Het geld dat de Belgen op hun spaarboekje parkeren, is in mei aangezwollen tot 299 miljard euro. Daarmee komt de psychologische kaap van 300 miljard euro heel dichtbij.
In april kwam er neerwaartse knik in de onophoudelijke stijging van de spaarinlagen, tot 296,6 miljard euro, maar dat steeg in mei weer tot 299 miljard euro, een historisch record, zo blijkt uit de jongste cijfers van de Nationale Bank. Het gaat om een stijging met 3,3 procent tegenover mei 2020.
De recordinlagen gaan paradoxaal genoeg hand in hand met historisch lage rentevoeten. Veel spaarboekjes bieden amper 0,11 procent, of het wettelijke minimum voor de gereglementeerde spaarrekeningen, als rendement aan. De spaardrift heeft mogelijk te maken met een vorm van voorzorgsparen of met uitstel van grote uitgaven, zoals vakanties, door coronagerelateerde beperkingen.
Zichtrekeningen
Niet alleen de spaarboekjes, ook de zichtrekeningen bij de Belgische banken zwellen aan, tot 314,3 miljard euro in mei. Dat is 7,4 procent meer dan dezelfde periode een jaar eerder. Er staat dus heel wat snel beschikbaar geld klaar in de Belgische economie.
Lees ook: Drie op de tien Belgen willen beleggen, maar doen het niet wegens gebrek aan info