De Belgische Mededingingsautoriteit (BMA) zet een tijdelijke rem op de joint venture die de Proximus en Orange willen oprichten voor de uitbouw van een gedeeld mobiel toegangsnetwerk. Concurrent Telenet reageert tevreden.

In juli raakte bekend dat telecombedrijven Proximus en Orange België de handen in elkaar sloegen om een betere dekking van hun mobiel internet te garanderen. Ze willen mobiele toegangsnetwerken, zoals zendmasten, delen en samen aan de uitrol van 5G werken. Om dat mogelijk te maken, zou Proximus 82 werknemers naar de nieuwe joint venture sturen.

Maar de Mededingingsautoriteit houdt dat nu tegen op vraag van concurrent Telenet. Die is van mening dat ‘de huidige omvang van de joint venture tussen de twee bedrijven te verregaand en daardoor marktverstorend is’. Al zeker tot 16 maart mag geen enkele werknemer de overstap maken.

Telenet stelt zich ‘ernstige vragen’

In een persbericht toont Telenet zich tevreden over die maatregel, maar de concurrent vraagt wel om een grondig onderzoek. ‘We begrijpen waarom mobiele operatoren hun mobiele netwerk willen delen, maar hebben ernstige vragen bij de manier waarop de twee grootste spelers willen samenwerken’, klinkt het.

Telenet wijst op het gezamenlijk marktaandeel van 75 procent en het feit dat het aantal infrastructuurspelers zo van drie naar twee gaat. Bij de aankondiging deze zomer hadden Proximus en Orange al benadrukt dat ze ‘onafhankelijke concurrenten op het vlak van diensten en prijzen blijven’. Ze willen vooral snoeien in de infrastructuurkosten.

Proximus plant overleg

In afwachting van een uitspraak ten gronde over de klacht van Telenet, mogen Proximus en Orange wel nog andere zaken regelen rond de joint venture. In een reactie stellen ze dat het BMA de samenwerking niet volledig heeft geschorst en dat ze voorbereidingen kunnen voortzetten. Zo mogen ze nog netwerkapparatuur kopen.

Verder zullen ze in de komende weken nog overleggen met telecomregulator BIPT over hun precieze plannen. Nog volgens Telenet gaf die instelling aan bezorgd te zijn over de impact van de samenwerking op de concurrentie in België. ‘BIPT bevestigde dat een onderzoek door de Mededingingsautoriteit noodzakelijk was’, klinkt het nog.