De Argentijnse vice-president en voormalig president Cristina Fernández de Kirchner heeft op donderdagavond ternauwernood een moordaanslag overleefd, omdat het wapen van haar aanvaller om onbekende redenen was vastgelopen. De man, die in Brazilië is geboren en tot Argentijn is genaturaliseerd, is door de politie opgepakt.
De dramatische gebeurtenis werd vastgelegd door televisiecamera’s buiten het huis van de vice-president. Daar verzamelen supporters zich al dagen, om te protesteren tegen de beschuldigingen van corruptie die tegen haar waren ingediend bij de rechtbank.
Op een video is te zien hoe de politica haar voertuig verlaat, omringd door aanhangers, wanneer een man een pistool op haar richt. Het wapen lijkt niet te fungeren, waarna de vice-president wegduikt, terwijl mensen rondom haar de schutter overmeesteren.
De Argentijnse president Alberto Fernandez verklaarde dat het wapen was geladen met vijf kogels, maar om een nog onbekende reden was vastgelopen. De aanvaller is door de federale politie geïdentificeerd als Fernando Andre Sabag Montiel en heeft een verleden van wapenbezit.
“Een man richtte een vuurwapen op haar hoofd en haalde de trekker over”, zei Fernandez op de nationale televisie. “Het is een gebeurtenis van ongekende institutionele en menselijke ernst”, voegde hij eraan toe. “De aanslag op Christina Kirchner is de ernstigste sinds het herstel van onze democratie”.
Over het mogelijke motief van Montiel is op dit moment nog niks bekend.
Beschuldigd van corruptie
Christina Kirchner is een vooraanstaande linkse politica en was van 2007 tot 2015 president van Argentinië. Ze zit momenteel midden in een corruptieproces en kwam op het moment van de aanslag terug van de rechtbank. Ze wordt ervan beschuldigd het bouwbedrijf van een bevriende familie te hebben bevoordeeld bij verschillende infrastructurele projecten van de overheid.
Aanklager Diego Luciani eiste vorige week een gevangenisstraf van 12 jaar en een levenslang verbod om politiek te bedrijven. De bekendmaking leidde tot wijdverspreide protesten in het land, onder meer voor het huis van Kirchner in de hoofdstad Buenos Aires.
In haar reactie zei Kirchner dat de aanklachten politiek gemotiveerd waren en dat ze geconfronteerd wordt met “een gerechtelijk-mediatiek vuurpeloton”. Ze ontkent de beschuldigingen.
Extreemrechtse groepering
Uit een reeks audio-opnamen, onderzocht door de Argentijnse politie, blijkt dat een extreemrechtse groepering mogelijk achter de aanslagpoging zat. De Argentijnse inlichtingendiensten geloven dat er een verband kan bestaan tussen de dader en de Federale Revolutie, een extreemrechtse groepering die op 28 augustus openlijk heeft gesproken over het uitvoeren van een soortgelijke aanslag.
De extremistische groepering werd in mei van dit jaar opgericht door de 23-jarige Jonathan Morel, die deelneemt aan audio-opnames die aan de rechtbank zijn overhandigd. De groep heeft deelgenomen aan protesten tegen de regering, waaronder een fakkeloptocht voor het het presidentieel paleis, waarbij een nep-galg werd getoond, waarmee werd geïmpliceerd dat dit het lot was dat Fernández de Kirchner te wachten stond
Schokgolf door Brazilië
De berichten dat de vermeende dader een Braziliaan is, veroorzaakte een schokgolf door Brazilië. Daar groeit namelijk de vrees dat de extremistische retoriek van president Jair Bolsonaro zou kunnen inspireren tot vergelijkbare gewelddadige incidenten.
Het land is exact een maand verwijderd van de presidentsverkiezingen, waarbij Bolsonaro op achterstand staat van zijn bittere rivaal Luiz Inácio Lula da Silva. Die laatste is recentelijk begonnen met het dragen van een kogelwerend vest, uit angst voor een soortgelijke aanval.
Economische crisis
Argentinië wordt momenteel geconfronteerd met een van zijn ergste economische crises ooit. Zo heeft het land te kampen met een inflatie op jaarbasis van 71 procent en leeft zo’n 31 procent van de bevolking in armoede. Het Zuid-Amerikaanse land heeft sinds juli drie ministers van Economische Zaken gehad.
Onderwijl raakt de kloof tussen Kirchner en president Fernandez verder uitgediept. Kirchner is voorstander van een universeel basisinkomen en is van mening dat de overheidsuitgaven flink moeten worden verhoogd, terwijl Fernández juist economische beleidsmakers heeft aangesteld die neigen naar bezuinigingen.
(evb)