In een nieuw deel van “Bye Bye Democracy” kijkt RTBF naar de financiering van partijen en laat de betrokkenen aan het woord. Alleen de MR heeft niet geantwoord op de verschillende vragen, omdat de partij “op dit moment geen mening heeft” en zich concentreert op “de 175e verjaardag van de liberale partij” die afgelopen weekend is georganiseerd. Wat moet je weten?
8 van de 12 partijen zeggen bereid te zijn hun financieringssysteem te herzien, 3 van de 12 willen niet raken aan de uitgaven voor sociale media
Waarom is dit belangrijk?
Politieke partijen ontvingen in 2020 73 miljoen euro van de staat. Tegelijkertijd gaven zij 80,6 miljoen euro uit. Maar partijen hebben ook hun eigen middelen. Sinds de wet van 4 juli 1989 zijn de partijen verplicht hun financiële resultaten bekend te maken. Hieruit blijkt dat de partijen over een oorlogskas van 134 miljoen euro beschikken. Een hervorming van de partijfinanciering staat op de agenda van Vivaldi, hoewel niet iedereen dezelfde mening heeft over hoe het verder moet.De cijfers
- Elk niveau van macht levert een bijdrage. Huis, Senaat, Gemeenschappen, Gewesten en Provincies… elk parlement betaalt de partijen volgens zijn eigen regels, afhankelijk van het aantal leden.
- In het geval van de (federale) Kamer gaat het om een forfaitair bedrag van 125.000 euro, dat in 2020 wordt geïndexeerd op 185.743 euro. Bij dit bedrag komt nog 3,17 euro per stem die naar de partij gaat. Als de partij ook deel uitmaakt van de Senaat (iedereen behalve DéFI), is er een bonus van 74.297 euro bovenop de 1,27 euro per stem.
- Alleen al op federaal niveau hebben de twee assemblees de partijen 9,6 miljoen euro opgeleverd. De waarde van een stem voor 6,5 miljoen kiezers is dus 6,35 euro per jaar. Maar we hebben het hier alleen over het federale niveau en alleen over de financiering van de partijen, niet over de verkozenen.
- Partijen hebben ook eigen middelen: volksvertegenwoordigers dragen een deel van hun inkomen af aan de partijen (retrocessies), leden betalen ook een contributie (de PTB ontvangt op die manier bijna 2 miljoen euro), en er zijn ook inkomsten uit onroerend goed (de N-VA ontvangt jaarlijks 777.000 euro). Donaties aan partijen zijn sinds 1989 beperkt, maar individuen kunnen 2.000 euro per jaar doneren aan hun favoriete partij.
- De N-VA is veruit de rijkste partij met een eigen vermogen van 30,473 miljoen euro. Het wordt gevolgd door de PS (10 miljoen euro), MR (9,9), PTB (9,7 miljoen euro), Vooruit (9,3 miljoen euro), CD&V (9 miljoen euro), VB (8,3 miljoen euro), Ecolo (6 miljoen euro), Open VLD (6 miljoen euro), Groen (4 miljoen euro), cdH (1,8 miljoen euro) en DéFI (387.709 euro).
Herziening financiering partijen
- Alle partijen zijn voorstander van een herfinanciering van de partijen, behalve de PS, CDH en DéFI. Voor de PS is het systeem eerlijk en vertegenwoordigt het de keuze van de kiezers. Voor de cdH en DéFI is het ook een kwestie van overleven. DéFI wil alleen de regels harmoniseren, terwijl de cdH enkele bijkomende waarborgen wil, zoals een beperkt aantal medewerkers afhankelijk van het aantal afgevaardigden, een vermindering evenredig met de begrotingsinspanning die van de bevolking wordt gevraagd, of een identieke financiering voor alle partijen ongeacht hun electorale score.
- De N-VA wil de forfaitaire bedragen in de Kamer bevriezen, de indexering afschaffen, de provincies afschaffen en de regels in elke assemblee harmoniseren.
- Het Vlaams Belang wil de bonus in de Senaat afschaffen en de forfaitaire bedragen in het Huis halveren.
- Ecolo/Groen wil een plafond voor forfaitaire bedragen en variabele bedragen in de Kamer. En de afschaffing van de provincies.
- CD&V, Open VLD, Vooruit en Groen willen een vermindering van de subsidies en andere steun aan politieke groeperingen. De PTB/PVDA wil ze halveren. Vooruit wil ook het aantal parlementsleden verminderen, terwijl Groen de Senaat wil afschaffen.
Uitgaven sociale media
- Er zijn grote verschillen tussen de partijen. Terwijl de N-VA in 2021 meer dan 1 miljoen euro uitgaf aan Facebook en Instagram, het Vlaams Belang 521.000 en de PTB/PVDA 500.000 euro, gaf de PS tot eind augustus slechts 11.415 euro uit. We hebben het over partijkosten en niet over politieke persoonlijkheden die ook hun eigen advertenties maken met geld uit de partijkas. Vergeet niet dat er 7 Belgen in de top 10 staan van Europese politici die het meest uitgeven op Facebook.
- Alleen de N-VA, de PTB/PVDA en het Vlaams Belang willen de uitgaven voor sociale netwerken niet beperken, en het is gemakkelijk te zien waarom.
- De PS wil gewoon een verbod op uitgaven op sociale netwerken tijdens verkiezingsperiodes. En het wil een plafond instellen voor uitgaven buiten verkiezingsperiodes. Dit zal zijn belangrijkste concurrent in de problemen brengen.
- Ecolo/Groen hebben lang campagne gevoerd voor een plafond op verkiezingsuitgaven. Maar de Groenen willen verder gaan door een wetgeving inzake politieke communicatie tegen haatzaaiende taal of populisme of door de toegang tot politieke advertenties te beperken tot een minimumleeftijd. Vooruit volgt dezelfde lijn.
- CD&V en Open VLD willen een uitgavenplafond tijdens verkiezingscampagnes.
“Wat is het verschil tussen een bericht op Facebook en een verkiezingspamflet?” vroeg Georges-Louis Bouchez (MR) zich eind augustus af, geïnterviewd door DH. “Realiseert men zich dat deze bedragen belachelijk zijn vergeleken met wat de partijen aan papieren reclame kunnen uitgeven? In feite is promotie op Internet goedkoop en doeltreffend.” Voor de voorzitter van de MR “hebben sommigen de trein van de communicatie op sociale netwerken gemist.”
Een Facebook-post kan potentieel veel meer mensen bereiken dan simpelweg een pamflet in de brievenbus. Het is overigens economischer, maar het is ook een andere dimensie. Het staat nu vast dat het algoritme van Facebook – zelfs onbedoeld – extreme inhoud bevoordeelt. Facebook campagnes kunnen verkiezingen winnen. De scores van het Vlaams Belang en de PTB/PVDA bewijzen het. De wet van 1989 was logischerwijs verre van in staat zich dit voor te stellen.
(lb)