Het totale vermogen van China bereikte vorig jaar zo’n 120 biljoen dollar dankzij een onhoudbare vastgoedboom.

Het nationale vermogen van de Volksrepubliek China is nu ongeëvenaard in de wereld. In 2020 stond de teller van het totale vermogen van de Chinezen op zo’n 120 biljoen dollar. Dat is een pak hoger dan de 89 biljoen dollar die alle Amerikanen samen kunnen voorleggen. Dat staat te lezen in een rapport van het McKinsey Global Institute.

McKinsey volgde tien landen (Australië, Canada, China, Frankrijk, Duitsland, Japan, Mexico, Zweden, het Verenigd Koninkrijk en de Verenigde Staten) die samen meer dan 60 procent van het wereldinkomen genereren. Die landen zijn samen goed voor een nationaal vermogen van 510 biljoen dollar. Dat hallucinante cijfer staat zelfs drie keer zo hoog als wat die tien landen in 2000 zouden aanhouden.

China kan in de groep van rijkste landen een aandeel van 23 procent van het totale vermogen innemen. Het aandeel van de VS zakte terug naar zo’n 17 procent. Japan staat op de derde plaats met 7 procent.

Roodgloeiende vastgoedmarkt

Fors stijgende vastgoedprijzen zijn de reden achter de snelle opkomst van het Chinese vermogen. Volgens het E-House China R&D Institute stond de gemiddelde huizenprijs in de 50 grootste steden van het Aziatische land zo’n 13 keer hoger dan het gemiddelde Chinese inkomen. In 2015 was dat “nog maar” 10 keer zoveel als een gemiddeld inkomen.

Er zijn verschillende redenen waarom de prijs van vastgoed in China zo snel stijgt. Zo stroomde een deel van het geld dat de Chinese overheid in de economie pompte als onderdeel van het coronabeleid naar de vastgoedmarkt, weet de Japanse krant Nikkei Asia. China kent ook geen uniforme vermogensbelasting of successierechten. De lage kosten van het bezitten van vastgoed weerhouden mensen er dus van hun huizen te verkopen, wat de prijzen verder omhoog drijft.

Chinezen zijn er ook rotsvast van overtuigd dat de vastgoedprijzen niet zullen instorten, ondanks een gevaarlijk groeiende zeepbel van de vastgoedmarkt, zoals aangetoond door het sluipende bankroet van mega-ontwikkelaar Evergrande en talloze andere vastgoedreuzen. 

De gemiddelde huizenprijzen zijn de afgelopen 20 jaar in ieder geval vervijfvoudigd en lokale overheden halen het gros van hun inkomsten ondertussen uit de verkoop van de rechten op staatsgrond aan vastgoedontwikkelaars.

Gelijkenissen met de Japanse vastgoedzeepbel van de jaren 90

Het enige land dat de VS ooit voorbij streefde in het totale nationale vermogen was Japan in de jaren 90. Dat was overigens vlak voor de vastgoedzeepbel in Japan volledig barstte. Vlak voor dat gebeurde, was de totale vastgoedmarkt in de hoofdstad Tokio evenveel waard als die van de gehele VS, merkten waarnemers toen op.

Ook opvallend is dat Japans nationale vermogen in 1990 zo’n 8,3 keer zo groot was als het bbp van het land. China’s nationale vermogen in 2020 zou 8,2 keer zo groot zijn als zijn bbp. Japan verloor heel wat van zijn welvaart nadat de zeepbel uiteindelijk barstte en zijn economie stortte in een hevige en langdurige recessie.

Een plotselinge verkrapping van de Chinese markt kan het financiële systeem van de Aziatische supermacht grondig door elkaar schudden en, samen met zijn vergrijzende bevolking, wel eens zorgen voor een evenzeer langdurige economische stagnatie.

(lp)