Hogere belastingen voor de ‘rijken’ lijken voor sommigen een mirakeloplossing voor onze financiële uitdagingen. Dat zijn ze niet. Er is zeker plaats voor een grondige hertekening van onze fiscaliteit, maar de voorgestelde miljonairstaksen zijn een gevaarlijke illusie.
Deze week vielen de partijen aan de linkerzijde zowat over elkaar heen om hun versie van hogere belastingen voor de ‘rijken’ uit de doeken te doen. Zowel Groen als Vooruit pakten uit met hun voorstellen voor een vermogensbelasting, PVDA herwerkte de jongste weken haar eerdere miljonairstaks, en ook de PS gaf al aan geld te willen halen bij de rijken. De verschillende voorstellen variëren in tarieven, gaande van 0,3% tot 3% (ook progressief), en in de vermogensgrens waarboven de taks van toepassing is, van 1 tot 5 miljoen. Daarnaast gaf Vooruit mee dat ze ook de erfenisbelasting hoger wil, opnieuw voor de vermogenden.
In bepaalde kringen lijken hogere belastingen op de ‘rijken’ het antwoord te zijn op al onze financiële uitdagingen. De huidige voorstellen vertrekken evenwel van de verkeerde uitgangspunten, hanteren in bepaalde gevallen totaal overtrokken cijfers hanteren en negeren vooral de realiteit van ons belastingstelsel. Maar dat lijkt in deze campagne niet te deren. Er is zeker plaats voor een grondige hertekening van onze fiscaliteit, maar die miljonairstaksen zijn een gevaarlijke illusie.
De belastingdruk op kapitaal is al hoog
Pleidooien voor vermogensbelastingen vertrekken telkens van het beeld van België als belastingparadijs voor kapitaal en/of vermogens. Dat klopt eenvoudigweg niet. De belastingen op kapitaal zijn in ons land wel heel gevarieerd. België is één van de weinige landen zonder belasting op meerwaarden, maar anderzijds hebben we samen met Frankrijk de hoogste belastingontvangsten uit erfenisrechten. Daarnaast zijn er onder meer nog de roerende voorheffing en de effectentaks. Volgens de Europese Commissie haalt België de derde meeste ontvangsten uit allerlei belastingen op vermogen in Europa, na Luxemburg en Noorwegen.
Nu kunnen hoge belastingontvangsten uit vermogen het gevolg zijn van de combinatie van een gemiddelde hoeveelheid vermogen en een zware belastingdruk op dat vermogen, maar evengoed van een grote hoeveelheid vermogen en een lage belastingdruk daarop. Luxemburg is duidelijk een voorbeeld van dit laatste. België is dat niet. Nog eens volgens de Europese Commissie heeft België na Frankrijk de zwaarste belastingdruk op kapitaal (Luxemburg trouwens de laagste). In onze belastingen op vermogen zit te veel variatie, maar het idee dat in België vermogens grotendeels onbelast blijven, is gewoon niet correct.
De cijfers kloppen niet
De introductie van een echte vermogensbelasting (bovenop de vele belastingen op kapitaal die we al hebben) gaat ook in tegen de recente tendensen in Europa. Eind vorig jaar publiceerde het Planbureau een studie over vermogensbelastingen in Europa. Een opmerkelijke vaststelling daarin was dat de meeste Europese landen die ooit zo’n vermogensbelasting hadden, daar ondertussen al lang mee gestopt zijn. Ook de trend in erfbelastingen is eerder naar minder, dan naar meer.
Daarnaast is er de vaststelling dat over alle Europese landen die ooit een vermogensbelasting hadden, die vermogensbelastingen gemiddeld 0,18% van het bbp opleverden. In de Belgische context zou dat vandaag overeen komen met 1 miljard euro. PVDA denkt met haar miljonairstaks ‘makkelijk’ 8 miljard op te halen. Enkel in Zwitserland komen de ontvangsten uit vermogensbelasting nog maar een beetje in de buurt daarvan. In Zwitserland gaat het om 1,17% van het bbp, wat voor België zou overeen komen met 7 miljard euro. Maar dat is dan wel in een totaal andere fiscale context. De totale belastingdruk in Zwitserland ligt ruim 17% van het bbp lager dan in België, wat overeenkomt met een dikke 100 miljard euro. De voorstanders van vermogensbelastingen kunnen zich dus best niet al te rijk rekenen. Belastinginkomsten rond één miljard zijn allicht het hoogst haalbare. In vergelijking met het huidige begrotingstekort van 27 miljard en de miljardenfacturen die liggen te wachten aan pensioen- en zorguitgaven, voor rentelasten en defensie, zou het meteen duidelijk moeten zijn dat vermogensbelastingen geen oplossing kunnen zijn voor onze financiële uitdagingen.
PVDA veegt het vaak aangehaalde argument van het risico op kapitaalvlucht van tafel met verwijzingen naar studies als die van het Planbureau, maar ‘vergeet’ er dan bij te vermelden dat die studies gebaseerd zijn op veel lagere vermogensbelastingen dan wat zij in gedachten hebben. Het is zeer waarschijnlijk dat de risico’s dat grote vermogens, en de bijhorende economische activiteiten, die het land verlaten in reactie op zo’n vermogensbelasting toeneemt naarmate de belastingdruk hoger ligt. In die zin zouden voorstellen van vermogensbelastingen met hogere tarieven (zoals de miljonairstaks van de PVDA) hoogstwaarschijnlijk tot belangrijke economische schade leiden.
Wereldkampioen belastingen?
Veel van de voorstellen voor vermogensbelastingen lijken toch vooral los van de economisch-financiële realiteit te staan. Die realiteit is er één van al hoge belastingen op bijna alles. De totale belastingontvangsten in België bedroegen in 2022 43,3% van het bbp, de derde hoogste in Europa. Het Europese gemiddelde was 40,3%. Daarnaast zitten we met een begrotingstekort dat zonder ingrijpen tegen het einde van de volgende legislatuur oploopt tot 5,6% van het bbp, of 34 miljard in euro’s van vandaag. En dat is nog zonder de lange reeks verkiezingsbeloftes die nog meer geld zouden kosten, zoals hogere pensioenen, minder lang werken, gratis openbaar vervoer… Die gaten dichtrijden met extra belastingen impliceert dat we naar een totale belastingdruk van dik meer dan 50% van het bbp moeten. Dat zou met ruime voorsprong de zwaarste belastingdruk van heel Europa, en trouwens van alle industrielanden, zijn. Dat zou desastreuze gevolgen hebben voor onze economie.
Vanuit bepaalde hoeken wordt het beeld opgehangen dat van alles mogelijk is qua extra overheidsuitgaven (terwijl onze overheidsuitgaven de voorbije 20 jaar al het meest stegen van heel Europa), dat dat makkelijk betaald kan worden door de ‘echte rijken’ en dat voor de rest niemand anders daar iets van zal voelen. Dat wordt dan verpakt als ‘eerlijke’ of ‘rechtvaardige’ belastingen. Dat is evenwel een gevaarlijke illusie. In de werkelijke wereld zijn we al een land met een zware belastingdruk op arbeid en kapitaal. Ons hele belastingstelsel kan zeker veel beter georganiseerd worden, maar elke aanpassing moet vertrekken van het totale plaatje. Daarbij moet vooral gekeken worden naar verschuivingen en vereenvoudigingen. Een forse verhoging van onze al zware belastingdruk zal onvermijdelijk een negatieve impact hebben op onze economie. En die zullen we allemaal voelen.
De auteur Bart Van Craeynest is hoofdeconoom bij Voka en auteur van ‘België kan beter’