Duitse wetenschappers hebben een draadloos radarsysteem ontwikkeld om beroertes of hartaanvallen vroegtijdig op te sporen.
‘Radiosensoren hebben een groot potentieel om medische onderzoeken handiger, veiliger en efficiënter te maken’, verklaart professor Alexander Kölpin van de Technische Universiteit van Hamburg, die op het idee kwam om deze contactloze technologie ook te gebruiken in de geneeskunde.
Kölpin en zijn onderzoeksteam zijn de eersten in Europa die radarsystemen voor medisch gebruik hebben ontwikkeld en waarmee klinische tests met patiënten zijn uitgevoerd. Met de nieuwe technologie kunnen ze zowel de hartslag als de ademhaling van hun patiënten continu monitoren.
Draadloos
Bij het klassieke elektrocardiogram (ECG), een veel gebruikt diagnostisch hulpmiddel in de cardiologie, wordt de hartslag gemeten met behulp van elektroden en kabels. De radarsensoren zijn daarentegen volledig draadloos.
Beter nog: de radarsensor van Kölpin kan de hart- en ademhalingsfrequenties van de patiënt door kleding, bedovertrekken en zelfs matrassen heen detecteren en de data doorsturen naar de bewakingsapparatuur.
‘Onze sensoren zenden elektromagnetische golven uit die door het lichaam worden weerkaatst’, zegt Kölpin. ‘Het werkt ongeveer als volgt: het bloed dat door het hart wordt weggepompt, reist langs de bloedvaten in de vorm van een pulsgolf, die zich manifesteert als een trilling aan het lichaamsoppervlak. Wij kunnen dit met de sensoren meten en daaruit veel medische aspecten van het hart- en vaatstelsel afleiden.’
Onopvallend doosje
De sensor heeft de vorm van een onopvallend doosje (zie foto) dat onder het ziekenhuisbed gehangen wordt. Die detecteert de kleine verhoging van ons huidoppervlak veroorzaakt door het bloed dat door onze aderen wordt gepompt. De sensoren meten zo nauwkeurig de hartslag, cardiale stress en de polsgolfsnelheid (de snelheid waarmee een bloeddrukgolf zich door de slagaderen verplaatst).
Daardoor kan aderverkalking, en dus het risico op een beroerte, worden opgespoord. Als het hart van de patiënt onregelmatig begint te kloppen of als er ritmestoornissen zijn, slaat het apparaat alarm. Op die manier kunnen artsen veel sneller ingrijpen.
Epileptische aanvallen
Momenteel is het onderzoeksproject gericht op het monitoren van premature en pasgeboren baby’s. ‘We focussen ons in de eerste plaats op epileptische aanvallen’, zegt Kölpin. ‘Er wordt gedacht dat onopgemerkte epilepsie verantwoordelijk is voor 20 procent van alle plotselinge sterfgevallen bij kinderen. Het probleem is dat deze aanvallen bij zuigelingen vaak niet worden gediagnosticeerd omdat ze nog geen motorische aanvallen hebben.’
Doordat de sensoren vanop afstand gebruikt kunnen worden, worden de kinderen continu – en zonder dat ze last ondervinden – nauw in de gaten gehouden om een mogelijk probleem vroegtijdig op te sporen.
Tot nu toe is de recent ontwikkelde hartradar alleen gebruikt op de palliatieve zorgafdeling van een ziekenhuis in de Beierse stad Erlangen. De hartradar kon ongeveer vier dagen van tevoren bepalen wanneer een terminaal zieke patiënt ging sterven.
Lees ook: