De ene na de andere Chinese economische indicator stelt teleur. Ook de evolutie van de producentenprijzen is allesbehalve naar wens. Die zijn met 4,6 procent gedaald.
China’s economisch herstel is dood en begraven en deflatie ligt in het verschiet: “We kunnen het niet slechter doen”

Waarom is dit belangrijk?
Verwacht werd dat de Chinese economie fors ging herstellen na het lossen van het zerocovidbeleid. Maar de verhoopte economische groei blijft uit, met een binnenlandse vraag die de afnemende wereldwijde vraag niet kan compenseren. En China moet vechten tegen deflatie, terwijl wij al meer dan een jaar strijden tegen inflatie.In het nieuws: Het gaat niet goed met de Chinese economie.
- De producentenprijzen daalden in mei met 4,6 procent, het grootste verlies in 7 jaar.
- De inflatie – de evolutie van de consumentenprijzen – bedroeg slechts 0,2 procent (op jaarbasis), tegenover 0,1 procent in april.
- Op maandbasis zijn de prijzen zelfs met 0,2 procent gedaald. Het deflatiemonster steekt dus de kop op.
De details: Een zwakke wereldwijde vraag en dalende grondstofprijzen.
- Die slechte cijfers kunnen we toevoegen aan een lange lijst van tegenvallende economische indicatoren: de Chinese export stortte in mei met 7,5 procent in, wat wijst op een algehele afkoeling van de economie.
- Ook de lage grondstofprijzen zetten de producentenprijzen onder druk. Zhiwei Zhang, econoom bij Pinpoint Asset Management, bevestigt in een gesprek met CNBC dat de Chinese economie afkoelt.
De essentie: Het verhoopte economische herstel van China laat op zich wachten.
- De binnenlandse vraag doet het ook niet zo goed. De invoer daalde in mei met 4,5 procent (op jaarbasis).
- Uit andere cijfers bleek dat de detailhandelsverkopen, de verwerkende industrie, goedgekeurde leningen en vastgoedaankopen in april allemaal zijn gedaald ten opzichte van maart.
- Om zijn economie nieuw leven in te blazen en deflatie tegen te gaan, doet China precies het tegenovergestelde van wat de westerse centrale banken doen: de monetaire instelling vraagt aan de banken om de rentes, en in het bijzonder de spaartarieven, te verlagen, om te voorkomen dat de Chinezen al hun geld oppotten.
- Een lichtpuntje: het kan bijna niet erger worden. “Wij denken dat het vanuit economisch oogpunt, vanuit het oogpunt van herstel, en vanuit geopolitiek oogpunt niet veel erger kan worden dan waar we nu zijn,” aldus Andrew Maynard van China Renaissance.
De conclusie: De Chinese deflatie en, meer in het algemeen, de daling van de grondstofprijzen zijn een goede zaak voor onze inflatie. De problemen met de toeleveringsketens worden ook opgelost.
- Maar de zachte landing, waarbij we de inflatie kunnen temperen zonder in een diepe recessie te belanden, is in groot gevaar. We rekenden erop dat het Chinese herstel de zwakke groei in Europa en de Verenigde Staten zou compenseren. De eurozone is trouwens officieel in een recessie beland.
- Als alle economieën tegelijk instorten, stevenen we af op een mondiale recessie. Als een kanarie in de kolenmijn zijn de olieprijzen deze week opnieuw gedaald, ondanks de wanhopige pogingen van de OPEC om ze omhoog te stuwen.
(ns)