De oplossing voor Oekraïne’s munitieprobleem ligt niet enkel in het Westen

De oplossing voor Oekraïne’s munitieprobleem ligt niet enkel in het Westen
Les Ukrainiens brulent aisément 5.000 obus par jour. – ANATOLII STEPANOV/AFP via Getty Images

Oekraïne heeft dringend munitie nodig, en belt daarvoor zowat elke bondgenoot op. In West-Europa en Noord-Amerika beseft men dat de eigen wapenindustrieën een tandje moeten bijsteken om te voldoen aan de noden van Oekraïne én de eigen legers, maar ook in Oost-Europa heeft men de boodschap begrepen.

Elke dag vuurt het Oekraïense leger zo’n 5.000 artilleriegranaten af op de Russische stellingen. Dat is ongeveer zoveel als een klein Europees land er jaarlijks bestelt. Het gevolg is dat de Europese wapenindustrie het tempo van de oorlog simpelweg niet kan volgen; steeds meer landen schenken hun voorraden aan Oekraïne, maar de stocks raken simpelweg niet snel genoeg terug gevuld.

Nationaal en internationaal

In heel Europa wordt dus nagedacht over oplossingen voor het munitietekort. Verschillende landen beslisten al om wat geld in de industrie te pompen, om zo nieuwe productielijnen op te starten. In Duitsland startte Rheinmetall zo al met de productie van nieuwe kogels voor de Gepard-luchtafweertanks, waarvan het land er al 32 aan Oekraïne leverde.

Maar ook op internationaal niveau wordt naar oplossingen gezocht. Zo legde Estland een plan op het bureau van de Europese Commissie, waarin afgelijnd stond hoe Europa het munitietekort moest oplossen. Concreet was een investering van vier miljard euro nodig voor de defensiebedrijven. In ruil zouden zij we in totaal één miljoen kogels kunnen maken, in de komende zes maanden.

De dag van vandaag kunnen alle Europese munitieproducenten samen 230.000 kogels afleveren per jaar; de hoeveelheid die Oekraïne er maandelijks doorheen schiet. Met de investering moet dit aantal dus verachtvoudigen, naar één miljoen per zes maanden.

Volgens een document, dat door Europa’s buitenlandchef Josep Borrell werd rondgestuurd, gaat Europa deels mee in het voorstel van Estland. De Europese Unie zou een voorstel goedkeuren dat één miljard euro vrijmaakt voor de wapenindustrie. In eerste instantie moet dit geld worden vrijgemaakt voor de lidstaten, die in ruil hun 155mm-artilleriegranaten moeten doneren aan Oekraïne. De meeste door het Westen geleverde houwitsers, waaronder de Panzerhaubitze PzH2000, de Poolse AHS Krab of Amerikaanse M109, vuren granaten van dit kaliber af.

De oplossing: Oost-Europa?

Toch kan het Europese en NAVO-blok niet voldoen aan de volledige vraag van Oekraïne. Met 155mm-granaten kunnen de nieuwe, westerse houwitsers wel terug even voort; de eigen wapensystemen, die vooral nog uit de tijd van de Sovjet-Unie dateren, vuren andere kalibers munitie af, en zijn dus niet gebaat met de steun uit West-Europa.

Daarom belt de Oekraïense regering ook aan bij landen in Oost-Europa, die vaak zelf nog Sovjet-materiaal op stal hebben staan. Zo maakte Servië bekend dat het 3.500 raketten zou leveren voor BM21 Grad-raketsystemen. De raketten zijn afkomstig van het Servische bedrijf Krusik, maar de levering gebeurde niet rechtstreeks: Servië weigert zich namelijk te sterk uit te spreken tegen de Russische invasie van Oekraïne, omdat het in Rusland nog een waardige handelspartner ziet voor de toekomst. Munitie leveren aan Oekraïne was dan ook geen optie.

Leveren aan Turkije was dat echter wel: via een Canadees bedrijf zouden de raketten naar Turkije zijn verscheept. Daar zouden ze, vrijwel meteen na ontvangst, via een Amerikaans bedrijf naar Slowakije zijn getransfereerd. Van daar werden ze dan weer aan Oekraïne geleverd. Een complexe constructie, maar wel een die werkt.

Bulgaars bergdorpje

En niet enkel Servië, maar ook buurland Bulgarije voorziet Oekraïne van extra munitie. Daar besloot de minister van Defensie, Dimitar Stoyanov, om na 35 jaar sluiting de munitiefabriek van Terem – Tsar Samuil in het bergdorpje Kostenets opnieuw te openen. In de fabriek wordt een nieuwe productielijn opgestart voor het vervaardigen van 122mm-munitie; vergelijkbaar aan de kogels die het bedrijf in de jaren 80 nog maakte in de fabriek. Deze munitie is op maat van de 2S1 Gvozdika- en D30-houwitser, die door Oekraïne gebruikt worden in de strijd.

De heropening van de fabriek komt er vermoedelijk door Amerikaanse bemiddeling; bij de plechtige heropening van de fabriek waren enkele medewerkers van de Amerikaanse ambassade aanwezig. De fabriek van Terem, dat volledig in handen is van de Bulgaarse overheid, moet ook extra jobs creëren in het bergdorpje, en kan wel eens de grootste werkgever van de gemeente worden.

Daarnaast lijkt dit een voorbode te zijn van meer munitieleveringen uit Oost-Europa. In het 50 kilometer verderop gelegen Sopot ligt de fabriek van VMZ, een andere wapenproducent in staatshanden. Die fabriek zou nu ook overuren draaien, om munitie te produceren voor Oekraïne. Een tijdje terug konden in het dorp luide knallen worden waargenomen; de burgemeester gaf aan dat men waarschijnlijk nieuwe munitie aan het testen was.

Meer premium artikelen
Meer

Ontvang de Business AM nieuwsbrieven

De wereld verandert snel en voor je het weet, hol je achter de feiten aan. Wees mee met verandering, wees mee met Business AM. Schrijf je in op onze nieuwsbrieven en houd de vinger aan de pols.