Belg kan veel minder sparen dan tijdens de coronacrisis

Belg kan veel minder sparen dan tijdens de coronacrisis
(Photo by Julian Stratenschulte/picture alliance via Getty Images)

Uit cijfers van de Nationale Bank van België (NBB) blijkt dat de Belgen vorig jaar 12,5 procent van hun inkomen opzij konden zetten. Dat is fors minder dan in 2020. Tijdens het coronajaar kwam de zogenaamde spaarquote uit op 20,5 procent.


Wil je op de hoogte blijven van alles wat er zich afspeelt in de financiële wereld? Niels Saelens, een journalist met een passie voor financiën, volgt alles op de voet op. Via deze link kan je je inschrijven op zijn wekelijkse nieuwsbrief.


Waarom is dit belangrijk?

De Belgische inflatie was in oktober gestegen tot een verpletterende 12,27 procent. Gezinnen moest toen meer betalen voor gas- en elektriciteitsverbruik, waardoor ze minder geld op het spaarboekje konden parkeren. Intussen zijn de energieprijzen gezakt, maar zitten de voedselprijzen in de lift.

In het nieuws: Ons spaarvermogen is aanzienlijk afgenomen in vergelijking met twee jaar geleden.

  • De Belgische spaarquote bedroeg vorig jaar 12,5 procent, tegenover 20,5 procent in 2020 en 17 procent in 2021. In het laatste kwartaal van 2022 was dat cijfer zelfs gedaald tot 10,8 procent, het laagste niveau van de voorbije 25 jaar.
  • Vorig jaar konden we evenveel sparen als in 2019, net voor de start van de gezondheidscrisis. Toen kwam de spaarquote uit op 12,4 procent.

Waarom kunnen we minder sparen?

Inflatie: Door de oorlog in Oekraïne zijn de energieprijzen afgelopen jaar immens gestegen, wat de inflatie de hoogte injoeg.

  • Toen waren de consumentenprijzen met maar liefst 10,3 procent gestegen op jaarbasis. Op het hoogtepunt – in oktober – bedroeg de geldontwaarding zelfs 12,27 procent.
  • De prijstoename was voornamelijk het gevolg van de gestegen energieprijzen. De regeringen in ons land hebben toen verschillende maatregelen, waaronder het basispakket energie, genomen om de toegenomen gas- en elektriciteitsprijzen ietwat binnen de perken te houden. Toch moesten veel consumenten alsnog naar hun spaargeld grijpen om de energiefacturen te kunnen betalen.
  • De hoge energieprijzen hebben ook het prijskaartje van tal van andere producten de hoogte ingejaagd omdat producenten de extra kosten doorrekenen aan de eindgebruiker. Daarnaast was het prijskaartje van verscheidene grondstoffen voor basisproducten, waaronder tarwe, door het militaire conflict in Oekraïne gestegen.
  • Dankzij de automatische loonindexering is het beschikbare inkomen vorig jaar wel met gemiddeld 7,2 procent gestegen. Die toename was weliswaar te beperkt om de inflatie bij te benen. “De finale consumptieve bestedingen laten in 2022 een forse stijging optekenen (+13,1 procent) die ruim uitkomt boven die van het beschikbaar inkomen van de gezinnen, wat zwaar weegt op hun spaarquote”, aldus de NBB.
  • Belangrijke kanttekening: Tijdens de coronacrisis konden we door de aaneenschakeling van lockdowns minder geld spenderen aan onder meer vrijetijdsactiviteiten en restaurantbezoeken. Daardoor was het mogelijk om een groter deel van ons inkomen opzij te zetten, wat meteen ook verklaart waarom de spaarquote twee jaar geleden zo hoog lag.

Winstmarges bedrijven slinken

Tot slot: Hoe zit het bij de bedrijven en de overheid?

  • De koopkrachtcrisis had ook een impact op de bedrijven. De brutowinstmarge, het deel van de toegevoegde waarde dat overblijft na de betaling van de lonen en de belastingen op productie, is gezakt van 44,2 procent in het vierde kwartaal van 2021 naar 43,1 procent in 2022. De NBB voegt er wel aan toe dat de marges historisch gezien hoog blijven.
  • Het overheidstekort kwam vorig jaar uit op 3,9 procent van het bruto binnenlands product, tegenover 5,5 procent in 2021.

(evb)

Meer premium artikelen
Meer

Ontvang de Business AM nieuwsbrieven

De wereld verandert snel en voor je het weet, hol je achter de feiten aan. Wees mee met verandering, wees mee met Business AM. Schrijf je in op onze nieuwsbrieven en houd de vinger aan de pols.