Amazon, Facebook, Google, Uber… het zijn Amerikaanse bedrijven waarover dagelijks in de westerse media wordt gerapporteerd. Maar wat velen zal verbazen is dat deze techreuzen in China niet of amper actief zijn.
Deze week kondigde ook webwinkel Amazon aan zich per 18 juli uit de Chinese markt te zullen terugtrekken. De cijfers spreken voor zich: in de VS kan Amazon een marktaandeel van 49% claimen, in China… 0,6%.
De Chinese markt wordt duidelijk gedomineerd door lokale spelers, meer bepaald door het duopolie Alibaba (met zijn webwinkel Tmall) en concurrent JD.com. Samen hebben ze 85,3% van de markt in handen.
De verdiensten van Jack Ma’s Alibaba zijn dan ook niet gering. Waar Amazon nooit in is geslaagd, heeft Alibaba wel voor elkaar gekregen: het aantrekken van luxemerken om ze via Tmall te verdelen.
Uit de studie Beauty China 2019 blijkt dat ruim 86% van alle premium-cosmeticamerken een officiële winkel op Tmall uitbaat. 31% heeft zelfs een aanwezigheid op het luxepaviljoen van Tmall. Daarnaast hebben ook grote designermerken als Alexander McQueen, Bottega Veneta, Valentino, Burberry, Tod’s en Versace een online aanwezigheid op Tmall.
Groot in de rest van de wereld, irrelevant in China
Het vertrek van Amazon uit China bewijst nog maar eens dat China een zeer complexe markt blijft voor techbedrijven. Dat is te wijten aan een combinatie van factoren: protectionisme, censuur en een gebrek aan ervaring op de lokale markt.
Google: weg uit China
De Amerikaanse zoekmachine Google verliet China al in 2010. Het bedrijf was gehackt. Ook werd duidelijk dat China er een andere perceptie van vrijheid van meningsuiting op nahield dan men in het Westen gewend was. Google was op dat moment nochtans niet irrelevant in China. Met een marktaandeel van 30% moest het toen enkel onderdoen voor de lokale rivaal Baidu, die toen ongeveer 64% van de markt in handen had.
Of Google nog plannen heeft voor China is niet erg duidelijk. Er is het geheimzinnige Project Dragonfly, maar dat stoot op veel tegenstand binnen het bedrijf zelf en ook binnen de Amerikaanse overheid.
Facebook: weg uit China
Dan is er Facebook, dat op het einde van het voorbije decennium de toegang tot China werd ontzegd. Sindsdien heeft het Amerikaanse bedrijf allerhande pogingen ondernomen om de Chinese autoriteiten van mening te doen veranderen. Maar volgens een aantal waarnemers is het voor Facebook inmiddels echter te laat geworden om in China nog een belangrijke rol te spelen. Facebook werkte zelfs aan een technologie die de Chinese communistische partij zou toelaten om kritiek of andere ongewenste content te blokkeren. Maar al die inspanningen leverden weinig resultaat op. Facebook blijft in China langs de zijlijn staan. Zuckerberg & co moeten toezien hoe Chinese concurrenten zoals Weibo en WeChat de nationale markt inpalmen.
Uber: weg uit China
Ook de alternatieve taxidienst Uber moest ondanks zijn grote ambities in 2016 in China zijn meerdere erkennen in de lokale rivaal Didi Chuxing. De toenemende druk van de Chinese overheid op het bedrijf en een reeks huiszoekingen in zijn kantoren deden het toenmalige management beslissen het land te verlaten. Het bedrijf is echter nog steeds van plan om geld te verdienen in China via zijn belang in Didi Chuxing. Dankzij een aandelenruil werd Uber de belangrijkste aandeelhouder van dat bedrijf in China. Als onderdeel van de overeenkomst bracht Uber zijn Chinese activiteiten in het nieuwe bedrijf in.
Een piste die ook Amazon wil volgen. Met name de Chinese multinationale webwinkel Kaola zou interesse hebben om de activiteiten van Amazon over te nemen. De activiteiten van Kindle in China blijven sowieso bestaan. Kindle wordt door Amazon zwaar gepromoot op Tmall.
Chinese bedrijven in de VS: niet zo irrelevant
Opmerkelijk genoeg hebben Chinese verkopers wel succes op Amazon in de VS, waar hun aantal sinds 2015 is blijven toenemen. Een jas van het Chinese Orolay was vorig jaar zelfs een van de best verkochte kledingstukken in grote delen van de VS. Vele Amerikanen noemen hem gewoon ‘de Amazon-jas’.