Volgens een nieuw rapport van marktanalysefirma Nielsen hebben streamingdiensten in de VS voor het eerst meer kijkers gehaald dan kabeltelevisie. Het is nu de meest populaire manier om naar televisie te kijken.
De omwenteling wordt door analisten al jarenlang verwacht, maar is nu realiteit geworden. Streaming was in juli goed voor 34,8 procent van de kijkers, tegenover 34,4 procent voor kabeltelevisie. Op de derde plaats bevindt zich via de ether uitgezonden televisie, met een aandeel van 21,6 procent.
Opvallend is dat streaming nog altijd sterk is gegroeid tegenover vorig jaar. Tijdens de wereldwijde lockdowns van 2020 zaten mensen thuis vast, waardoor ze toen veel meer keken naar Netflix, Disney+ en andere diensten. Tijdens april van dat jaar werd een toenmalig record gehaald, met 169,9 miljard gekeken minuten per week.
Nu is dat record gebroken, ondanks het einde van de COVID-maatregelen. Volgens Nielsen keken Amerikanen in juli 190,9 miljard minuten per week naar streamingdiensten.
Totale kijkers hetzelfde
Volgens Nielsen kan dat vooral verklaard worden door de grote hoeveelheid content die streamingdiensten uitpompen. Dat terwijl televisiekanalen tijdens de zomer minder zaken hebben om uit te zenden. Voornamelijk de sportwereld ligt tijdens de komkommertijd plat. Bovendien kunnen kijkers uit steeds meer streamingdiensten kiezen.
Uit het onderzoek blijkt ook dat het aantal totale kijkers niet is toegenomen. Mensen zouden simpelweg gemigreerd zijn van kabel naar streaming. Een kanttekening die echter moet worden gemaakt, is dat Nielsen enkel data opvolgt van televisiesets en dat cijfers van kijkers die smartphones of tablets gebruiken niet zijn meegerekend.
Ten slotte toont Nielsen ook aan welke streamingplatforms de populairste zijn. De koploper is nog altijd Netflix, met zo’n 8 procent van het totale aandeel. Maar de competitie doet het ook niet slecht: YouTube heeft een aandeel van 7,3 procent, Hulu 3,6 procent en Amazon Prime wordt door 3 procent van alle kijkers gebruikt.