Een gedeelte van de investering van 100 miljard euro die de Duitse bondskanselier Olaf Scholz voor landsverdediging heeft aangekondigd, zou kunnen worden gebruikt om buitenlandse veiligheidstroepen met uitrusting en training te ondersteunen. Dat blijkt uit een wetsontwerp waarover de Duitse regering een akkoord heeft bereikt.
Dit betekent dat onder meer Oekraïne in zijn strijd tegen de Russische agressie mogelijk meer op Duitse wapens beroep zou kunnen doen.
“De projecten waarin kan worden geïnvesteerd, omvatten ook initiatieven om de veiligheidstroepen van partners uit te rusten en te versterken”, voert de Duitse regering aan in het wetsontwerp, dat de overheid in staat moet stellen om voor de bestedingen een bijzonder fonds op te richten. Het ontwerp moet nog wel door het Duitse parlement worden goedgekeurd.
“Het was niet meteen duidelijk of de Duitse regering van plan was om een gedeelte van de budgetten te besteden aan wapenleveringen voor Oekraïne”, merkt het persbureau op. “Een woordvoerder van de regering verduidelijkte dat deze partners konden bestaan uit derde landen die niet tot de Europese Unie behoren.”
In een historische toespraak drie dagen na de Russische invasie van Oekraïne, had Olaf Scholz aangekondigd dat Duitsland zijn uitgaven voor defensie gevoelig zou verhogen tot meer dan 2 procent van het nationale bruto binnenlandse product en dat het land 100 miljard euro zou injecteren in de versterking van de Bundeswehr.
Duitsland begon tevens met het leveren van antitankwapens en luchtafweer uit zijn militaire voorraden aan Oekraïne. “Christine Lambrecht, Duits minister van Defensie, had nadien echter aangekondigd dat de Bundeswehr niet meer wapens kon weggeven”, stipt Reuters nog aan. “Dit zou kunnen suggereren dat de Duitse regering een budget zou moeten vrijmaken voor de aankoop van wapens die aan Oekraïne zouden worden doorgegeven.”
De voorbije tien jaar was Zuid-Korea de grootste importeur van Duitse wapens. Het Aziatische land kocht over die periode voor bijna 2,36 miljard euro Duitse wapens aan. De Verenigde Staten eindigden op de tweede plaats met een bedrag van bijna 1,30 miljard euro, gevolgd door Egypte (1,17 miljard euro), Israël (1,10 miljard euro) en Griekenland (962 miljoen euro). Daarna volgden Algerije, Saoedi-Arabië, Italië, Qatar en Spanje.
(kg)