Bedrijfswagen blijft jonge werknemer aanspreken

Ook de werknemers en sollicitanten van de jongste generaties geven nog steeds blijk van een sterke interesse in bedrijfswagens. Dat blijkt uit een rapport van het mobiliteitsplatform Mobia (Febiac, Renta en Traxio), in samenwerking met Link2Fleet en Smartprofile, op basis van een enquête bij 248 vlootverantwoordelijken van Belgische ondernemingen over de interesse in bedrijfswagens, de switch naar elektrificatie, de impact van de fiscaliteit en de populariteit van het mobiliteitsbudget.

Waarom is dit belangrijk?

Bedrijfswagens blijven in België bijzonder populair. Volgens 68 procent van de ondervraagden hebben jonge werknemers en sollicitanten wel degelijk nog altijd interesse in een bedrijfswagen. Amper 11 procent zegt dat er bij de nieuwe generaties op de arbeidsmarkt geen belangstelling in een bedrijfswagen kan worden opgemerkt, terwijl 21 procent zich niet kan uitspreken.

Auto blijft eerste keuze: De auto blijft ook momenteel de eerste keuze op het vlak van individuele mobiliteit, ondanks een forse daling van het aantal afgelegde kilometers. Tegenover drie jaar geleden zijn de afgelegde afstanden met 25,3 procent gedaald.

  • De onderzoekers merken dan op dat de bedrijfswagen een bijzonder aantrekkelijk instrument blijft om talent aan te trekken. Het onderzoek geeft aan dat deze aanpak ook bij jongere generaties werkt.
  • De overstap naar uitstootvrije wagens blijkt echter minder evident. Over vier jaar mogen in België alleen nog emissieloze bedrijfswagens worden toegewezen. “Er wordt dan ook al volop aan elektrificatie gewerkt”, stippen de onderzoekers aan.
  • Voor vlootmanagers vereist deze aanpak volgens de studie echter een steeds complexere oefening. “Ze dienen immers voortdurend het juiste evenwicht te vinden tussen de budgetten die door de bedrijven zijn vastgelegd, de tevredenheid van de werknemers en de noodzaak van de – duurdere – elektrificatie”, luidt het.
  • Wel geeft het rapport aan dat de bedrijven hun werknemers steeds meer naar elektrificatie sturen. Daarbij wordt er op het gebied van brandstof minder keuzevrijheid gelaten.

Laadinfrastructuur: Verder wordt door het bedrijfsleven massaal in laadinfrastructuur, hoewel de kosten van de installaties als een belangrijk obstakel worden bestempeld, geïnvesteerd.

  • Het rapport geeft aan dat al bijna driekwart van de ondervraagde bedrijven laadstations in gebruik heeft. Bij de vorige enquête bleek slechts de helft van de ondernemingen over laadinfrastructuur te beschikken. Er wordt aan toegevoegd dat ook de kleine en middelgrote ondernemingen die beweging volgen.
  • Verder heeft 56 procent van de bedrijven al geïnvesteerd in een laadpaal bij de werknemers thuis. Hier blijkt een sterke toename geregistreerd te kunnen worden. Drie jaar geleden had amper 14 procent van de ondernemingen een dergelijke uitgave gemeld. Het jaar daarop was dat opgelopen tot 33 procent.

Mobiliteitsbudget: De onderzoekers merken tenslotte nog op dat in het jongste rapport een duidelijke tweedelige strategie rond de mobiliteit van werknemers tot uiting komt.

  • Onder invloed van de introductie van het mobiliteitsbudget kan er naast het streven naar elektrificatie immers tevens een toenemende bereidheid worden opgemerkt om ook andere vormen van vervoer ter beschikking van de werknemers te stellen.
  • Vastgesteld werd dat 30 procent van de bedrijven vandaag al onder een of andere vorm een mobiliteitsbudget aanbiedt. Nog eens 37 procent van de respondenten geeft aan dit concept in de toekomst te willen invoeren.
  • “Niet verrassend is dat de fiets als eerste alternatief of aanvulling voor de auto naar voren komt, op de voet gevolgd door maatregelen die thuiswerk bevorderen”, merken de onderzoekers op. “Op de derde plaats komt het openbaar vervoer.”

(as)

Meer
Auto