Wie videogames zegt, denkt aan met chips bekruimelde pubers. Maar spelletjes waarbij spelers ook moeten bewegen, kunnen mensen met dementie op fysiek en cognitief vlak ook vooruithelpen, zo blijkt uit een studie van de KU Leuven en ETH Zürich.
Een combinatie van cognitieve en bewegingstraining kan de werking van de hersenen, de mobiliteit en symptomen van depressie verbeteren bij mensen met dementie. Dat concludeert een internationale studie die werd uitgevoerd in woonzorgcentra De Wingerd en het Universitair Psychiatrisch Centrum Z.org KU Leuven. Dit is de eerste keer dat een dergelijke studie werd uitgevoerd.
Bij dementie neemt de hersenfunctie gradueel af, waardoor mensen moeilijker dingen onthouden en hun vaardigheden achteruitgaan. In ons land zijn er naar schatting 194.100 mensen met dementie en worden er jaarlijks worden er 52.100 nieuwe gevallen vastgesteld. Er bestaat momenteel geen medicatie om deze ziekte te genezen.
Maar klinisch onderzoek van wetenschappers van onder andere de KU Leuven en ETH Zürich, suggereert voor het eerst dat een combinatie van cognitieve en motorische training de cognitieve en fysieke vaardigheden van mensen die ernstig beperkt zijn door dementie kan verbeteren.
‘Eerder onderzoek had al aangetoond dat lichaamsbeweging de symptomen van dementie kan vertragen’, zegt professor Davy Vancampfort van de KU Leuven. ‘Deze studie suggereert voor het eerst dat actieve videogames de symptomen van dementie niet alleen kunnen vertragen, maar ook kunnen verlichten.’
‘Exergames’
Om dit te meten, gebruikten de onderzoekers een zogenaamd ‘exergame’: een videospel waarbij ook beweging aan te pas komt. Ze rekruteerden 45 bewoners van de twee woonzorgcentra met een gemiddelde leeftijd van 85 jaar. Alle deelnemers hadden symptomen van ernstige dementie.
De actieve videogame bestaat uit een scherm en een paneel op de grond met vier vakken op. Het toestel meet de stappen, gewichtsverplaatsing en balans van de speler. Stippen op het scherm geven aan op welk vak de speler moet stappen. Zo kunnen ze tegelijkertijd hun fysieke en cognitieve vaardigheden trainen. Als de spelers snel en correct reageren, wordt het spel moeilijker.
De deelnemers werden willekeurig over twee groepen verdeeld. De deelnemers van de eerste groep trainden drie keer per week 15 minuten lang en dit gedurende acht weken. Deelnemers in de controlegroep keken naar muziekvideo’s van hun keuze. Na afloop vergeleken de onderzoekers de motorische, cognitieve en mentale vaardigheden van de deelnemers met dezelfde metingen aan het begin van de studie.
Significante verbetering
Wat bleek? De training verbeterde de cognitieve vaardigheden van de deelnemers, zoals hun aandacht, concentratie, geheugen en oriëntatie. Ze ervoeren ook significant minder symptomen van depressie. Bovendien hadden de actieve games ook een positief effect op de fysieke vaardigheden, zoals de reactietijd.
‘Dit is bemoedigend, omdat de snelheid waarmee ouderen reageren op impulsen belangrijk is om een val te vermijden’, zegt Nathalie Swinnen van de Onderzoeksgroep Aangepaste Bewegingsactiviteiten en Psychomotorische Revalidatie aan de KU Leuven.
Opmerkelijk: de tweede controlegroep ging verder achteruit tijdens de periode van acht weken. ‘We hadden inderdaad verwacht dat de deelnemers die niet trainden met dementie meer kans zouden hebben om achteruit te gaan’, zegt Swinnen.
(lb)