Een wat bijzonder debat aan de UGent, waar professor Carl Devos het “niet over beleid” ging hebben in een verkiezingsjaar, maar waar hij graag het politieke bedrijf zelf onder de loep nam. Dat leidde tot erg veel politique politicienne, nog maar eens de gekende standpunten, onder meer over staatshervorming, maar ook een paar interessante ontboezemingen.
- Zeker toen het over de toon en stijl van de politiek ging, en “of die verhard was”? Want onder meer Annelies Verlinden (cd&v), als nieuwkomer meteen tot minister gemaakt, had daarover haar beklag gedaan in recente interviews. “En ook Valerie Van Peel (N-VA) verlaat de politiek”, zo voegde men toe aan het lijstje.
- Daarbij kreeg Raoul Hedebouw (PVDA) toch de kwestie van Siegfried Bracke (N-VA) voorgeschoteld. De PVDA heeft immers een online petitie lopen over de “graaipensioenen van Bracke en Herman De Croo (Open Vld)”. Bracke eist al langer dat die offline gehaald zou worden, via de rechter. Hij sleept zo de partij PVDA, maar ook de krant Het Nieuwsblad voor de rechter en eist schadevergoeding. Daarbij had hij het over ”een digitale schandpaal die manifest en grof de grenzen overschrijdt van wat voor een politieke partij geoorloofd is”.
- “Waarom hebben wij Siegfried Bracke aangepakt? Hij heeft zélf dat pensioen onderhandeld, en alle partijen zaten mee aan tafel. Het moet gedaan zijn met die privileges, met die voorkeursbehandeling. De politiek is niet hard geworden, het is het leven van de mensen die het moeilijk hebben, dat hard is geworden”, zo stelde Hedebouw.
- En opvallend genoeg gaf even later De Wever de PVDA-voorzitter gelijk op dit punt. “Jullie hebben het recht om Bracke aan te vallen, zo gaat dat in de politiek. Ik vind het onbegrijpelijk wat Siegfried doet, hij doet aan politiek, dan ben je een legitiem doelwit van je tegenstanders.”
- En ook De Wever ging niet mee in het discours dat de politiek verhard zou zijn: “Dat is gewoon niet juist. Er is geen verruwing in de zeden, maar er is wel een grote gevoeligheid. Dat is zelfs positief, dat je rekening houdt met elkaars eigenheid. Fundamenteel is onze stiel niet verhard, maar eigenlijk zelfs softer geworden.”
- Vlaams Belang-voorzitter Tom Van Grieken wees erop dat het toch ook politici zijn, die steeds meer in hun communicatie buiten de lijnen kleuren: “Als je systematisch de clown uithangt, dan denk je na een tijd dat je in een circus werkt”, zo gaf hij een oneliner. “Het zijn de politici die de burger niet meer serieus nemen. Ze lachen u uit in uw gezicht, met dat cordon sanitaire, je mag stemmen wat je wil, maar het beleid verandert nooit.”
- Daarop sprong De Wever meteen in de dans: “Ik heb oneindig veel liever iemand in een partij die eens zot doet, die zich als een dragqueen verkleedt, dan iemand die gewoon zot is, die bij het extreemrechtse Gouden Dageraad in Griekenland gaat, of bij gifgasmoordernaar Assad in Syrië op de koffie gaat. En die blijft u dulden in uw partij hé”, zo verwees De Wever naar Filip Dewinter (Vlaams Belang).
Robots
- Rousseau, die zelf behoorlijk onder vuur ligt met het recente PV wegens vermeende racistische uitspraken, ging wel mee met de redenering van de vraag rond ‘verruwing in de politiek’: “Als je van politici verwacht dat het enkel robots zijn die in kostuum rondlopen en alleen maar wetten stemmen, en verder nooit geen fouten maken, dan moet je dat maar doen. Maar ik ben zo niet”, zo leek hij al een verdediging op te bouwen voor later deze week, wanneer hij over het bewuste onderzoek na z’n cafébezoek zal communiceren.
- De Wever stond naast hem nochtans te knikken en z’n vinger op te steken. “Heb jij jezelf nu net een robot genoemd?”, vroeg Rousseau met wat ongeloof. Hij ging verder met z’n discours, waarbij hij zich toch de volgende zin liet ontvallen: “Ik voel zelfs dat men jaloers is, omdat men zelf niet gevraagd is als een masked singer”. Dat zette een stortvloed van grappende reacties in gang bij zijn collega-voorzitters.
- Maar Rousseau maakte vooral z’n eigen redenering af: “Maar wat verwacht je dan zelf van politici? Dat je tussen het volk staat? Dat je gewone dingen doet? Op café gaat, en naar festivals? Maar je kan wel op geen enkel moment nog jezelf zijn? Maar als je in die vijf minuten vrije tijd niet meer mag doen wat je graag doet? Ja, dan weet ik het niet meer hoor.”
- Overigens werd het nog even spannend tijdens de vragenronde van de studenten. Niet zozeer toen UGent-rector Rik Vandewalle op wat beschamende manier plots rechtveerde in de zaal, om een micro te kapen en meer geld voor de universiteiten te eisen, maar wel toen de heldere vraag uit de zaal kwam met wie Hedebouw dan coalities zou gaan maken?
- Hijzelf kwam niet veel verder dan “met de linkse partijen, zoals Ecolo en Groen, en ook met de socialisten”. “Wij hebben in Zelzate al onze eerste beleidservaringen opgedaan”, zo verwees hij naar de coalitie die hij daar heeft met Vooruit.
- Daar sprong De Wever heftig op, om de vraag aan Rousseau te stellen: “Zijn voor Vooruit de communisten een legitieme bestuurspartij of niet? Gaat u met hen na de verkiezingen opnieuw coalities maken?”. Daarbij raakte hij nog eens aan “tegen elk cordon sanitair te zijn”, “je moet ze de kans geven om te veranderen”. “Maar het gebrek aan politieke hygiëne, waarbij het met uiterst rechts niet mag, maar met uiterst links wel, stoort mij mateloos. Ofwel ben je proper op uw eigen, ofwel ben je vuil”, zo wierp hij Rousseau voor de voeten.
- Die blokte af: “Lokaal zijn ze dat in Zelzate voor ons wel. En laten we voor 2024 de kiezer nog beslissen? We zullen dat na de verkiezingen wel zien”, zo hield Rousseau het vaag.
- “Mijn principes en waardes worden niet door verkiezingen bepaald. Nu niet, nooit niet”, zo stelde De Wever.
- Daarop kon Van Grieken niet anders dan nog eens reageren, over dat cordon sanitaire. Daarbij voelt de Vlaams Belang-voorzitter zich gesterkt door peilingen, die wijzen op een grote meerderheid van de Vlamingen, maar zeker van de N-VA-kiezers, die dat cordon weg willen. “Als u misschien iets meer korter in de geschiedenis zou zien, zou u zien dat radicaal rechtse partijen als de mijne en conservatieve als de uwe wél kunnen samenwerken. In Nederland leverden ze gedoogsteun, in Oostenrijk vormden ze een regering, in Italië zitten ze nu samen in een coalitie. En zijn daar de grondrechten dan plots geschonden?”