ANDERS BEKEKEN: onze eigenzinnige kijk op de actualiteit
Van Aert of van der Poel. Wout of Mathieu. Niets verhit de gemoederen zo in onze contreien als de vraag wie de Ronde van Vlaanderen zal winnen. De wielerexperten die we rijk zijn in ons land houden het sporadisch op een gelijkspel maar neigen nu alsmaar meer naar de granieten Lillenaar. Dit is opvallend want de laatste vijf jaar bestond er geen enkele twijfel over wie de sterkste was. Het was al ‘MVDP’ dat de klok sloeg. Topcommentatoren Wuyts en Herygers, die het veldrijden op een beklijvende manier tot leven brengen, hadden loftuitingen tekort om de ‘Vliegende Hollander’ te beschrijven.

De grootste reden dat van Aert favoriet is vandaag, komt voort uit zijn uitzonderlijk palmares in 2020. Wielercommentatoren uit binnen- en buitenland zijn vooral verbaasd over zijn indrukwekkende polyvalentie. Berggeit in de hoogste bergen, sprinter in waaierritten, tijdrijder op alle parcours. Er is niets dat de man niet kan, en dit notabene na zijn spectaculaire terugkeer na een zwaar ongeval in de Tour van 2019, waar terecht gevreesd werd voor een ‘fin de carrière’.
Van der Poel zag de bui al hangen in het begin van dit eigenaardige seizoen toen hij dominant de Container Cup won, maar waar op het fietsonderdeel bleek dat van Aert 10 seconden sneller reed en gemiddeld 500 watt trapte. Het is al de ultieme onbereikbare droom van elke wielertoerist om 10 seconden 500 watt te trappen, laat staan 4 minuten. Het leek allemaal banaal op dat moment, maar insiders in de omgeving van van der Poel merkten dat dit een staatszaak voor hem en zijn vader was, en terecht zo zou blijken. Adrie begon zelfs te beweren dat je de twee niet met elkaar moest vergelijken, waarschijnlijk om zijn zoon alvast wat in bescherming te nemen.
Veel fundamenteler dan die éne overblijvende koers in 2020 is echter de evolutie die we de volgende jaren mogen verwachten van beide renners en hier zit van der Poel met een torenhoog probleem.
Topatleten zijn een ras apart. Om aan de top te geraken zijn er heel wat factoren die spelen. Laten we ze één voor één overlopen.
Uitstekende genen
Van der Poel is duidelijk in een bad met toverdrank gevallen met een vader die zelf grote koersen heeft gewonnen, maar ook van Aert heeft een oom die profwielrenner is geweest.
Gelijkspel
De razende wil om te winnen
Willen winnen, slecht slapen als je verliest, alles laten voor dat éne doel, die éne overwinning. Je kan moeilijk zeggen dat die brandende ambitie bij één van de twee niet bestaat. Zij ontploffen figuurlijk als ze derde zijn of godbetert tweede.
Gelijkspel.
Geluk
Een factor die dikwijls vergeten wordt is een grote dosis geluk. Sterjournalist Malcolm Gladwell heeft hier in zijn bestseller ‘Outliers’ een opvallende analyse van gemaakt. Het kan bijvoorbeeld van je geboortedag afhangen of je in een nationale selectie wordt opgenomen en niet te maken hebben met je talent. Er zijn omzeggens geen Canadese ijshockeyers die geboren zijn in de laatste maanden van het jaar omdat alle selecties gebeuren op jaartal. Zij die geboren zijn in januari zijn gewoon veel sterker dan deze die in december het levenslicht zagen. Het duo heeft het geluk dat hun ouders hen hebben gemotiveerd en beiden leven in wielergekke landen die hun jeugd volop kansen geeft. Een van Aert uit Ethiopië moet al eerst een koersfiets op de kop kunnen tikken om dan op zoek te moeten gaan naar een strookje tarmac.
Gelijkspel
De 10.000-uur regel
The Beatles hadden al op hun 20ste verjaardag 10.000 uren muziek gespeeld. Bill Gates had 10.000 uren geprogrammeerd op zijn 21ste verjaardag. Tiger Woods had op zijn 12de die kaap gerond. Van Aert en van der Poel zijn notoire trainingsbeesten en hebben van jongs af aan de pees erop gelegd. Hun Strava-gegevens geven aan dat geen enkele opoffering voor hen te veel is.
Gelijkspel
Op basis van die eerste vier criteria kan je eigenlijk bijna geen onderscheid tussen hen maken.
