Er staat 23 miljard meer op de Belgische spaarboekjes dan in 2019, dat blijkt uit de jaarcijfers van de Nationale Bank. Dat is meer dan normaal, maar het plaatje is niet zo rooskleurig als het lijkt.
We spaarden met zijn allen 21 procent van ons beschikbare inkomen tijdens de pandemie in 2020. Dat is goed voor 23 miljard euro en dat is meer dan in 2019. In tijden van crisis pot de Belg op, dat is duidelijk. De laatste keer dat de spaarquote zo hoog lag, was in 2009 na de bankencrisis.
Sparen in crisistijden
Normaal sparen we zowat 13 procent van ons inkomen, het is gaat dus echt om een significante sprong. Maar dat is ook logisch, klinkt het bij de Nationale Bank. Door de quarantainemaatregelen konden we ons geld eenvoudigweg niet uitgeven. Tegelijk hielden de coronamaatregelen van de Vlaams en Federale regering het inkomen op peil.
Maar dat is niet voor elk gezin het geval, nuanceert de Nationale Bank zelf. Een opdeling van de gemiddelde inkomens, leert dat wie in een kwetsbare sector zit, zoals toerisme, logischerwijze een grote impact voelt. De toeristische sector en horeca liggen, net zoals de evenementsector, sinds maart quasi plat.
De horecagezinnen lijden
Wie een gezin vormt met minstens 1 gezinslid in de horeca, ziet het inkomen gemiddeld met 29 procent zakken. Er is een buffer voorzien van de overheid voor de vaste kosten en een deel vervangingsinkomen, maar er zijn ook doorlopende kosten. Een eigen buffer opbouwen is een moeizaam proces en na enkele maanden zijn veel uitbaters door het eigen spaargeld.
Dat is nog niet te zien aan de terugbetalingen van de leningen. Opnieuw logisch, de overheid staat banken toe om leningen tijdelijk op te schorten als er impact van de coronacrisis is. Die maatregel loopt al zeker tot juni van dit jaar. De Nationale Bank vreest nadien wel voor een golf aan wanbetalingen.
Lees ook: