Amerikaans senator Bernie Sanders beëindigt zijn campagne om presidentskandidaat voor de Democratische Partij te worden. Nu staat niets meer in de weg van Joe Biden om de Democratische nominatie in de wacht te slepen, en het in november tijdens de presidentsverkiezingen op te nemen tegen Donald Trump.
De exit van Sanders is het sluitstuk van een rollercoaster van een campagne. Na drie solide resultaten op rij in de eerste staten die hun stem uitbrachten in februari, leek de nominatie zo goed als op zak. Eind februari schoot zijn voornaamste tegenstander Biden dat momentum aan flarden met een overtuigende overwinning in de staat South Carolina.
Sindsdien schaarden gematigde keizers zich rond de voormalige vice-president Joe Biden. De campagne van Sanders werd zoals in 2016 tegengewerkt door het establishment van de Democratische Partij. Kandidaten zoals Elizabeth Warren, die geen schijn van kans meer had op Super Tuesday, verkozen om pas na die belangrijke verkiezingsdag op te geven. Daardoor gingen veel progressieve stemmen die potentieel naar Sanders konden gaan, de vuilbak in.
Warren heeft ook steeds geweigerd om haar keizers op te roepen om voor Sanders te stemmen. Nochtans behoren ze beiden tot de progressieve factie van hun partij. Bovendien heeft het programma van Warren veel meer raakvlakken met dat van Bernie Sanders, dan met de plannen van Biden.
Het vertrek van Sanders is een harde klap voor Amerikaanse progressieven. De opkomst van Sanders tijdens de presidentsverkiezingen van 2016 dwong de democratische partij de koers naar links bij te stellen op thema’s zoals gezondheidszorg, klimaatverandering en economische ongelijkheid.