Steeds meer beurshuizen lanceren eigen beleggingsfondsen met Chinese aandelen. Die zijn bij westerse beleggers erg in trek, want de economische vooruitzichten voor de Chinese draak zijn uitstekend.
Analisten zijn het roerend eens: de Chinese economie, de enige grote economie die vorig jaar kon groeien, gaat in het nieuwe jaar 2021 nog versnellen. Dat schrijven ze toe aan het ‘FIFO-fenomeen’ of ‘first in, first out’. China had als eerste te maken met het coronavirus, maar komt ook als eerste weer uit de crisis.
De grote banken en vermogensbeheerders verwachten dat de Chinese economie in 2021 met 7,5 tot 8,5 procent zal groeien. De indrukwekkende groei van de gemiddelde inkomens in China – zie onderstaande grafiek – zal daarmee ook in 2021 verder gaan.
Interne markt wint aan belang
Peking legt in maart zijn definitieve vijfjarenplan 2021-2025 vast. Recentelijk raakte al bekend dat de Chinese leiders minder afhankelijk willen worden van de export en meer dan vroeger op de interne markt rekenen als motor voor economische groei.
‘De gewoonten van de Chinese consumenten zullen blijven evolueren terwijl hun inkomens stijgen’, schrijven de analisten van vermogensbeheerder Schroders. ‘Deze ‘consumptie-upgrade’ zal zich uiten in toenemende aankopen van een ruimer gamma aan goederen en diensten die van hogere kwaliteit en duurder zijn. Dat alles zal de consumptiegroei van China verder ondersteunen.’
A-aandelen
De verwachting is dat de Chinese consumptiedrang tot nieuwe Chinese merken en producten zullen leiden die de vergelijking met buitenlandse alternatieven zal kunnen doorstaan. De opgang van smartphonebouwer Xiaomi wordt als voorbeeld gezien.
Ook westerse beleggers kunnen meesurfen op de groei. Lange tijd bleef de toegang tot Chinese aandelen voor westerse beleggers beperkt tot het aanbod op de beurs van Hongkong. Maar Peking versoepelde de regels voor internationale beleggers. Buitenlandse beurshuizen kunnen, vaak via Hongkong als toegangspoort, sinds enkele jaren Chinese ‘A-shares’ of ‘A-aandelen’ kopen. Dat zijn aandelen die worden uitgegeven door bedrijven die gevestigd zijn op het Chinese vasteland, en noteren in yuan (renminbi) op de beurzen van Shanghai en Shenzhen.
Niet zonder risico’s
‘De markt van A-aandelen biedt in vergelijking met Hongkong toegang tot een ruimere keuze aan privébedrijven in de sectoren informatica, technologie en consumentengoederen. Die sectoren bieden vandaag talrijke beleggingskansen’, schrijven de analisten van fondsenhuis Candriam.
Al zijn er ook wel risico’s, waarschuwt BNP Paribas Wealth Management, waaronder de inmenging van de Chinese regering in het beleid van grote techbedrijven.
Lees: Waar is Jack Ma? Alibaba-topman al twee maanden vermist
Ook kan de financiële rapportering van de Chinese bedrijven minder transparant zijn dan wat westerse beleggers gewoon zijn. ‘Het is belangrijk om te onthouden dat de bedrijven van het Chinese vasteland niet moeten voldoen aan dezelfde strenge governancenormen als de bedrijven die noteren op de beurs van Hong Kong’, zegt Candriam, die een grote rol weggelegd ziet voor de fondsenbeheerders om het kaf van het koren te scheiden.
Ontluikende markt
Het gaat dus om een ontluikende markt die zich nog moet bewijzen op het internationale beleggerspodium. De Chinese A-aandelen zijn bijvoorbeeld vooralsnog aanzienlijk ondervertegenwoordigd in de grote internationale standaardindexen zoals de MSCI Emerging Markets Index.
Maar zowat alle grote beurshuizen zien er brood in en speuren naar de beste bedrijven op het Chinese vasteland. Het toenemend aantal beleggingsfondsen op basis van zulke A-aandelen geven de kleine westerse belegger zo de kans om mee te profiteren van een Chinese economie die meer en meer op binnenlandse consumptie draait.