Als u uw kind in zijn eerste drie levensjaren niet hebt gestimuleerd is het waarschijnlijk te laat…

 

Investeren in de eerste drie levensjaren van een kind levert betere resultaten op dan investeringen in eender welk ander levensstadium. Vroege investeringen kunnen ook de ongelijkheid in de maatschappij reduceren. Dat is de conclusie van Simon Kuper van de Financial Times, op basis van economisch, kindergeneeskundig en neurowetenschappelijk onderzoek.

Onze maatschappij is niet geneigd om in te grijpen in het leven van kinderen jonger dan drie jaar, die al te vaak worden overgeleverd aan de genade van slechte ouders. Toch is deze periode volgens uitgebreid onderzoek – waaronder dat van de Nobelprijswinnaar James Heckman – de meest vruchtbare.

In de eerste paar levensjaren maakt het brein elke seconde 700 nieuwe zenuwverbindingen aan. Deze verbindingen vormen de architecturale hersenstructuur die de funderingen legt voor de latere studie-, gedrags- en gezondheidspatronen.

De omgeving waarin deze neurale verbindingen gedurende de babyjaren tot stand komen is van groot belang. Voeding, slaap, sociale relaties en positieve ervaringen zijn goed voor het brein, maar omgekeerd kan blootstelling aan slechte ervaringen zeer verregaande gevolgen hebben.

Als een baby blootgesteld wordt aan geweld,” legt Michael Feigelson van de Bernard van Leer Foundation uit, “zal de cortex – verantwoordelijk voor overleving – overontwikkelen, en de frontale kwabben – verantwoordelijk voor empathie en hogere cognitieve functies – onderontwikkelen.”

De eerste drie levensjaren bezegelen dus het lot van menig kind. Een kind dat later een universiteitsdiploma behaalde kende op zijn derde verjaardag gemiddeld 1.200 woorden. Een kind van steuntrekkers… 400. Die kloof wordt in het later leven slechts zelden gedicht.

De maatschappij moet zich daarom toeleggen op de vroege kinderjaren, schrijft Kuper. Onderzoek als dat van Heckman toont aan dat investering in de eerste drie levensjaren de hoogste returns oplevert. De meeste overheidsprogramma’s negeren nochtans deze periode.

De belangrijkste reden is waarschijnlijk de gedachte dat ouders zelf verantwoordelijk zijn voor de vroege ontwikkeling van hun kinderen. Voor de meeste ouders is dit geen probleem (rijke families gaan hier soms zeer ver in), maar er zijn ook ouders die hun kinderen verwaarlozen of slaan.

Daarom steunt Kuper overheidsprogramma’s zoals die van Jamaica, Pakistan en Peru, waar kinderexperts families bezoeken om hen te informeren over het belang van intellectuele stimulatie voor hun kinderen.