De miljardenuitdaging van de pensioenen

Veel aandacht en verontwaardiging over het brugpensioen van Leemans en de pensioenbonussen in het parlement, veel minder aandacht voor de miljardenfactuur die er aankomt in de pensioenen of verontwaardiging over het feit dat de regering geen werk maakt van een ernstige pensioenhervorming. En ondertussen zijn we qua overheidsfinanciën stilaan het zwakke broertje van de Club Med-landen.

In alle heisa over het oneigenlijke gebruik van het brugpensioen door vakbondsbaas Marc Leemans en de onwaarschijnlijke pensioenbonussen in het parlement dreigt de echte pensioenuitdaging uit het oog verloren te worden. De komende decennia kijken we in België aan tegen een extra factuur van vele miljarden in de pensioenen. En terwijl andere Europese landen met wankele overheidsfinanciën hun toekomstige pensioenfactuur ondertussen al onder controle gebracht hebben, blijven wij wachten op een ernstige pensioenhervorming.

Nieuwe poging tot pensioenhervorming

De federale regering kan de komende weken nog eens proberen om iets te maken van de bij de start van de legislatuur aangekondigde pensioenhervorming. De pogingen van minister van pensioenen Lalieux totnogtoe toonden opmerkelijk genoeg geen enkele aandacht voor de budgettaire kant van de pensioenuitdaging. Integendeel, de eerdere voorstellen verhoogden de toekomstige pensioenfactuur nog licht. De enige reden waarom er nu een nieuwe poging komt, is omdat er 850 miljoen euro Europees relancegeld geblokkeerd is tot er een voldoende pensioenhervorming is. Tegen die achtergrond gaf de minister al aan dat ze een inspanning wil doen om de hervorming budgetneutraal te maken. Dat illustreert vooral de onwaarschijnlijke ontkenning van de budgettaire uitdaging die de pensioenen inhouden.

Volgens de Studiecommissie voor de vergrijzing zullen de jaarlijkse overheidsuitgaven voor pensioenen tegen 2050 2,1% van het BBP hoger liggen dan vandaag. Dat komt overeen met 12 miljard extra (in euro’s van vandaag) per jaar. En dat is niet de enige extra factuur die op ons afkomt. De jaarlijkse uitgaven voor gezondheidszorg zouden tegen 2050 met 13 miljard toenemen. En dat zijn optimistische ramingen. Als het de komende jaren blijft tegenvallen met de productiviteitsgroei, dan kan de factuur ook dubbel zo hoog oplopen. Die vergrijzingsfactuur is trouwens geen verre toekomstmuziek. Tegen het einde van de volgende legislatuur zal er al 8 miljard euro extra gevonden moeten worden voor pensioenen en zorg (op jaarbasis). Die volgende legislatuur zal trouwens ook al starten met een begrotingstekort van zo’n 32 miljard.

Stilaan het zwakke broertje van de Club Med

Qua overheidsfinanciën hoort België nu al geruime tijd bij de Club Med-landen, de Europese landen met een oncomfortabel hoge overheidsschuld, met name Griekenland, Italië, Portugal, Spanje en Frankrijk. En dus ook België. Meer nog, van die Club Med is België, samen met Frankrijk, op dit moment het land met het grootste begrotingstekort. En nog opmerkelijker, de andere Club Med-landen hebben hun toekomstige pensioenfactuur al onder controle gebracht. In elk van die landen zullen de overheidsuitgaven de komende decennia afnemen, vooral door hervormingen in de pensioen. België heeft op dat vlak nog niet echt grondig ingegrepen, waardoor de pensioenuitgaven in ons land de komende decennia verder oplopen.

We zullen op termijn hoe dan ook iets moeten doen om de uitgavenstijging door de vergrijzing onder controle te krijgen. Hoe sneller we daarmee beginnen (we zijn er al rijkelijk laat mee), hoe beter. Ook deze regering liet op dat vlak alweer jaren verloren gaan, maar nu nog echte stappen zetten is nog altijd beter dan wachten op een volgende regering. Maar een budgetneutrale hervorming is in deze uiteraard geen oplossing. De mogelijke ingrepen zijn gekend: de berekeningsmethode van de ambtenarenpensioenen herzien, inclusief het aftoppen van de hoogste ambtenarenpensioenen, het inperken van de gelijkgestelde periodes (die vandaag goed zijn voor een derde van de pensioenopbouw in de private sector), het niet langer financieel aanmoedigen van vroeger met stoppen met werken, een correcte bonusmalus in de pensioenberekening…

De pensioenuitdaging die op ons afkomt gaat over vele miljarden (per jaar), wat trouwens het gedoe over die éénmalige 850 miljoen Europees geld in perspectief zou moeten plaatsen. Die budgettaire kant negeren in het kader van de pensioenhervorming is ronduit onbegrijpelijk, en gewoon onverantwoord beleid.    


Bart Van Craeynest is hoofdeconoom bij Voka en auteur van het boek Terug naar de feiten

Meer