Chinese aannemers hebben het voorbije jaar bijna een kwart van alle inkomsten uit internationale bouwopdrachten kunnen innen. Die stijging was nagenoeg volledig te koppelen aan de infrastructuurprojecten die het Chinese Belt & Road Initiative in de ontwikkelingslanden ontplooit. Dat blijkt uit een rapport van de industriële publicatie Engineering News-Record.
Vastgesteld werd daarbij dat grote Chinese aannemers het voorbije jaar 118,9 miljard dollar aan grensoverschrijdende omzet hebben gerealiseerd. Dat betekende volgens het rapport nagenoeg een verdrievoudiging tegenover tien jaar geleden.
Top tien
Engineering News-Record stelde onder meer vast dat Chinese aannemers in Afrika 60 procent van alle inkomsten uit internationale bouwprojecten realiseerden. In de rest van Azië haalden de Chinese groepen eveneens een aandeel van 40 procent. Daarnaast bleken Chinese bedrijven de wereldwijde ranglijsten voor transportinfrastructuur, elektriciteitsproductie en fabrieksbouw aan te voeren.
Tussen de tweehonderdvijftig grootste internationale aannemers van de wereld staan inmiddels zesenzeventig Chinese bedrijven. In totaal verzamelde deze groep 486,9 miljard dollar buitenlandse inkomsten. De Chinese bedrijven hadden daarin een aandeel van 24,4 procent procent.
Dat betekent een sterke groei tegenover tien jaar geleden, toen de lijst vijftig Chinese aannemers met een gezamenlijk marktaandeel van 11 procent telde. China Communications Construction Corporation (CCCC) is de grootste Chinese internationale aannemer. Het bedrijf ontving vorig jaar 22,7 miljard dollar aan buitenlandse inkomsten.
Dat garandeerde de onderneming in de ranglijst van Engineering News-Record een derde plaats. Power Construction Corporation uit China en China State Construction Engineering Corporation haalden eveneens de top tien.
De Spaanse groep Actividades de Construcción y Servicios (ACS) voert de ranglijst aan, gevolgd door het Duitse concern Hochtief. De top tien omvat verder ook nog het Oostenrijkse bedrijf Strabag, de Franse groep Bouygues, het Zweedse concern Skanska en de Spaanse onderneming Ferrovial. De eerste Belgische groep is Jan De Nul op een 57ste plaats, gevolgd door Besix (64ste).
Financiering
De opkomst van Chinese aannemers blijkt vooral in de energiesector, waar deze ondernemingen in het verleden nauwelijks een aanwezigheid hadden. “Omdat de Chinese bouwbedrijven in eigen land op een enorme vraag kunnen rekenen, krijgen ze veel mogelijkheden om knowhow op te bouwen,” merken waarnemers op.
“Dezelfde bedrijven tonen zich bovendien ook genereuze financiers voor de landen die van hun diensten gebruik maken. Dat is een manier om nog meer orders binnen te halen. Onder meer een groot spoorwegproject in Kenia werd door dergelijke Chinese leningen gefinancierd, al werd later wel gewag gemaakt van een schuldenval.”
“Met zijn grote financiële slagkracht kan China voor grote bouwprojecten biedingen indienen zonder met de nood aan winstgevendheid rekening te moeten houden,” aldus de waarnemers.