste verliezers van de globalisering zijn de armste vijf procent van de bevolking en degenen die zich tussen het 75ste en 90ste inkomenspercentiel bevinden.

  • Die tweede groep noemt Milanović “de globale upper-middle class” en bestaat voornamelijk uit rijken in Afrika, het voormalige communistisch blok en Latijns Amerika en ook uit inwoners van rijke landen wiens inkomen de voorbije decennia stagneerde. Het Afrikaans mediaaninkomen was in 1988 bijvoorbeeld 65% zo hoog was als de wereldmediaan. In 2008 slechts half zo hoog.

  • De globalisering was erg goed voor het armste derde van de globale bevolking (op de allerarmste vijf procent na) en tilde talloze mensen uit de armoede.

  • Het middelste derde werd veel rijker. Mensen in deze inkomensklasse zagen hun reëel inkomen jaarlijks gemiddeld drie procent pro capita stijgen.

  • De top 1% was ontegensprekelijk de grote winnaar (in 2008 was de top 1% goed voor bijna 15% van het globale inkomen, tegenover 11,5% twintig jaar tevoren) en de top 5% won ook, zij het in mindere mate.

  • De positie van Europeanen en Amerikanen bleef in deze periode vrij stabiel, maar de bestudeerde periode eindigt in 2008 en de crisis in de eurozone blijft maar voortduren. Volgens Milanović moeten we niet schrikken als bij een volgende studie blijkt dat de “rijke wereld” hevig aan relatieve welvaart heeft moeten inboeten.

  • In 1988 was de Chinese mediaanverdiener rijker dan slechts tien procent van de wereldbevolking. Twintig jaar later was hij rijker dan ruim de helft. Iets dergelijks geldt ook (maar dan in minder spectaculaire mate) voor Indiërs, Indonesiërs en Brazilianen.

  • De globale top 1% bestaat uit ruim 60 miljoen mensen, waaronder de rijkste 12% Amerikanen (ruim 30 miljoen mensen), tussen 3 en 6% van de rijkste Britten, Japanners, Duitsers en Fransen en de rijkste 1% van de Europese crisislanden, Brazilianen, Russen en Zuid-Afrikanen.

De globalisering betekende wellicht de meest ingrijpende herschikking van de economische welvaart sinds de Industriële Revolutie,” besluit Milanović.

[PICTURE|sitelpic|90×110]

 

Meer