“Als je vrede wil, bereid je dan voor op oorlog”

De voorbije weken steeg de internationale spanning tussen het Westen en Rusland tot een hoogtepunt als gevolg van de grote verzameling van Russische troepen aan de grens met Oekraïne. 

Zowel de Verenigde Staten in Frankrijk zeiden dat een aanval “imminent” was. Woensdag verklaarde de Amerikaanse regering echter dat ze de term “imminent” niet langer zouden gebruiken, omdat “het een boodschap uitdrukt die we niet wilden sturen, namelijk dat we wisten dat de (Russische) president (Vladimir) Poetin een beslissing had genomen.” Dit is ook het gevolg van onvrede in Oekraïne, waar President Zelensky blijkbaar vond dat de Amerikaanse waarschuwingen bijdroegen tot paniek en economische schade. Die laatste stelde dan ook: “Er heerst in het buitenland een sfeer dat hier oorlog is. Dat is niet het geval.”

Wat we weten is dat 100.000 Russische troepen zich hebben verzameld aan de grens met Oekraïne, iets wat volgens de Oekraïense Minister van Buitenlandse Zaken niet volstaat om het land te kunnen binnenvallen. Ook de Amerikaanse analist Fred Kagan stelt dat er toch 175.000 troepen nodig zijn om een dergelijke invasie uit te voeren, gelijkaardig aan het aantal troepen waarmee de V.S. en enkele bondgenoten in 2003 Irak binnenvielen. Bovendien heeft de Russische President Poetin volgens hem minstens 325.000 Russische troepen nodig om in geval van een succesvolle invasie de grote Oekraïense steden in handen te houden, om opstanden neer te slaan. Kagan denkt dat Poetin omwille van de moeizame ervaringen met “urban warfare” in Syrië en de Amerikaanse ervaring in Irak de stap niet zal zetten. Hij is verbonden aan het American Enterprise Institute, dat de Amerikaanse invasie in Irak steunde, en was nauw betrokken bij belangrijke Amerikaanse militaire beslissingen in Irak nadien, dus is op dit vlak toch wel één van de grote experts. 

Er zijn ook minder verregaande opties voor Poetin, zoals de inname van de stad Odessa, maar ook die vergen volgens analisten een bijzonder grote militaire inspanning. Als het de bedoeling was van Poetin om enkel maar wat indruk te maken, om de aandacht af te leiden van zijn tanende binnenlandse steun, die terug op het lage niveau van 2014 zit – net voor de Russische annexatie van de Krim Poetins populariteit omhoog stuwde – heeft hij het zich wel moeilijk gemaakt. Zonder gezichtsverlies kan hij nog moeilijk terug, en ook minder verregaande opties kunnen een escalatie ontketenen. De VS verklaren zich bereid om te spreken over het verminderen van raketten, maar een snelle win levert dat voor Poetin niet op. 

Heeft Rusland een punt over de uitbreiding van NAVO? Eind verleden jaar vroeg Rusland aan NAVO om geen extra troepen en wapens meer in te zetten buiten de landen waar zij zich in mei 1997 bevonden. Polen en andere Oost-Europese landen traden toe tot de NAVO in 1999, wat betekent dat Rusland wil dat de NAVO er niet langer militair actief is. Daarbij wil Rusland ook dat de V.S. geen nucleaire wapens meer ontplooit buiten het eigen territorium – wat dus inhoudt dat de kernwapens die bij ons in Kleine Brogel liggen weg zouden moeten. 

Dit zijn eenvoudigweg extreme eisen, die dus ook de West-Europese veiligheid bedreigen. Bovendien heeft het Westen ook nooit een belofte gebroken ten opzichte van Rusland door NAVO uit te breiden naar het Oosten, zoals Rusland beweert, al kan men misschien argumenteren dat het Westen hier duidelijker over had moeten zijn.

Dat Rusland liever geen NAVO-lidstaat als buur heeft, kan men misschien nog begrijpen, volgens de analogie dat de VS allicht ook liever niet zouden hebben dat Mexico of Canada deel uitmaken van een Chinees militair defensiebondgenootschap, aangezien “defensie” nu eenmaal een rekbaar begrip is, getuige daarvan de NAVO-operatie in Afghanistan. Het grote verschil is echter dat Rusland de desbetreffende Oost-Europese landen wel een halve eeuw bezet en onderdrukt heeft – na hen weliswaar te hebben bevrijd van het Nazi-juk. 

Rusland kan dus misschien beter eerst een halve eeuw geen landen binnenvallen voor het hier recht op klagen heeft. De Russische inval in Oekraïne in 2014 en in Georgië in 2008 liggen jammer genoeg nog vers in het geheugen. 

Betekent dit dat het Westen maar blind moet doorzetten met de NAVO-uitbreiding naar Oekraïne? Strikt volgens de logica van democratische zelfbeschikking wel, met dien verstande dat Oekraïne dan wel nog een lange weg te gaan geeft om het vertrouwen te verdienen om in een onderling defensiebondgenootschap te worden opgenomen, ook al kan met dit in het geval van NAVO-lid Turkije betwijfelen.  

