De Sri Lankaanse roepie noteert dinsdag op zijn laagste niveau ooit als gevolg van de berg schulden die het land de voorbije jaren heeft opgestapeld. Het overgrote deel van dat geld kwam uit China en moet nu worden terugbetaald. Maar Sri Lanka heeft geen geld.
Dat is niet China’s schuld, maar vooral het gevolg van een zorgwekkend economisch klimaat op het kleine Zuid-Aziatische eiland.
Sri Lanka leende de voorbije jaren enorme sommen in Beijing om grote infrastructuurwerken te financieren, die deel uitmaken van het Chinese monsterplan One Belt, One Road.
One Belt, One Road
Dat project wil 65% van de wereldbevolking en een kwart van het globale bbp rechtstreeks verbinden met China. Indien het project wordt gerealiseerd zoals het vandaag is bedacht, zal een groot deel van de wereldhandel gelinkt zijn aan de Chinese economische strategie.
Maar omdat Sri Lanka dat geld niet kan terugbetalen spreekt het zijn buitenlandse valutareserves aan. Omdat die gestaag slinken gaat ook de waarde van de eigen roepie steeds lager. De financiële markten beschouwen slinkende buitenlandse valuta duidelijk als een teken van aankomend onheil.
De haven van Hambantota, een strategische ‘parel’
Voor Sri Lanka zit er dus weinig anders op dan de met Chinees geld gefinancierde infrastructuurwerken nu aan China te verkopen. Wat de invloed van Beijing vergroot op de strategisch goed gelegen Sri Lankaanse havens dichtbij de Indiase kusten. Beste voorbeeld is de haven van Hambantota – grotendeels met Chinees geld gebouwd – en die nu voor 99 jaar aan Beijing is verhuurd. India vreest dat China er een militaire basis wil installeren.
Het Internationaal Muntfonds (IMF) is ondertussen moeten tussenkomen om Sri Lanka voor een economische crisis te behoeden. Die hulp is uiteraard verbonden aan voorwaarden. Zo eist het IMF dat Sri Lanka zijn belastingstelsel moderniseert en de benzineprijzen verhoogt om de overheidsinkomsten aan te zwengelen. Maar lokale politici hebben daar geen oren naar, net vanwege de moeilijke economische situatie.
Chinese roulette, altijd prijs
Sri Lanka zit dus duidelijk gevangen in een uitgekiende Chinese strategie. Beijing weet drommels goed dat de Sri Lankanen geld nodig hebben om hun economie verder te ontwikkelen. Maar wanneer dat geld niet kan worden terugbetaald, komen de Chinezen wel met andere oplossingen.
De Chinezen zijn niet aan hun proefstuk toe. Ook in Afrika raken een aantal landen steeds verder verstrengeld in het Chinese net. En Beijing zet zijn zinnen ook op Groenland.