Maar dan begint het pas. Uit de biografieën van ‘s werelds meest begaafde of beruchte sporters – die Newsweek dit voorjaar besprak (waaronder Federer, Armstrong, Nadal en misschien wel de meest getalenteerde sporter ooit Tiger Woods), blijken er nog twee factoren te spelen waar van Aert duidelijk beter scoort dan zijn eeuwige nemesis.
Durf om te veranderen, zelfs als het goed gaat
Tiger Woods won als eerstejaarsprof zijn eerste Open met 12 slagen verschil. Dit is te vergelijken met Pogacar die met 20 minuten voorsprong als debutant de Tour wint. En toch stond de toen 21-jarige jongeman de volgende dag na zijn overwinning op en besliste hij om zijn lange slag volledig aan te passen omdat hij meende dat die gewoon niet goed genoeg was. Vervolgens won hij gedurende 18 maanden geen enkel tornooi meer omdat het zolang duurde om een oude gewoonte af te leren. Die lef wierp zijn vruchten af. Daarna won hij 10 jaar omzeggens alles en sloeg hij 20 tot 30 meter verder dan al zijn concurrenten.
Wout van Aert was de ster in de ploeg van Nick Nuyens maar hij besefte dat hij in die ploeg niet zijn volle potentieel als wielrenner kon ontplooien.
In dat kader kan je de verandering van de übergetalenteerde Federer even hoog inschatten. Voor de Zwitser de Australian Open in 2017 voor de zesde keer won, na 5 jaar zonder overwinning in Grand Slams, maakte hij van een verplichte break gebruik om een nieuw racket te testen en zijn backhand helemaal te herwerken. Zijn ballen zoefden vervolgens 88 cm in plaats van 97 cm over het net, een tenniswereld van verschil.
Wout van Aert was de ster in de ploeg van Nick Nuyens maar hij besefte dat hij in die ploeg niet zijn volle potentieel als wielrenner kon ontplooien. Hij prefereerde een arbeidsrechtszaak met potentieel grote boetes én een psychologisch rotjaar om naar zijn droomploeg Jumbo-Visma te gaan waar hij veel beter zou worden begeleid en de zorg zou krijgen die hij meende nodig te hebben in deze fase van zijn wielercarrière.
Van der Poel daarentegen heeft altijd zijn zin gedaan en niemand heeft hem ooit een duimbreed in de weg gelegd. En waarom zou hij ook veranderen. Hij won toch alles. Hij was – en tot nader order is – de beste veldrijder, de allerbeste mountainbiker en ook op de weg was hij op weg om een nieuwe De Vlaeminck te worden … tot hij in 2020 niet meer alles won en in zich in de haren krabt bij de vaststelling dat zijn eeuwige aartsrivaal zoveel sterker en vooral matuurder is geworden.
Overwinning van Aert
Meedogenloos voor je omgeving
Deze eigenschap sluit dicht aan bij de vorige. Toppers durven op elk moment, en vooral als het zeer goed gaat, hun omgeving te bruuskeren door een coach op straat te zetten, een caddie opzij te zetten of afscheid te nemen van een manager. Woods en Federer zijn schoolvoorbeelden maar zelfs topmuzikanten en de allerbeste componisten zochten en zoeken altijd naar betere leermeesters, collega’s of begeleiders. Beethoven was eigenlijk ook een topatleet, die elke discipline onder de knie wou krijgen en daarvoor de juiste leermeester zocht zonder enig omkijken voor loyauteiten met bestaande leraars.
De onbeholpen reactie van Nuyens sprak hier dan ook boekdelen. Het was alsof hij echt niet goed kon begrijpen wat hij Wout van Aert had misdaan. In se had hij ook geen professionele fouten gemaakt maar van Aert wilde gewoon beter worden en geloofde niet dat hij bij de juiste leermeester zat.
Ook hier is van der Poel te gemakzuchtig. Het siert hem dat hij bij de getalenteerde broers Roodhooft blijft maar anderzijds is dit ook een grote rem op zijn carrière. Zij hebben hem tot dit niveau gebracht – waarvoor hij hen hartelijk moet danken – maar als hij nog wil groeien moet hij van zijn hart een steen maken en gesprekken aanknopen met de Sunwebs, Ineos en UAE’s van deze wereld; WorldTour-ploegen die een pak meer ervaring op tafel kunnen leggen en nieuwe trainingstechnieken zullen aanleren aan de Nederlander.
Overwinning van Aert
Misschien zal de winter bezinning brengen voor Mathieu want als wielerliefhebber is het een droom om deze twee topatleten te zien duelleren ‘mano a mano’ zoals Karl Vannieuwkerke zo poëtisch zegt.