De twee Aziatische grootmachten India en China belanden almaar vaker in elkaars vaarwater in hun ambitie om de dominante speler in de Indische Oceaan te worden. Militair spierballengerol komt daar vooralsnog niet aan te pas. Het belangrijkste wapen: cash om schuldverlichting te bieden aan de veelal armere (eiland)staten in de regio.
De krachtmeting draait bij uitstek rond Sri Lanka enerzijds en de Malediven anderzijds. Twee landen die hun schulden zien toenemen terwijl ze niet meteen kunnen terugvallen op grote inkomsten uit handel of ander belangrijke economische activiteiten.
Om die reden nemen beide landen allerhande maatregelen om de weinige cash die er nog voorhanden is, zoveel mogelijk in handen te houden. In Sri Lanka voeren marineschepen een ongelijke strijd met smokkelaars uit India, die massaal kurkuma verschepen. Dat kruid is zeer belangrijk in de Sri Lankaanse keuken. Maar omdat de smokkelaars in dollars betaald worden, is de kurkumasmokkel een belangrijk ‘lek’ voor de dollarreserves van Sri Lanka.
Dollarlimieten
Een gelijkaardig verhaal op de Malediven. Daar heeft de overheid limieten opgelegd voor het gebruik van dollars door de lokale bevolking. De grootste lokale bank legde in september een beperking op van 250 dollar per kaart. Ook daar betaalt de lokale bevolking zijn ingevoerde goederen hoofdzakelijk met dollars.
Beide landen zijn dus op zoek naar een kapitaalkrachtige partner om hun cashnood te lenigen. En twee titanen uit de ruimere regio zijn maar wat bereid om op die manier invloed te ‘kopen’ in de Indische Oceaan. Ze hebben elk hun eigen succesverhaal.
In Sri Lanka is het vooral China dat met forse kapitaalinjecties almaar belangrijker is geworden voor de staatskas. India heeft zich ontpopt tot de belangrijkste geldschieter van de Malediven sinds de pro-Indiase Ibrahim Mohamed Solih er verrassend aan de macht kwam ten koste van zijn pro-Chinese voorganger. Maar die voorganger passeerde dus vooral in Peking op zoek naar cash. Een groot viaduct nabij de hoofdstad Male kwam er puur dankzij Chinees geld.
De betrokken bedragen zijn om van te duizelen. Sinds Solih in 2018 aan de macht kwam op de Malediven, pompte New Delhi al een totaalbedrag van een slordige 2 miljard dollar in de eilandenstaat. Dat gebeurde niet in een keer, maar via een combinatie van leningen, subsidies, kredietlijnen en valutaswaps.
Wereld kijkt argwanend toe
China pompte dit jaar al 500 miljoen dollar in Sri Lanka. En dat is dan nog maar een onderdeel van het krediet van 1,2 miljard dollar dat Peking ter beschikking stelde via de China Development Bank. Daarnaast onderhandelt Sri Lanka nog over een valutaswap ter waarde van anderhalf miljard dollar. Iets waar Chinese diplomaten in de Sri Lankaanse hoofdstad Colombo maar al te graag over willen praten.
De rest van de wereld kijkt argwanend toe. Want ondanks de inspanningen van India, heeft China duidelijk de bovenhand. Een kritisch rapport van de Wereldbank kwam vooral voor de Malediven hard binnen. India’s 2 miljard dollar ten spijt, bleek uit dat rapport dat China maar liefst 45 procent van de buitenlandse schulden van de staat in handen heeft. China reageerde al door dit jaar een kwart van de af te lossen schulden van de Malediven uit te stellen. Maar het is duidelijk: een land dat dermate financieel afhankelijk is van een ambitieuze natie als China maakt de internationale gemeenschap zenuwachtig. Zeker wanneer je de rest van het plaatje in de regio bekijkt:
Het is immers maar de vraag hoe ver Peking bereid is te gaan om te voorkomen dat landen niet meer aan hun schuldverplichtingen kunnen voldoen. In het verleden verleende China wel uitstel van betaling aan landen als Angola, Zambia en Pakistan. Maar dat waren kortetermijnoplossingen, en vooral in het geval van Pakistan kwam de schuldverlichting er maar schoorvoetend. Het is duidelijk dat China niet te beroerd is om zijn financiële macht als houdgreep uit te spelen.