Toch is het allicht beter om in dit geval voorkeur te geven aan “realpolitik”. We mogen het niet eerlijk vinden dat het militair sterke Rusland Oekraïne niet als een echt land beschouwt, maar dit is nu eenmaal een geopolitiek feit. Zo’n overwegingen moesten diplomaten tijdens de Koude Oorlog voortdurend maken, teneinde de weg van het minste kwaad te kiezen. 

Is de Russische bezetting van de Krim en delen van Oost-Oekraïne dan te vergelijken met Nazi-Duitsland dat Sudetenland bezet, en zijn zij die dit goedpraten met de verwijzing dat in die regio’s voornamelijk Russen dan wel Sudeten-Duitsers wonen de nieuwe Chamberlains, die Poetin dan wel Hitler te ver laten komen? 

Historische vergelijkingen zijn vaak onzinnig, ook hier. Poetin vergelijken met Hitler slaat nergens op, alleen al omdat er in Rusland geen jacht wordt gemaakt op specifieke bevolkingsgroepen. Bovendien heeft de Britse toenmalige Premier Chamberlain wel eens kostbare tijd kunnen kopen voor de westerse democratieën om de onvermijdelijke oorlog voor te bereiden.

Wat dan wel?

Aan grootschalige militaire interventies hangt steeds een groot risico vast, zoals de Amerikaanse inval in Irak, die leidde tot het ontstaan van de Islamitische Staat en aanslagen op eigen bodem, aantonen. In het geval van militaire bijstand aan Oekraïne zou westerse bijstand defensief zijn, maar de vraag is of hier veel democratische steun voor bestaat in het Westen. Er is een reden waarom Oekraïne nog geen NAVO-lid is, en dat is het feit dat het land nog te weinig westers is, samen met de terechte vrees dat Rusland het nog meer dan de rest van Oost-Europa als zijn achtertuin beschouwt. Meedoen aan oorlogen zonder democratische steun is een slecht idee. 

Er zijn twee zaken die het Westen wel kan doen. Vooreerst is dat het volgen van het Latijns devies “Si vis pacem, para bellum”, oftewel “Als je vrede wil, bereid je dan voor op oorlog.” Zeker op de Benelux, Duitsland en Zweden, wiens strijdmachten over de afgelopen drie decennia fors verzwakt zijn, is dit meer dan ooit van toepassing. De Belgische Staat rijft zowat de helft van de geproduceerde welvaart binnen, maar verzaakt aan kerntaken, zoals defensie, al is er verbetering op komst. Ook al is meer geld niet de enige oplossing, toch zullen grootschalige besparingen binnen het overheidsapparaat – gaande van de NMBS tot de Vlaamse miljardensteun voor groenestroomcertificaten – nodig zijn om onze militaire slagkracht op punt te stellen. Dat houdt ook het aanwerven van IT’ers en het terugdraaien van de geopolitiek riskante kernuitstap in, en laten we hopen dat onze Duitse bondgenoot, steeds afhankelijker van Russisch gas sinds de falende “Energiewende”, binnenkort ook het licht ziet op dat vlak. Als het inderdaad zo is dat een Russische aanval op Oekraïne de kans op een Russische aanval op ons op lange termijn vergroot, is afschrikking van het Kremlin – tegenwoordig goede vrienden met de nieuwe geopolitieke grootmacht China  – meer dan ooit nodig. 

Ten tweede mogen we niet onderschatten hoe veel Russisch “vuil geld” er in Europa – en dan vooral in Londen in omloop is. Volgens een onderzoek door het Brits Parlement bood de City of London “ideale mechanismen” voor het witwassen van illegaal verdiend geld. Velen in autoritair bestuurde landen – leden van het regime of zij die er dicht bij staan – hebben dan ook hun spaarcenten geparkeerd in het Westen, en soms hebben ze ook een westers paspoort, gezien de onstabiliteit in dat soort landen. Het is een evidentie dat een harde aanpak hiervan ook economische schade bij ons zou veroorzaken, en een rechterlijke toetsing is broodnodig, maar misdaden mogen niet onbestraft blijven enkel en alleen omdat ze in collaboratie met buitenlandse overheden worden gepleegd. Het is dan ook goed om te zien dat het Verenigd Koninkrijk Russische oligarchen gaat sanctioneren in geval van een Russische inval in Oekraïne. 

Voor het VK is dat laatste allesbehalve evident, net zoals het voor België allesbehalve evident zal zijn om de augiasstal van de Belgische overheid uit te kuisen om de eigen defensie weer op peil te brengen. Toch is het nodig.


De auteur Pieter Cleppe is hoofdredacteur van BrusselsReport, een nieuwe webstek die zich richt op nieuws en analyse met betrekking tot EU-politiek.

Meer

Ontvang de Business AM nieuwsbrieven

De wereld verandert snel en voor je het weet, hol je achter de feiten aan. Wees mee met verandering, wees mee met Business AM. Schrijf je in op onze nieuwsbrieven en houd de vinger aan de pols.