Nadat de Belgische inflatie enkele maanden onder de doelstelling van de Europese Centrale Bank was gedoken, sprong die in februari opnieuw boven de symbolische grens van 2 procent. Ook de komende maanden kan die opnieuw aan kracht winnen. Het Federaal Planbureau heeft de inflatieprognose voor dit jaar alvast naar boven bijgesteld.
Terugblik: Het Belgische inflatiecijfer was in oktober gezakt tot 0,35 procent. In de daaropvolgende maanden steeg dat cijfer stelselmatig, maar bleef het onder de ECB-doelstelling van 2 procent. Daar kwam vorige maand verandering in. De consumentenprijzen waren toen met gemiddeld 3,2 procent gestegen in vergelijking met een jaar eerder.
- De heropflakkering in februari was het gevolg van veranderingen in de energieprijzen. De inflatie van de afgelopen maanden werd telkens vergeleken met die van een jaar eerder, tijdens de piek van de energiecrisis.
- In januari 2024 was energie bijvoorbeeld 22,3 procent goedkoper dan het jaar ervoor, waardoor de inflatie beperkt bleef. Maar in februari was energie slechts 5,3 procent goedkoper dan vorig jaar. Daardoor lag het inflatiecijfer in die maand hoger.
In het nieuws: Het Federaal Planbureau verwacht dat de inflatie dit jaar zal uitkomen op 3 procent.
- Daarmee ligt dat cijfer hoger dan bij de voorgaande prognose. Toen ging de overheidsinstantie nog uit van een gemiddelde jaarinflatie van 2,8 procent.
- Voor 2025 blijft de verwachting onveranderd op een gemiddelde jaarinflatie van 1,8 procent.
Impact op de lonen
Duiding: Een inflatie die opnieuw aan kracht wint, kan resulteren in een snellere indexering van de lonen en uitkeringen. Zodra de spilindex wordt overschreden, worden die (in de meeste gevallen) aangepast aan de stijgende levensduurte. Het Federaal Planbureau gaat er weliswaar nog altijd van uit dat dat dit jaar één keer zal gebeuren.
- Volgens de huidige prognose wordt de spilindex overschreden in april. Als gevolg daarvan zouden de sociale uitkeringen in mei 2024 en de wedden van het overheidspersoneel in juni 2024 met 2 procent aangepast worden aan de gestegen levensduurte.
- De volgende overschrijding van de spilindex wordt pas verwacht in maart 2025. Dat is een maandje vroeger dan bij de voorgaande prognose. Als gevolg daarvan zouden de sociale uitkeringen in april 2025 en de wedden van het overheidspersoneel in mei 2025 opnieuw met 2 procent aangepast worden aan de gestegen levensduurte.
Zoom in: Wanneer de spilindex wordt overschreden, ziet ook het merendeel van de mensen die in de privésector werken hun loon stijgen. Wanneer en hoe dat gebeurt, is afhankelijk van het paritair comité waaronder je valt. De indexering kan op verschillende manieren gebeuren.
- Indexering op een onbekend tijdstip, bij het bereiken van een ‘spil’ of een drempel. De hoogte van de indexering ligt vast, en bedraagt vaak 2 procent. De wedden van de ambtenaren en de sociale uitkeringen indexeren dus op die manier, net als de lonen van de werknemers in de scheikunde, of in de gezondheidssector. De indexering gebeurt sneller of trager, naarmate de inflatie hoog of laag is.
- Indexering op een vast tijdstip, met onbekend percentage. De hoogte van de indexering varieert in functie van de inflatie.
- Een voorbeeld: De lonen in PC200, het aanvullend paritair comité voor bedienden, worden één keer per jaar aangepast aan de gestegen levensduurte. Dat gebeurt bij de start van het nieuwe jaar. Als er het voorgaande jaar meerdere indexeringen waren, worden die in één klap toegekend.