Vrouwen slagen er niet in om in de bijzonder competitieve wereld van de schaaksport de absolute top te halen, want ze zijn door het spel minder zwaar geobsedeerd dan hun mannelijke collega’s. Dat zegt de Chinese schaakster Hou Yifan (21), de enige vrouw in de rangschikking van de honderd beste spelers ter wereld. Van discriminatie is er volgens de schaakwereld echter helemaal geen sprake.

Hou Yifan zegt weliswaar sinds haar kindertijd aan wereldkampioenschappen schaken deelgenomen te hebben, maar voegt er aan toe nog vele andere interesses te hebben. “Mijn persoonlijkheid is meer gericht op een leven dat door een grotere diversiteit wordt gekenmerkt,” stipt de Chinese schaakster aan.

Huy Yifan was tijdens haar jeugd wereldwijd de beste schaakspeler ter wereld, maar heeft als volwassene nog nooit de top twintig kunnen bereiken. Op dit ogenblik staat de Chinese schaakster op een 72ste plaats. Dat heeft volgens haar ongetwijfeld te maken met haar weigering om zich volledig op te offeren aan de schaakobsessie, zoals vele mannelijke collega’s blijken te doen.

Veel vrouwelijk talent

Huy Yifan studeert internationale relaties aan de Peking University. “Schaken vormt weliswaar een onderdeel van mijn leven, maar daarnaast zijn er nog tal van andere dingen die mijn interesse wegdragen,” zegt de jonge vrouw.

“Ik hoop dan ook het schaken met andere dingen te kunnen blijven combineren. Ik lees graag boeken en hou van reizen om de wereld te zien, maar niet om van hotel naar hotel te verhuizen voor de opeenvolgende schaaktornooien.”

Toch zegt Huy Yifan te hopen dat de vrouwelijke schakers in de toekomst hun positie in de wereldrangschikking gevoelig zullen kunnen verbeteren. Volgens haar kan er in de jeugdcategorieën immers veel vrouwelijk talent worden opgemerkt.

Dominic Lawson, president van de English Chess Federation, voegt er aan toe dat de genderkloof eventueel kan worden verklaard door het feit dat mannen beter in staat zouden kunnen zijn om zich op één item te concentreren en ook beter bestand zouden zijn tegen de opeenvolgende wedstrijddagen met games van zes uur.

“Er is in het schaken alvast geen sprake van seksisme,” aldus Dominic Lawson. “Schaken kan op dat gebied niet vergeleken worden met het voetbal, dat lange tijd louter als een mannensport werd bestempeld. Mogelijk zou er wel een verband kunnen zijn met het feit dat slechts weinig vrouwen studies fysica en aanverwante vakken aanvatten.” (mah)