Opvallend: premier De Croo en minister van Buitenlandse Zaken Lahbib, maar evengoed ook opnieuw Di Rupo, lunchen morgen met de Congolese president Felix Tshisekedi en zijn uitgebreide delegatie, in de marge van de opening van de Algemene Vergadering.
Het belang dat gehecht wordt aan de goede contacten, op diplomatiek niveau, met de voormalige kolonie, is duidelijk: “Als het over centraal Afrika en de Grote Meren gaat, wordt nog steeds naar ons land gekeken, qua expertise en terreinkennis”, zo is bij Belgische diplomaten te horen. En de Congolese pers, traditioneel massaal aanwezig in New York, smult van zoiets: een Belgische premier blijkt ook voor hen altijd een aantrekkingspunt.
Meteen organiseert minister Lahbib ook samen met de Congolezen en de Europese Commissie hét Belgische diplomatieke evenement voor de VN-opening: “Hoe de straffeloosheid op vlak van seksueel geweld aanpakken?” Zeker in centraal Afrika is dat een brandend actueel thema.
Discussie over herstelbetalingen blijft sluimeren
Deze zomer nog trok een trosje Belgische Kamerleden naar Congo, op een wat omstreden dienstreis. Maar die was volgens voorzitter Wouter De Vriendt (Groen) “absoluut nuttig”.
Terwijl de koning in het voorjaar met een erg groot gezelschap naar Kinshasa reisde, en daar speechte, waarbij hij spijt betuigde, maar geen excuses aanbod, is de Kamer al langer op Congo aan het werken. De Congo-commissie heeft als doel het koloniale verleden grondig uit te spitten, en de relatie met Congo te ‘resetten’, zonder dezelfde fouten te maken. Eén daarvan: misschien geen ‘orde van Leopold II’ meer als ereteken gebruiken, iets wat diezelfde Kamer wél van plan was tot de zomer, tot daarover verontwaardiging opstak.
Maar de echte vraag ten gronde blijft of die Commissie op het eind met aanbevelingen komt, waaronder het meest cruciale punt: herstelbetalingen. Duitsland deed dat met hun ex-kolonie Namibië, maar in België blijft het een controversieel punt. Meteen ook de reden waarom er wél koninklijke spijt, maar géén koninklijke excuses te horen waren in Kinshasa, eerder dit jaar: de juridisch-financiële gevolgen van een schuldbekentenis kunnen groot zijn.
Meteen kwam de Kamercommissie zo in een politieke controverse: nadat ze al erg veel experten hoorden in Brussel, besliste ze ook zelf naar Congo, Rwanda en Burundi af te reizen. Maar de oppositie haakte af: “Het bezoek aan Congo past volgens ons in een paarsgroen intentieproces om op kosten van de burger naar herstelbetalingen en boetedoening voor ons koloniaal verleden te gaan zoeken. De Vlaming mag niet uiteindelijk de rekening betalen”, zo stelde N-VA’er Tomas Roggeman in juni. Ook Vlaams Belang zat op die lijn.
Vervelender voor Groen-fractieleider Wouter De Vriendt, die de Congo-commissie voorzit, was dat ook Open Vld vanuit de meerderheid afhaakte: de reis naar Congo, op moment dat er een energiecrisis in Europa is, was “te duur en geen meerwaarde”. “Er zijn op dit ogenblik echt wel andere prioriteiten”, zo stelde Egbert Lachaert (Open Vld). De Vlaamse liberalen willen ook niets weten van mogelijke herstelbetalingen.
Begin september trok De Vriendt dan toch met zijn Commissie naar centraal Afrika: drie landen, op negen dagen. Naast de groenen waren er ook een PS’er, iemand van PVDA, en van cd&v mee. Parlementsleden van MR en Vooruit haakten af om praktische en familiale redenen.
“We kregen unanieme appreciatie voor deze missie, we werden ontvangen op ministerieel niveau. Dit werkbezoek is een teken van respect voor de drie landen, het koloniaal verleden enkel in België bespreken zou getuigen van paternalisme”, zo stelt die achteraf.
Hij stelt ook dat “België een historische verantwoordelijkheid heeft ten opzichte van deze landen, gelet op het koloniaal verleden. (…) Jammer dat niet iedereen dat belangrijk vindt, zeker voor een land als België moet open blik op de wereld er altijd zijn. Ik weiger mee te doen aan navelstaarderij. Andere landen, zelfs de VS, kijken nog altijd naar België als het daarover gaat. Er zijn heel wat parlementaire missies waar je kunt discussiëren over het nut ervan…maar dit was een absoluut tegenvoorbeeld.”