Grote autofabrikanten zetten vol in op een nieuw verdienmodel: consumenten laten betalen voor een abonnement op (extra) functionaliteiten in de auto, zoals stoelverwarming of een flitspaalmelder. Ze verwachten er in de toekomst een groot deel van hun inkomsten mee te kunnen verdienen.
Stel je voor: je koopt een nieuwe auto, 0 kilometer op de teller, nog vol van die frisse nieuwe-autogeur. De vriendelijke autoverkoper schotelt je een ‘zacht prijsje’ voor, goed voor jarenlang zorgeloos rijplezier.
Vroeger was daarmee de kous af, maar de kans is groot dat je er in de komende jaren nog een vraag bij krijgt: wil je daar een abonnementje bij? Bijvoorbeeld voor je stoelverwarming? Dat kost je slechts 19 euro per maand.
Abonnement voor alles
Belachelijk? Nee hoor, want autoverkoper BMW doet dit nu al in Nederland. En niet alleen bij stoelverwarming. Zo is daar ook stuurwielverwarming (11 euro per maand), real time traffic information (62 euro per jaar), BMW-driverecorder, (15 euro per maand), driving assistant plus (39 euro per maand), flitspaalalert (6 euro per maand), en de grootlichtassistent (9 euro per maand). En dan hebben we nog niet alles genoemd. Soms kun je het onbeperkt afkopen, maar vaak ook niet.
BMW staat hier niet alleen in. Veel grote automerken proberen dit soort abonnementsmodellen uit. Zo testte Toyota een extra functie voor de draadloze sleutel, en ook merken als Cadillac, Volkswagen, Porsche, Audi en Tesla experimenteren.
Potentiële goudmijn
Het gaat in de meeste gevallen om kleine bedragen per maand, maar voor de fabrikanten is het een potentiële melkkoe. General Motors, het concern achter merken als Hummer en Saab, verdiende vorig jaar omgerekend bijna 2 miljard euro aan dit soort abonnementen, en verwacht dat dit tegen 2030 is gegroeid tot zo’n omgerekend 24,5 miljard euro per jaar. General Motors had in 2021 een totale omzet van omgerekend 124,7 miljard euro.
Bij andere autofabrikanten zijn de verwachtingen net zo hooggespannen. Zo zei de grote baas van Ford eerder dit jaar nog dat hij denkt dat Ford in 2030 omgerekend maar liefst 19,7 miljard euro per jaar verdient aan abonnementen.
Consument gaat niet altijd mee
Toch is het voor automerken nog zoeken waar de balans ligt. Zo moest BMW vorig jaar een mea culpa doen, en een geïntroduceerd abonnement weer schrappen. Het Duitse automerk introduceerde in 2020 een abonnement om in de auto gebruik te kunnen maken van Apple CarPlay. Naast de installatiekosten wilde het bedrijf 78 euro per maand van de koper om de feature te kunnen gebruiken.
Daar kwam enorme kritiek op, versterkt door het feit dat Apple CarPlay in veel andere, goedkopere automodellen gratis beschikbaar is.
Noodzaak voor fabrikanten
Voor autofabrikanten zijn deze nieuwe inkomstenbronnen nodig omdat de verwachting is dat we in de toekomst minder snel een nieuwe auto nodig hebben. Vanaf 2030 mogen er geen nieuwe benzineauto’s meer worden verkocht, en een elektrische auto gaat veel langer mee.
“Als auto’s minder snel worden afgeschreven, verkoopt de fabrikant minder nieuwe auto’s”, aldus ING-econoom Rico Luman. De inkomsten die daardoor wegvallen, moeten ergens worden terugverdiend. Nu worden er nog volop elektrische auto’s verkocht, omdat we aan het begin van de transitie zitten. Maar aan die periode komt een einde als een groot deel van het wagenpark elektrisch is.
Hoe lang gaat een elektrische auto mee?
Volgens Rico Luman gaan elektrische auto’s langer mee dan auto’s met een verbrandingsmotor. “Een elektrische auto heeft minder draaiende onderdelen dan een reguliere benzinemotor, er kan dus minder kapot gaan.” Daarnaast gaan de batterijen van elektrische auto’s minder snel achteruit dan werd gedacht. Volgens Luman zijn er nog geen harde cijfers beschikbaar, onder andere omdat de eerste Tesla’s pas tien jaar oud zijn. “Maar dat elektrische auto’s langer meegaan, dat staat wel vast.”
Meer functies achter betaalmuur
Met name Tesla ziet een goede business in het abonnementsmodel. De fabrikant van elektrische auto’s heeft consumenten al laten wennen aan een auto die constant updates krijgt. En langzaam masseert het bedrijf bij de consument het idee in dat zij daar ook geld voor moeten neertellen.
Zo was de eerste lichting Tesla’s nog kosteloos verbonden met het internet. Maar in 2018 werden voor nieuwe Tesla’s de meeste features, zoals toegang tot internet en het streamen van muziek, achter een betaalmuur van 10 euro per maand gezet. Alleen zaken zoals de FM-radio en navigatie bleven onbeperkt gratis beschikbaar.
Tot begin deze week: Tesla maakte bekend dat dit voorheen onbeperkte pakket nu gaat gelden voor acht jaar. Ofwel: na acht jaar moet je 10 euro per maand overmaken aan Elon Musk, anders kun je mogelijk geen radio meer luisteren in de auto. Koop je een tweedehands Tesla van zeven jaar oud (en die is opgeleverd na 20 juli 2022)? Dan zou het zomaar kunnen dat je een jaar lang gratis gebruik kunt maken van de radio; daarna wordt het tijd voor een abonnementje.
Gaat de consument dit pikken?
Of de consument het allemaal slikt, dat durft econoom Luman niet te zeggen. “Wat ik wel weet: als je een auto koopt waar een bepaalde functionaliteit wél ingebouwd zit, maar je kunt die niet gebruiken, dan is dat vervelend. Dus word je als consument een beetje gedwongen om ervoor te betalen, anders mis je die functionaliteit. Dat is vanuit de fabrikant gezien een sterke uitgangspositie.”
Ook merkt hij op dat mensen die voor dit soort nieuwe, geavanceerde modellen kiezen, vaak leaserijders zijn of mensen met een groot budget. Het zijn niet de mensen met een smallere beurs. Pas als er een levendige markt is voor tweedehands elektrische auto’s, gaat het gros van de mensen hiermee worden geconfronteerd.
