China wil tegen 2020 volledig klaar zijn met de implementatie van zijn sociaal kredietsysteem. Dat systeem krijgt onder meer in het westen veel kritiek. Toch lijken ook andere landen steeds meer stappen in die richting te zetten. De Verenigde Staten bijvoorbeeld.
Peking wil zijn sociaal kredietsysteem voeden met informatie van verschillende diensten. Daardoor moet het mogelijk worden om over de burger een gedetailleerder beeld te krijgen. Die informatie is makkelijk te verzamelen omdat het economische leven in China steeds meer online wordt gedefinieerd.
Diensten zoals WeChat van Tencent en Alipay van Ant Financial vormen er een centraal knooppunt voor het verrichten van betalingen, het verkrijgen van leningen en het organiseren van transport. Deze accounts zijn over het algemeen gekoppeld aan mobiele telefoonnummers, die bij de overheid zijn geregistreerd.
Een van de eerste realisaties was de lancering van een open nationaal platform voor online informatie over kredietinformatie. Burgers met een aanzienlijke schuldachterstand dreigen daar op een zwarte lijst te komen.
Dat kan gepaard gaan met een aantal sancties, zoals de beperking van de toegang tot bepaalde diensten. In maart dit jaar waren al 13,49 miljoen Chinezen als een onbetrouwbaar burger geclassificeerd. Daarnaast weigerde de overheid om 20,47 miljoen vliegtuigtickets en 5,71 miljoen vervoerbewijzen voor hogesnelheidstreinen te verstrekken.
Een sociaal kredietsysteem: enkel in autoritaire regimes?
Tot nog toe leek zo’n sociaal kredietsysteem iets voor een autoritair regime, maar de voorbije maanden kwamen tal van aankondigingen in de Amerikaanse pers die er op wijzen dat ook daar de surveillance enkel toeneemt. Casey Newton van The Verge somt er een paar op:
- De alternatieve taxidienst Uber kondigde vorige maand aan passagiers die door zijn chauffeurs een lage score toegekend krijgen te zullen weigeren.
- PatronScan heeft een website gelanceerd die lijsten bijhoudt van mensen die zich in horeca-aangelegenheden misdragen om die informatie met anderen in de sector deelt.
- In New York meldde een school gezichtherkenningssoftware te willen installeren om studenten te monitoren die wapens zouden bijhebben. Na verzet van de ouders werd het plan voorlopig ‘on hold’ gezet.
- Eerder deze maand raakte bekend dat mensen die voor een Amerikaans visum in aanmerking willen komen voortaan hun socialemediaprofielen aan hun applicatie moeten toevoegen. [In 2017 had het Amerikaanse Department of Homeland Security al toelating gekregen om het socialemediagebruik van immigranten te monitoren.]
- Ook op luchthavens wordt nu steeds vaker gezichtherkenningssoftware ingezet, zogezegd om passagiers sneller te laten inchecken.
Uiteraard blijven er belangrijke verschillen bestaan tussen deze maatregelen en het systeem dat 1,4 miljard Chinezen in het gareel moet laten lopen. Vele van deze maatregelen bestaan in tegenstelling tot het Chinese systeem ook onafhankelijk van elkaar. Op de visa-applicaties na moeten ze ook alle nog daadwerkelijk worden geïmplementeerd. Maar de vraag hoe lang dit alles nog gaat duren is gerechtvaardigd. Hoe meer informatie bedrijven over mensen verzamelen, hoe groter de verleiding om die data na verkoop met andere te delen.