De presidentsverkiezingen in de VS op 5 november worden met argusogen gevolgd door beleggers en financieel analisten. De indruk wordt gewekt dat een Democratische dan wel Republikeinse administratie een compleet andere impact zal hebben op de Amerikaanse economie en de financiële markten de komende jaren. Maar is dat wel zo?
Laat ons in de eerste plaats even inzoomen op de economische standpunten van de beide kandidaten. Zijn die wel zo verschillend? Op fiscaal-budgettair beleid lijkt dat wel het geval. Harris staat eerder voor een economische stimulus door overheidsuitgaven en een verhoging van de vennootschapsbelasting van 21 naar 28 procent. Trump daarentegen pleit voor een verderzetting van de belastingverminderingen die tijdens zijn termijn in 2017 in gang werden gezet en die normaal aflopen eind 2025. De realiteit is echter dat de Amerikaanse economie er nu anders voorstaat dan toen. De groei is minder robuust en het begrotingstekort is sterk toegenomen, waardoor de slagkracht eerder beperkt is om het fiscaal gunstig beleid verder te zetten.
Vervagende ideologische grenzen
In bredere zin valt vooral op dat de ideologische verschillen tussen de twee partijen op economisch vlak minder uitgesproken zijn dan in voorgaande decennia. Waar de Republikeinen vroeger bekend stonden als de voorvechters van de vrije markt en de Democraten pleitten voor overheidsinterventie, is dat scherpe onderscheid vervaagd. Beide partijen hebben hun standpunten aangepast om verschillende kiezersgroepen te bedienen. Wars van de soms bitse en felle retoriek is het economische discours van de beide partijen in realiteit pragmatischer dan ooit. De verwachte nek-aan-nekrace op 5 november speelt hier zeker een rol in. Extreme economische standpunten helpen namelijk niet om de onbesliste kiezers in de 7 swingstates aan boord te krijgen.
Historisch gezien blijkt overigens dat de wereldwijde financiële markten niet significant beïnvloed worden door welke partij nu aan de macht is. Of er nu een Democratisch of Republikeins regime was, aandelenmarkten hebben steeds periodes van groei en correcties – stierenmarkten en berenmarkten – gekend, gedreven door macro-economische data en trends, en dus niet door politieke kleur. We kunnen dus zeker niet zomaar veronderstellen dat een tweede ambtstermijn van Trump opnieuw zou zorgen voor een stijging van de S&P500 (de voornaamste aandelenindex in de VS) zoals tussen 2016 en 2020. De omstandigheden zijn nu anders: de belastingen zijn al verlaagd, de economische groei i trager en het begrotingstekort is een groter probleem dan in 2016.
Een verdeeld congres
Een ander belangrijk aspect om in rekening te brengen is de politieke context. Gezien de nek-aan-nekrace tussen Trump en Harris is het onwaarschijnlijk dat een van de partijen de volledige controle zal hebben. Het ligt niet voor de hand dat de partij die de volgende president zal leveren ook de meerderheid zal hebben in zowel de Kamer van Volksvertegenwoordigers als de Senaat. Dit betekent dat de meest ambitieuze economische plannen van beide kandidaten hoogstwaarschijnlijk afgezwakt zullen moeten worden om door het Congres goedgekeurd te worden.
In een verdeeld Congres worden fiscale maatregelen vaak gematigder. Het oplopende Amerikaanse begrotingstekort, dat in 2023 al 6,3 procent van het bbp bereikte, zal ongetwijfeld druk uitoefenen op de onderhandelingsruimte. Zowel Democraten als Republikeinen zullen voorzichtig moeten opereren om de fiscale afgrond te vermijden, wat betekent dat radicale veranderingen minder waarschijnlijk zijn.
Wie wint, wie verliest?
Wil dat zeggen dat Trump of Harris op economisch-financieel vlak helemaal geen verschil zou maken? Absoluut niet. Maar eerder dan op macro-economisch vlak zal die impact te voelen zijn op sectoraal vlak. Bij een overwinning van Trump zullen de olie- en gasindustrie, financiële instellingen en de farmaceutische sector wellicht baat hebben bij de gepland deregulering. Harris daarentegen zou green tech en grote infrastructuurplannen steunen.
Een ander punt van verschil tussen de twee kandidaten is hun handelsbeleid. Trump heeft aangegeven een importheffing van 20 procent op alle goederen te willen invoeren, met een bijkomende heffing van 60 tot 100 procent op Chinese producten. Dit zou een aanzienlijke impact hebben op landen die veel naar de VS exporteren. Harris daarentegen heeft zich minder uitgesproken over importheffingen, hoewel het aannemelijk is dat ze veel van de heffingen en sancties van de Biden-administratie zal voortzetten. Een kanttekening hierbij is dat de bijkomende importheffingen van Trump, gecombineerd met zijn plannen om immigratie sterk te beperken, op termijn een opwaartse druk op de inflatie kunnen veroorzaken. Deze inflatiedruk kan nadelige gevolgen hebben voor het vertrouwen op de financiële markten in de Amerikaanse economie. Het is dus te eenvoudig om te veronderstellen dat het protectionisme van Trump, sowieso een boost zou geven aan de economische groei in de VS…
Trump en Harris hebben dus wel degelijk een verschillende visie op fiscaal vlak, internationale handelsrelaties en sectoraal beleid. De economische en politieke omgeving in de Verenigde Staten maakt echter dat een onmiddellijke grote macro-economische beleidsomslag, los van de uitkomst van de verkiezingen, op dit moment niet realistisch lijkt.
Dit is een column van Marc Danneels, Chief Investment Officer bij Beobank.