De brexitperikelen zullen het Verenigd Koninkrijk evenveel kosten als alle bijdragen van het land aan de Europese begroting samen. Dat hebben onderzoekers van persagentschap Bloomberg berekend.

Momenteel schat Bloomberg de economische kosten door de brexit al op zo’n 130 miljard pond. Volgens de onderzoekers is de economie in het Verenigd Koninkrijk sinds 2016 met 3 procent gekrompen. Die daling zou zich niet doorgezet hebben, mochten de Britten een brexit afgeketst hebben bij de stemming van 23 juni 2016.

G7 deed het beter

Dat zit zo: er is een historische en sterke correlatie tussen de economie van het Verenigd Koninkrijk en de andere landen van de G7. Die Groep van Zeven bestaat verder uit Canada, Frankrijk, Italië, Duitsland, Japan en de Verenigde Staten. Hoewel hun economische groei de laatste jaren wat afzwakte, is het Verenigd Koninkrijk door de brexit harder weggezakt.

Omdat de brexit nog niet helemaal afgehandeld is, blijft de factuur nog even oplopen. Eind januari stapt het land officieel uit de Europese Unie, maar dan begint de overgangsperiode – met onderhandelingen over nieuwe handelsrelaties – pas. Door blijvende onzekerheid bij Britse ondernemers voorziet de studie in 2020 nog eens 70 miljard pond aan extra kosten.

215 miljard met inflatie

Dat eindbedrag van 200 miljard benadert de totale bijdrage die het Verenigd Koninkrijk deed aan de Europese begroting, gedurende het lidmaatschap van de Europese Unie. Concreet betaalde het Verenigd Koninkrijk tussen 1973 en 2020 zo’n 215 miljard dollar, becijferde de bibliotheek van het Britse Lagerhuis, rekening houdend met de inflatie in die periode.

Toegegeven, het verschil bedraagt nog altijd 15 miljard pond. Al is het niet onwaarschijnlijk dat de brexit ook na 2020 nog blijft aanslepen, met bijkomende kosten. ‘Terwijl het VK zich aanpast aan zijn nieuwe handelsrelatie met de EU, blijven de jaarlijkse kosten van de brexit waarschijnlijk oplopen’, vertelden de onderzoekers aan Bloomberg.