Krapte op de arbeidsmarkt vormt een belangrijke bedreiging voor onze economie. En de crisis heeft daar geen verandering in gebracht. Bovendien zal dat probleem de komende jaren alleen maar erger te worden. Het beleid moet dringend gaan focussen op concrete oplossingen voor die krapte.
De coronacrisis was een zware klap voor onze economie en arbeidsmarkt, maar veel sneller dan velen hadden verwacht, botsen we alweer tegen de grenzen van die laatste aan. In de eerste helft van 2020 gingen zo’n 50.000 jobs verloren. Maar sindsdien (tot en met maart 2021) kwamen er alweer 45.000 jobs bij. Bovendien zijn de vooruitzichten vrij goed, in tegenstelling tot allerlei doemverhalen over ontslaggolven die er nog zitten aan te komen. Zo klommen de werkgelegenheidsvooruitzichten in de industrie en de diensten aan bedrijven de voorbije maanden terug naar de niveaus van eerdere conjunctuurpieken. Volgens de enquêtes die Voka samen met o.m. de Nationale Bank organiseert bij de bedrijven zouden er in 2021 nog wel 24.000 jobs verdwijnen in de horeca, de kleinhandel en de evenementen, maar zouden er tegelijkertijd ook 35.000 jobs bijkomen in de industrie, de bouw en de ondersteunende diensten. Doemverhalen over nakende ontslaggolven zouden dan ook beter vervangen worden door een focus op transitie op de arbeidsmarkt.
Nijpende krapte
Bij die nieuwe aanwervingen botsen ondernemingen nu al terug op de krapte op de arbeidsmarkt. Twee op drie van de bedrijven die willen aanwerven geven aan dat ze meer moeilijkheden ondervinden dan gewoonlijk om geschikt personeel te vinden. Voor de helft van die bedrijven gaat het om specifieke profielen, voor de andere helft zelfs om alle personeelscategorieën. Krapte op de arbeidsmarkt was voor deze crisis al één van de belangrijkste hindernissen voor onze bedrijven om te groeien, en corona heeft daar geen verandering in gebracht. Anders dan de grondstoffentekorten die nu in veel sectoren de kop op steken, is die krapte een structureel probleem dat ons groeipotentieel ernstig bedreigt. Zonder ingrijpen zal dat probleem alleen maar verergeren door de demografische dynamiek. Terwijl de bevolking op actieve leeftijd de voorbije 20 jaar gemiddeld met zo’n 30.000 mensen per jaar toenam, zal die in de volgende 20 jaar met 3.000 per jaar afnemen.
Daarnaast dreigen er ook kwalitatief enorme knelpunten te ontstaan die onze groeimogelijkheden onderuit halen. Van de nieuwe afgestudeerden in het hoger onderwijs in België heeft amper 17,5% een diploma in wetenschappen-wiskunde, ICT of ingenieur op zak, het laagste niveau in Europa. Dat wordt een probleem voor de grote transformaties op vlak van digitalisering, klimaat en energie die ons te wachten staan.
Werkgelegenheidsconferentie
De federale regering plant in september een grote werkgelegenheidsconferentie. Die kan maar best volledig in het teken staan van hoe we kunnen vermijden dat de krapte op de arbeidsmarkt de komende jaren ons groeipotentieel uitholt (dat is voorlopig nog niet het geval). Zonder geschikte mensen wordt het immers heel moeilijk om welvaartsgroei te realiseren. Dat vereist een beleidsaanpak op verschillende sporen: maatregelen om de grote groep niet-actieven te activeren, extra inspanningen voor opleiding, een bijsturing van ons onderwijs… Werk genoeg voor die grote werkgelegenheidsconferentie.
De auteur Bart Van Craeynest is hoofdeconoom bij Voka en auteur van het boek Terug naar de feiten