Amerikaans president Joe Biden heeft opdracht gegeven om nog eens 15 miljoen vaten vrij te geven uit de Amerikaanse strategische oliereserves. Omdat deze vrijgave niet de laatste zal zijn, maakte hij plannen bekend om de al stevig geslonken voorraden opnieuw aan te vullen.
Amerikaanse strategische oliereserves slinken, maar Biden blijft uit die voorraad putten

Waarom is dit belangrijk?
Stijgende olieprijzen op de internationale markten en een gebrek aan steun vanwege voormalige bondgenoten als Saudi-Arabië hebben ook in de VS de prijs aan de benzinepomp de hoogte ingeduwd. Met de tussentijdse verkiezingen in het verschiet willen de Democraten absoluut scoren bij de bevolking. Maar de ononderbroken verkoop van olie uit de strategische reserves om de prijs te drukken botst op Republikeins verzet.De essentie
- De Amerikaanse president kondigde woensdag in een toespraak aan de benzineprijzen te willen temmen. In augustus had Biden het nog over de “snelste daling in meer dan tien jaar tijd”, als gevolg van vrijgaven uit de strategische reserves. Dat is niet langer het geval. Brandstofprijzen stegen met 60 procent sinds Biden ambtsaanvaarding. Een gallon (3,79 liter, red.) kost nu iets minder dan 4 dollar.
- Biden spreekt de Strategic Petroleum Reserve, ‘s wereld grootste noodvoorraad olie, aan om de prijzen te doen dalen. Dat gebeurt na het besluit van OPEC+-landen vorige week om de olieproductie te verminderen.
De gevolgen
- Analisten denken dat de vrijgave de benzineprijzen in de VS zal doen dalen. De Amerikaanse olieproductie bedraagt zo’n 1 miljoen vaten per dag. Echter zal de impact hiervan op de globale oliemarkt beperkt blijven.
- Republikeinen tekenen sowieso voorbehoud aan. Volgens hen “daalt de voorraad nu tot gevaarlijk lage niveaus”. De reserve beschikt nog over 409 miljoen vaten ruwe olie, nooit eerder sinds 1984 was de voorraad lager. Het Witte Huis heeft plannen om de reserves opnieuw op te bouwen eens de prijs daalt tussen de 67 en 72 dollar per vat. Vandaag kost een vat zo’n 83 dollar.
- Biden vraagt oliemaatschappijen ook om de prijzen aan de pomp te verlagen. Olieleveranciers verdienden vroeger zo’n 90 cent per gallon benzine, vandaag is dat bijna 1,40 dollar. Maar het belasten van overwinsten wordt – in tegenstelling tot in de EU – al snel als anti-business gepercipieerd. Geen president die dat etiket opgeplakt wil krijgen.
Wat nu?
- Het vertrouwen in de markten zal wellicht toenemen. Door een adviesprijs te vermelden, geeft het Witte Huis nu het signaal dat de VS koper zijn voor die prijs. Toch sluit Washington ook geen verdere beperkingen op export uit. “Alle opties blijven op tafel liggen om de binnenlandse bevoorrading te verzekeren.”
(as)