In de bres voor de zeespiegelstijging: Een dijk van een dijk

Een afsluitdijk van 637 kilometer om de Noordzee heen, van Frankrijk tot Noorwegen: het klinkt als een krankzinnig plan. Maar het lijkt wel een technisch haalbare optie te zijn om Noord-West-Europa te beschermen tegen het stijgende zeeniveau. ‘Als we deze dijk moeten bouwen, hebben we in feite gefaald.’

Door Wim Swinnen

Dat de opwarming van de aarde ernstige gevolgen kan hebben, weet ondertussen het kleinste kind. In het slechtste geval is de zeespiegel in 2500 met tien meter gestegen. Grote delen van België en onze buurlanden zullen dan onder water verdwijnen. Maar daar heeft Sjoerd Groeskamp, oceanograaf aan het Koninklijk Nederlands Instituut voor Onderzoek der Zee, iets op gevonden: de hele Noordzee omdijken. 

Dit wel erg ambitieuze project doopte hij NEED, wat staat voor Northern European Enclosure Dam. Samen met zijn Zweedse collega Joakim Kjellsson wijdde Groeskamp er begin 2020 een artikel aan in het wetenschappelijk tijdschrift Bulletin of the American Meterological Society. ‘Bij mijn weten het eerste peer-reviewed artikel over het indammen van de Noordzee’, aldus Groeskamp.

Fijn, maar hoe denkt hij dit titanenwerk tot een goed eind te brengen? ‘Er zijn twee grote afsluitdijken nodig. De noordelijke tak loopt, met een tussenstop op de Orkneyeilanden, van het meest noordelijke puntje van Schotland naar het uiterste westen van Noorwegen, over een afstand van 476 kilometer. De zuidelijke tak van de dam is 161 kilometer lang en verbindt het meest westelijke punt van Bretagne met het uiterste zuidwesten van Engeland.’

In totaal gaat het om 637 kilometer afsluitdijk.

Volgens Groeskamp is dat technisch haalbaar. ‘Ik sprak erover met een aantal ingenieurs en kreeg geen enkele keer te horen dat het bouwen van deze afsluitdijken niet te realiseren is. Er zijn wel enkele knelpunten. In de buurt van de Noorse kust is de zee meer dan driehonderd meter diep. Dat is een probleem. Maar als we kijken naar de grote dammen in Zuid-Korea en naar de vaste boorplatforms, die tot op vijfhonderd meter diepte worden gemaakt, dan moet een afsluitdijk op een gemiddelde diepte van 161 meter, met een uitschieter van boven de driehonderd meter mogelijk zijn.’

‘Ik kreeg geen enkele keer te horen dat het bouwen van deze afsluitdijken niet te realiseren is. Er zijn wel enkele knelpunten. In de buurt van de Noorse kust is de zee meer dan driehonderd meter diep. Dat is een probleem.’

Groeskamp schat de hoeveelheid zand die nodig is voor het optrekken van de Noordzeedammen op meer dan vijftig miljard ton. ‘Voorts moet er rekening mee worden gehouden dat het bouwen van het laatste stukje dam een extra zeestroming teweeg kan brengen en daar moeten we nog een oplossing voor vinden. Ten slotte is er rond Noorwegen wat meer seismische activiteit. Dat moet meegenomen worden in de constructie, zodat die niet stuk kan gaan.’

Pompen en sluizen

Volgende netelige kwestie: het kostenplaatje. Groeskamp en Kjellsson rekenden uit dat de afsluitdijk twintig meter boven het zeeniveau moet uitsteken. Daarvoor is volgens hun berekeningen een budget tussen 250 en 500 miljard euro nodig. Een prijzige onderneming, jazeker, maar vergeleken met niets doen zijn de kosten juist erg laag, aldus Groeskamp.

