De Brusselaars laten de auto aan de kant, ten voordele van de tram of bus. Dat blijkt uit de jaarlijkse ‘samenvatting van Brussel’ die de stad uitgeeft.
46 procent van de gezinnen in Brussel doet het tegenwoordig zonder auto. Dat is een stijging van ongeveer 10 procent gedurende het laatste decennium, weet de statistische dienst van Stad Brussel, de ‘Mini-bru’.
Openbaar vervoer
Dat opzijschuiven van de auto is ten voordele van het openbaar vervoer en, opvallend, de fiets. De MIVB tekende meer dan 400 miljoen ritten op in 2018, dat zijn de laatst beschikbare cijfers. Dat is maar liefst 100 miljoen meer dan het jaar daarvoor. Ritten van Vlaamse busmaatschappij De Lijn en het Waalse TEC vallen daar niet onder.
De Brusselse gebruiker van het openbaar vervoer, of dat nu pendelaars of Brusselaars zijn, gebruikt vooral de tram en de metro. Het busgebruik blijft over de laatste jaren eerder stabiel.
Fietsers
Opvallend is het stijgende fietsgebruik. Op 26 kruispunten in het Brusselse werden tijdens het spitsuur fietsen geteld. Stonden er in 2016 nog minder dan 290 fietsers aan elk kruispunt, dan zijn dat er in 2018 een 320-tal.
Verder trekken er elke dag 356.000 pendelaars naar Brussel. 6 op de 10 komt uit Vlaanderen, 4 op de 10 uit Wallonië. 74.000 Brusselaars werken niet in het Brussels Hoofdstedelijk Gewest. 30 procent trekt naar Wallonië, 70 procent naar Vlaanderen.