Bedrijven hebben mond vol van klimaat, maar snappen probleem niet door gebrek aan kennis aan de top

Hoewel steeds meer bedrijven ambities op vlak van klimaat en milieu uitspreken, is er een ontstellend gebrek aan kennis en expertise aanwezig in de bestuurskamers om die ambities in concrete plannen te gieten. Dat blijkt uit een doorlichting van de 100 grootste Amerikaanse bedrijven door het Stern Center for Sustainable Business van de New York University.

Die 100 bedrijven zijn in totaal goed voor 1.188 bestuurders. Een schamele 6 procent daarvan had ‘relevante geloofsbrieven’ op vlak van milieubescherming in de breedste betekenis van het woord. Maar als het gaat om het klimaat, zakt dat percentage helemaal in elkaar tot 0,3 procent.

De kans is klein dat die percentages aanzienlijk beter zijn bij de bedrijven die net buiten die top 100 vallen. Dat staat in schril contrast met de zowat 1.500 bedrijven die volgens de cijfers van nieuwsdienst Bloomberg allemaal doelstellingen hebben geformuleerd om CO2-neutraal te worden. Slechts een fractie daarvan heeft dat in een concreet plan gegoten, waarbij de deadline doorgaans 2050 is.

Lees ook: De opwarming van de aarde zou snel kunnen stabiliseren als netto-uitstoot nul wordt, zeggen wetenschappers nu

De kans is klein dat daar snel beterschap in komt met de huidige samenstellingen van de bestuurskamers. De conclusie van Tensie Whelan, directeur van het Stern Center, is dan ook vernietigend. ‘De raden van bestuur in de VS lijden onder een ontoereikende expertise op vlak van leefmilieu, sociale zaken en deugdelijk bestuur’, klinkt het.

De studie beperkt zich niet tot een geanonimiseerd helikopteroverzicht. Twee bedrijven worden expliciet naar voren gehaald als voorbeelden van ‘good practice’ en ‘bad practice’.

Dow Chemical top, Amazon flop

De goede leerling van de klas is een verrassende naam: Dow Chemical. Niet meteen een bedrijf dat je associeert met een goede milieuscore. Toch blijken daar drie van de twaalf bestuurders een gedegen achtergrond in milieukwesties te hebben, onder meer bij het Amerikaanse milieuagentschap EPA.

Aan het einde van het spectrum vinden we een van ’s werelds grootste bedrijven, Amazon. Het bedrijf van oprichter Jeff Bezos heeft in alle voor deze studie relevante domeinen nochtans belangrijke activiteiten. Dat gaat dan van privacy en databeveiliging over personeelsbeleid tot milieuproblematiek rond transport en verpakkingsafval.

Ondanks die grote ‘blootstelling’ komt Amazon niet verder dan 2 bestuurders (op de 11) met enige geloofwaardigheid in de bestudeerde thema’s. Het gaat dan om een voormalige medewerker van de Amerikaanse minister van Energie, en een bestuurder met ervaring in ‘community development’. Sinds de afronding van de studie kwam daar wel nog voormalig Pepsi-CEO Indra Nooyi bij, die op vlak van milieu en duurzaamheid heel wat werk verzette bij de frisdrankenreus.

Dunne spoeling competente bestuurders

Tussen die twee uitersten is echter nog veel werk aan de winkel. Het probleem is om bestuurders te vinden die de juiste competenties in huis hebben. Een expert in milieukwesties die geen voeling heeft met het aansturen van een multinational, is ook niet meteen een geschikte kandidaat-bestuurder. De spoeling is dus dun.

Whelan schetst het traject dat bedrijven best volgen. Het is vooral zaak om de voornaamste uitdagingen in kaart te brengen. Niet elk bedrijf heeft dezelfde CO2-voetafdruk, om maar iets te noemen. Eenmaal daar de prioriteiten in vastliggen, kan de juiste expertise gezocht worden. ‘Op bestuursniveau kan je kijken naar voormalige CEO’s die van klimaat- en duurzaamheidsthema’s hun kernfocus hebben gemaakt’, zegt Whelan tegen Bloomberg. ‘Zoals Paul Polman, de voormalige topman van Unilever. Hij liep echt voorop in deze thema’s op bedrijfsniveau.’

Meer