Jerome Powell, voorzitter van de Fed, liet tijdens de toelichting van het vorige rentebesluit uitschijnen dat er deze maand mogelijk een rentepauze op tafel ligt. Enkele Fed-bestuurders zijn daar alvast een voorstander van, maar dat betekent niet dat het verstrakkende geldbeleid is afgelopen.
In het nieuws: Philip Jefferson, gouverneur van de Federal Reserve, en Patrick Harker, voorzitter van de Federal Reserve Bank van Philadelphia, suggereerden woensdag dat de Fed de rente deze maand niet zal verhogen.
- Jefferson voegde er wel aan toe dat een rentepauze niet betekent dat de Fed haar strategie om de inflatie te beteugelen verandert, ook al klaagt de markt regelmatig over de stijgende rentes.
- “De eventuele beslissing om de rente op de volgende vergadering niet te verhogen, betekent nog niet dat we een plafond hebben bereikt. Een rentepauze zou het Comité de gelegenheid geven om meer gegevens in overweging te nemen alvorens beslissingen te nemen over het toekomstige verloop van het rentebeleid”, zei hij.
- Harker deelt die mening. Hij benadrukte daarbij dat hij de tijd wil nemen om het werkgelegenheidsrapport van mei, dat vrijdag wordt gepubliceerd, en het inflatiecijfer, dat op 13 juni wordt verwacht, te bestuderen.
Amerikaanse arbeidsmarkt blijft krap
De details: Intussen heeft de loonstrookjesverwerker ADP al enkele cijfers gedeeld over de Amerikaanse arbeidsmarkt.
- Het aantal banen steeg in mei met 278.000. Er was door economen gerekend op een groei van 180.000 banen.
- De salarissen stegen in mei met 6,5 procent, tegen 6,7 procent een maand eerder, aldus het rapport.
- Volgens hoofdeconoom Nela Richardson van ADP neemt de loongroei “substantieel” af, wat betekent dat een loon-prijsspiraal wellicht een minder grote zorg wordt.
Als ook het jobrapport van het Amerikaanse ministerie van Arbeid erop wijst dat de arbeidsmarkt in de VS krap blijft, neemt de kans toe dat de Fed tijdens de vergadering van 13 en 14 juni zal beslissen om de rente te verhogen.
Stijgende prijzen: Voorts toonde de PCE-index (de persoonlijke consumptieve bestedingen), de favoriete maatstaf van de Federal Reserve om na te gaan hoe fors de Amerikaanse consumentenprijzen stijgen, onlangs aan dat de inflatie opnieuw stijgt.
- Op jaarbasis steeg de inflatie in april met 4,4 procent, tegenover 4,2 procent in maart.
- De kerninflatie – zonder volatiele voedsel- en energieprijzen – kwam uit op 4,7 procent. In maart was dat 4,6 procent. De verwachting vooraf was een stabiele kerninflatie van 4,6 procent.
- Op maandbasis stegen de algemene en de kerninflatie elk met 0,4 procent.