“Wat ik niet zal doen, is De Croo opvolgen om de dictaten van de PS te volgen. Anders is de rijkdom ook in Vlaanderen tegen 2029 volledig verdwenen. Status quo is het ergste wat Vlaanderen kan overkomen.” Op Radio 1 zaterdag trok N-VA-voorzitter De Wever nog eens een lijn.
Niets nieuws onder de zon zou u dan denken, maar voor de interne keuken van N-VA vooral toch niet onbelangrijk: de oude discussie of de N-VA eerder een beleidspartij is, die federaal moet meedoen, of een aanbodpartij, die op haar strepen staat, desnoods in oppositie, is niet weg. “Je voelt dat sommigen neigen naar hoe dan ook meestappen federaal, in een regering, los van wat er met te staatshervorming zou gebeuren”, zo lichtte een kopstuk een paar weken geleden toe.
Die discussie lijkt De Wever nu al expliciet te willen beslechten. Want hij doet de deur dicht naar een deal met de PS, als die niet zou gaan over het confederalisme. “De Belgische begroting is slecht en wordt alleen maar slechter”, zo maakte De Wever een vernietigende analyse. Het contrast met Vlaanderen is groot, te groot. “In 2027 zullen we een mooi structureel overschot hebben.”
“Als men in Franstalig België wil leven als een Scandinaviër, dan moet men werken als een Scandinaviër. Als men wil werken als een Zuid-Italiaan, dan moet men ook leven als een Zuid-Italiaan”, zo trok De Wever door.
Daarbij schoot hij op “de hoogste ambtenarenpensioenen”, “de gratis medische hulp voor nieuwkomers in ons land” en “een kunstenaarsstatuut van 100 dagen werken en de rest van het jaar werkloos zijn”. “Eeuwig werkloos zijn, kan enkel nog bij ons (…) Het Vlaamse spaargeld smelt weg en dat smeltwater vult de putten van wie niets heeft”.
In die omstandigheden is het bijzonder onwaarschijnlijk dat de N-VA opnieuw in een Zweeds experiment stapt: een regering die geen staatshervorming bevat, maar wel een sociaal-economisch rechts programma, met de MR van Georges-Louis Bouchez. Vooral intern is dat een belangrijk signaal, voor de N-VA-achterban én de top, waar sommigen wel treuren om het verlies van een ministerpost.
Het maakt meteen duidelijk hoe moeilijk het in 2024 zal worden, om een federale coalitie op de been te krijgen. Want meteen ging Bouchez in de tegenaanval: “Bart De Wever doet iets heel raars, vind ik. Politiek is wiskunde en gaat over het aantal volksvertegenwoordigers dat je nodig hebt om hervormingen te kunnen goedkeuren. Maar vandaag is daar geen meerderheid voor. Bart De Wever weet dat niemand anders daarover wil spreken”, zo stelde Bouchez in het Frans op “De Zevende Dag“.
In 2020 wilde De Wever ook al geen coalitie maken met de MR, die bijzonder koele minnaars zijn van een verdere staatshervorming. Dat ligt anders bij de PS, waar men wel de analyse maakt, achter de schermen, dat de deelstaten meer versterkt moeten worden. Alleen is Magnette als de dood om over te komen als een ‘potentiële bondgenoot’ van De Wever.
De opbouw naar 2024 wordt dan ook interessant: de openlijke vijandigheden tussen PS en N-VA zullen op een bepaald moment alleen maar toenemen, terwijl achter de schermen net een lijn moet opengehouden worden, als men samen nog iets wil doen. Het alternatief is opnieuw Vivaldi, een coalitie die nu al compleet op haar tandvlees zit.
Opvallend, op dat vlak: de ‘belofte’ van Bouchez, in die Zevende Dag, om een maand lang te zwijgen, ten aanzien van de regering. “Als je de kranten leest, is het precies of alles wat fout loopt mijn schuld is. Ik heb bijna zin om te zeggen, goed, doe maar, probeer maar, doe het maar eens een maand zonder Georges-Louis Bouchez”, zo sprak hij in derde persoon over zichzelf. “Het is een kerstcadeau dat ik aan mijn collega’s geven, gedurende één maand zal ik niets meer zeggen”. Wait and see.