‘Beschermen is altijd minder duur dan verliezen. De afsluitdijken zullen, afhankelijk van de mate waarin de zeespiegel stijgt, 25 tot 55 miljoen Europeanen in vijftien landen aan de Noord- én Oostzee rechtstreeks bescherming bieden. Maar indirect hebben ook landen als Oostenrijk er baat bij; ze liggen niet aan zee, maar zijn wel afhankelijk van de aanvoer via de havens van Antwerpen, Rotterdam, Hamburg en Bremerhaven.’

Volgens hun berekeningen is voor zo’n afsluitdijk een budget tussen 250 en 500 miljard euro nodig. Een prijzige onderneming, jazeker, maar vergeleken met niets doen zijn de kosten juist erg laag.

De kosten voor hun project schatten de onderzoekers door die van onder andere de Zuid-Koreaanse dammen te extrapoleren. In hun raming zijn naast het budget voor de bouw van de afsluitdijken ook de kosten ingecalculeerd om al het rivierwater dat nu in de Noordzee stroomt, met gigantische pompen aan de andere kant van de dam te krijgen. Daar staat tegenover dat het verlies aan inkomsten uit de Noordzeevisserij niet is meegerekend, geeft Groeskamp toe, net zomin als de toegenomen kosten voor de scheepvaart over de Noordzee, waarbij men sluizen moet bouwen om de grote havens te kunnen bereiken.

Overigens, wie denkt dat beide onderzoekers het warm water hebben uitgevonden, vergist zich. In 1930 werd in het magazine Modern Mechanics hetzelfde idee geopperd, maar dan wel om meer land voor Europa te creëren. De eerste die eraan dacht om de Noordzee te omdijken teneinde de zeespiegelstijging het hoofd te bieden, was niemand minder dan Johan van Veen, de geestelijke vader van de Deltawerken (verdedigingssysteem, in Nederland, ter bescherming tegen hoogwater van de zee). Hij zou het volgens zijn biografie Meester van de Zee ergens in de wandelgangen tussen neus en lippen hebben gesuggereerd.

In 1986 werkten twee Britse meteorologen een opzet uit dat dicht aanleunt bij de schaalgrootte van NEED. In het ongepubliceerde manuscript 50 Jaar Zonsopkomsten maakt een zekere Peter Cruijff er eveneens melding van. En de jongste variant op dit thema werd uitgewerkt door Deltares, het Onafhankelijk Instituut Voor Toegepast Onderzoek op het Gebied van Water en Ondergrond in Delft.

Drijvende gebouwen

Marjolijn Haasnoot, die bij Deltares en de Universiteit Utrecht onderzoek verricht naar waterbeheer en klimaatverandering, heeft haar bedenkingen bij het meesterplan van Groeskamp en Kjellsson: ‘NEED is misschien de spectaculairste, maar zeker niet de enige oplossing voor de nakende zeespiegelstijging.’

‘Een alternatieve strategie valt onder de noemer “beschermen”, met name door de huidige kust met dijken en keringen op te hogen en te versterken. Daarnaast zal er meer gepompt moeten worden om het water naar de zee af te voeren. Soms zelfs een hele rivier, dus dat vraagt om megapompen. Een andere oplossingsrichting noemen we “meebewegen”. Daarbij geef je meer ruimte aan het water en pas je het landgebruik aan, met onder andere drijvende gebouwen en gebouwen op palen.’

‘De volgende optie is “zeewaarts gaan”, met landaanwinning en kunstmatige, met dammen verbonden, eilanden om een nieuwe en hogere kust te maken. Denk maar aan het plan om Schiphol naar zo’n eiland te verplaatsen.’ Maar de zee gedeeltelijk koloniseren heeft ook nadelen. ‘Er is ontzettend veel zand voor nodig, het is duur en de natuur lijdt eronder. Aan de andere kant kun je wel een extra zoetwaterbekken creëren voor landbouw.’

