De socialistische vakbond is van oordeel dat de federale regering de loonnorm niet bij Koninklijk Besluit (KB) kan vastleggen zolang er binnen de Groep van Tien -waar de sociale partners onderhandelen- geen constructieve dynamiek op gang is gebracht over de verhoging van het minimumloon. Dat zegt het ABVV woensdag na de digitale bijeenkomst van zijn federaal comité. De vakbond dreigt ook opnieuw met acties ‘als er geen positieve perspectieven te noteren vallen’.

Bijna twee weken geleden werd binnen de federale regering een loonakkoord bereikt. Daarbij werd afgesproken dat de lonen in de private sector dit en volgend jaar met 0,4 procent kunnen stijgen, bovenop de index. Ondernemingen die goede economische resultaten behaalden tijdens de coronacrisis kunnen hun werknemers een premie tot 500 euro netto geven.

Negatieve reactie

Maar de vakbonden reageerden al meteen negatief op dat akkoord. De 0,4 procent-loonnorm werd verworpen als zijnde te mager. De vakbonden hekelden ook dat over de extra premie op bedrijfsniveau zou moeten onderhandeld worden. ABVV vindt nu dat die loonnorm niet los kan gezien worden van de onderhandelingen over hogere minimumlonen, die onderhandeld worden binnen de Groep van Tien.

Zolang daar geen “positieve dynamiek” op gang is gebracht, kan het KB niet verschijnen. “De verhoging van het minimumloon moet in 2022 worden ingezet en deel uitmaken van een traject op langere termijn”, klinkt het nog. Eind mei zal door de vakbond een stand van zaken opgemaakt worden.

Het ABVV dreigt daarbij opnieuw met acties in de sectoren en op interprofessioneel niveau indien er tegen dan geen positieve vooruitzichten zijn. De vakbond wil ook dat de loonnormwet die in 2017 werd verstrengd, zou worden herzien.