Club Med, een door een Belg gesticht netwerk van luxevakantiedorpen, dreigt straks in Chinese handen te komen. Omdat Europese families het steeds moeilijker krijgen om dit soort vakanties te betalen, probeert Club Med al een tijd rijkere Chinese toeristen te verleiden. Het lijkt er dan ook op dat het Chinese conglomeraat Fosun International er straks een flinke vinger in de pap krijgt. Samen met het Franse Axa Private Equity deden de Chinezen een bod dat het vakantieresortsnetwerk op op zo’n 540 miljoen euro waardeert.
Het bod geniet alvast het vertrouwen van het management van de Franse vakantiedorpengroep. Fosun trad midden 2010 toe tot het kapitaal van Club Med. Toen al was sprake van een strategisch partnerschap om de ontwikkeling van de Franse groep in de sector van de betere clubs in China te versnellen. Tot april van dit jaar was er één Club Med in China, in het skigebied Yabuli (N.O. provincie Heilongjiang). Daar is nu een resort in Guilin bijgekomen, in de zuidelijke autonome regio van Guangxi Zhuang.
Het Chinese toerisme zit in de lift. Vorig jaar spendeerden Chinese toeristen niet minder dan 102 miljard dollar – dat is meer dan de 84 miljard die zowel Duitsers als Amerikanen spendeerden en een stijging van 40% met een jaar eerder, aldus cijfers van de Verenigde Naties. Club Med anticipeerde op die evolutie door de voorbije jaren een aantal nieuwe resorts in Azië te openen.
Het bod van het Chinese Fosun en het Franse Axa Private Equity zou nog maar een begin zijn en de opstap naar meer. Fosun haalt momenteel 1 miljard dollar op voor zijn tweede dollarfonds en wil met het geld voornamelijk in Europa overnames doen. De focus komt daarbij op bedrijven in moeilijkheden, zoals Club Med.
Of dit alles een goede zaak is valt nog af te wachten. Steeds meer landen hebben hun bekomst van Chinese toeristen. De volgende in de rij is Egypte, waar een Chinese toerist ‘Ding Jinhao was hier’ schreef op een 3.500 jaar oud relikwie in de Tempel van Luxor. Een landgenoot postte een foto van de vandalenstreek op de website Sina Weibo. Al snel werd Ding Jinhao gevonden. Het gaat om een 15-jarige jongen wiens ouders zich nu uitputten in excuses.
Maar dat is niet alles: in het Parijse Louvre maakten Chinezen het zo bont dat de directie er enkel in het Chinees een bord plaatste met het verbod om te urineren of zich eender waar te ontlasten. In boeddhistische tempels in Thailand weigeren Chinese bezoekers steevast de kledingcode te respecteren, terwijl ze in Bali voor overlast zorgen met hun braspartijen.
Indien de snelheid waarmee Chinezen zich naar het buitenland begeven blijft toenemen (vorig jaar waren er 83 miljoen die de grens overstaken, vergeleken met 10 miljoen in het jaar 2000), moet worden gehoopt dat hun gedrag er iets op vooruit gaat. De meest voorkomende klachten zijn spuwen, sluikstorten, verkeersregels overtreden en luid praten. Ook kinderen zorgen voor overlast: verhalen van Chinese toeristen die urineren in het midden van het restaurant of zich in zwembaden ontlasten zijn legio.
Het probleem neemt dusdanige vormen aan dat vice premier Wang Yang het gedrag van zijn landgenoten in het buitenland onlangs aan de kaak stelde: ‘Ze beschadigen het imago van het Chinese volk en dat heeft een vernietigende impact,’ zei hij, na een aantal van bovenvermelde vandalenstreken te hebben opgesomd.
Om een einde te maken aan het wangedrag wordt in oktober een toerismewet van kracht die reisagentschappen de autoriteit geeft toeristen te bestraffen die zich misdragen.
In een blogpost op Tea Leaf Nation vraagt de in New York studerende Chinees Liang Pan om wat begrip. Volgens hem heeft veel te maken met naïviteit en culturele misverstanden. Misschien heeft hij wel een punt: voor velen zijn het (naast de Chinezen) nog altijd de Amerikanen die met ‘luid’ en ‘onbeschoft’ gedrag worden geassociëerd.
Meer dan waarschijnlijk een gevolg van het bereiken van de status van supermacht.