Het ultieme noodscenario impliceert ‘terugtrekken’. Dat houdt in dat men een deel van de bevolking naar hoger gelegen gebieden laat verhuizen. ‘Historische binnensteden kun je niet zomaar verplaatsen’, realiseert Haasnoot zich. ‘Op een gegeven moment moeten we wel nadenken over het gebied waar we best nieuwe huizen bouwen. Dat in de diepe polders doen, lijkt me op de lange termijn niet zo’n verstandig idee.’

Maar een plan waarbij een groot aantal mensen zou worden gedwongen te migreren, lijkt niet bijster realistisch te zijn. ‘Het zal zonder twijfel gepaard gaan met heel wat trauma’s, een enorm verlies van cultureel erfgoed en wellicht politieke instabiliteit op internationaal niveau’, schat Groeskamp in.

‘Een dergelijke strategie werkt alleen als je samen met bewoners plannen maakt, op tijd anticipeert en aansluit bij andere projecten’, repliceert Haasnoot. ‘Dat hebben we al ervaren bij het project ‘ruimte voor de rivier’. Honderden huizen zijn daarbij verplaatst. Er is recreatie en natuur voor in de plaats gekomen. Op sommige plekken is de landbouwgrond gebleven en zijn de boerderijen op terpen (kunstmatige heuvels, red.) gezet. Bij hoogwater, zoals afgelopen winter, wordt het vee geëvacueerd en stroomt de polder onder.’

R.I.P. Noordzeedieren

Groeskamp en Kjellsson vergeleken hun project met mogelijke alternatieven, waarbij bijvoorbeeld elk land voor zijn eigen bescherming zorgt, en kwamen tot het besluit dat NEED het goedkoopst is en al bij een zeespiegelstijging van enkele meters de meest haalbare en kosteneffectieve oplossing biedt. Bovendien zouden ook elders in de wereld gelijksoortige afsluitdijken kunnen worden gebouwd, bijvoorbeeld in de Perzische Golf, de Rode Zee en de Japanse Zee.

De eerste die eraan dacht om de Noordzee te omdijken teneinde de zeespiegelstijging het hoofd te bieden, was niemand minder dan Johan van Veen, de geestelijke vader van de Deltawerken.

Aan de andere kant is Groeskamp niet te beroerd om toe te geven dat het afsluiten van de Noordzee verregaande ecologische gevolgen heeft. De getijden die slib en voedingstoffen aanvoeren, zullen grotendeels verdwijnen, en daardoor ook vrijwel alle Noordzeedieren. Net zoals het IJsselmeer wordt de Noordzee een bak stilstaand, merendeels zoet water. ‘De natuur, de biodiversiteit en daarmee ook de visserij zullen ingrijpend veranderen. Maar ook andere oplossingen voor het stijgend zeeniveau zullen tot onomkeerbare veranderingen op ecologisch vlak leiden.’

Vreemd genoeg hoopt Groeskamp dat de reusachtige afsluitdijken er nooit zullen komen. ‘Als we ze moeten bouwen, hebben we gefaald. Want dat betekent dat het niet is gelukt om de klimaatverandering een halt toe te roepen. NEED is een waarschuwing. Alleen al ons voorstel om de Noordzee te omdijken kan mensen aan het denken zetten en bewust maken van het gevaar van de zeespiegelstijging. Als er niets of te weinig aan deze dreigende catastrofe wordt gedaan, is ons project misschien wel de minst slechte optie om te voorkomen dat Noordwest-Europa verdrinkt.’

Maar volgens Haasnoot is dat nog onvoldoende onderzocht. ‘Daarvoor moeten de alternatieven eerst beter met elkaar vergeleken worden. En niet alleen inzake de technische aspecten, maar ook wat betreft de maatschappelijke, politieke en ecologische consequenties.’

Meer premium artikelen
Meer

Ontvang de Business AM nieuwsbrieven

De wereld verandert snel en voor je het weet, hol je achter de feiten aan. Wees mee met verandering, wees mee met Business AM. Schrijf je in op onze nieuwsbrieven en houd de vinger aan de pols.