Sinds het brexitreferendum van 2016 in een definitieve uitstap uit de Europese Unie resulteerde, is het aantal Britten dat zich in een ander Europees land heeft gevestigd met 30 procent gestegen. De helft van hen nam dat besluit binnen de drie maanden na de stemming. Dat blijkt uit een studie van de krant The Guardian.

Tussen 2008 en 2015 verlieten elk jaar gemiddeld 56.832 mensen het Verenigd Koninkrijk om zich in een andere EU-lidstaat te vestigen. Maar tussen 2016 en 2018 is dat gemiddelde gestegen tot 73.642. De cijfers komen uit statistieken van de Organisatie voor Economische Samenwerking en Ontwikkeling (OESO) en Eurostat.

De krant maakt verder gewag van een toename van 500% van de aanvragen voor naturalisatie in een ander land. In Duitsland is zelfs sprake van een stijging van 2.000%, ‘met 31.600 genaturaliseerde Britten sinds het referendum’. 

Volgens Daniel Auer, een van de auteurs van de studie die is uitgevoerd door de Oxford Universiteit in Berlijn en het Berlijnse Centrum voor Sociale Wetenschappen, kan de stijging worden vergeleken met de stijgingen die kunnen worden verwacht wanneer een land wordt getroffen door een grote economische of politieke crisis’.

‘Steeds meer mensen nemen de beslissing om te emigreren om zich te beschermen tegen de meest negatieve gevolgen van brexit voor hun dagelijks leven’, aldus nog het rapport. 

Het grootste verlies voor Britse onderdanen is het vrije verkeer binnen de EU en het gemak om buiten het Verenigd Koninkrijk te kunnen werken’.