Quo vadis Brussel? Dat lijkt de kernvraag te worden van een komende staatshervorming, waar de Vivaldi-ploeg de krijtlijnen wil tekenen tegen 2024. De bevoegde minister van Institutionele Hervormingen, Annelies Verlinden (CD&V), gaf een voorzichtige openingszet door een voorstel van ‘2+2’ te formuleren: richting vier deelstaten dus, maar met Brussel en het Duitstalige gewest als een soort ‘subregio’s’. Een logische opening van de onderhandelingsdans, die meteen een stortvloed aan Franstalige, negatieve reacties op gang bracht: tegenover een verdeelde Vlaamse kant, staat een Franstalig front, zoveel is wel duidelijk.
In het nieuws: Verlinden geeft de openingszet, met een 2+2-model.
De details: Volgende week verwacht CD&V al de lijst met de voor herziening vatbare artikels in de Grondwet.
- De gastcolleges van UGent-professor Carl Devos zijn ondertussen een traditie geworden in de Wetstraat: wie passeert, is meestal toch ergens the man of woman of the hour (het politieke kompas van Devos is op dat vlak haast onfeilbaar) én hij of zij maakt meestal nieuws bij de doortocht in de aula aan de Sint-Pietersnieuwstraat in Gent.
- Deze keer was het dus de beurt aan Annelies Verlinden, minister van Binnenlandse Zaken en CD&V-hoop in bange dagen. Zij liet haar licht schijnen op het communautaire, een luik waar haar partij bij de regeringsonderhandelingen van Vivaldi op aandrong en waar ze als minister voor bevoegd is.
- CD&V staat daarover al langer wat ongeduldig te trappelen in de gang: ten laatste volgende week wil men met de lijst aan artikelen in de Grondwet komen die zouden aangepast kunnen worden in de volgende legislatuur. Dat is meteen het juridische aspect dat nodig is om een volwaardige staatshervorming te kunnen doen in 2024. Maar het is ook een eerste grote test: welke artikelen duidt Vivaldi aan?
- Maar Verlinden gebruikte de lezing in Gent om meteen ook haar, erg voorzichtige, inzage te geven in de visie van CD&V op die staatshervorming. ‘De huidige staatsstructuur is een huis waarvan we ons moeten afvragen of het moet hersteld worden, of simpelweg plat gesmeten. Voor mij is er maar één antwoord: we moeten het opnieuw bouwen.’ Daarbij wil Verlinden ‘zonder taboes’ kunnen werken, om zo oplossingen te vinden.
- Het spoor dat ze zelf bewandelt is interessant: het is het zogenaamde 2+2-model, zoals ze het zelf doopte. ‘We moeten vereenvoudigen. Het 2+2-model of de vier deelstaten worden daarbij weleens genoemd. Ik stel vast dat daarvoor aan twee kanten van de taalgrens bij sommigen enthousiasme bestaat. Omdat het vereenvoudigend kan werken, omdat het duidelijkheid creëert.’
- Het voorstel komt neer op een model voor België met een federale staat, een volwaardige Vlaamse en Waalse deelstaat, en daarnaast de deelgebieden Brussel en Ostbelgien. In het Frans werd dat laatste meteen vertaald als een ‘sous-entité’, een ‘onderentiteit’, wat toch iets anders betekent dan een ‘deelgebied’, het is ‘ondergeschikt’.
- Net dat is ook wel wat CD&V bedoelt. Vandaag zijn er in België 3 gemeenschappen (Vlaams, Franstalig en Duits) en 3 gewesten (Vlaanderen, Wallonië en Brussel). Maar dat moet dus simpeler. CD&V hield tot nu toe erg vast aan het idee van de gemeenschappen én de gewesten. Die eersten, de Vlaamse en Franse Gemeenschap, besturen alles wat cultuur, media en onderwijs betreft in hun taalgebied, en doen dat samen in Brussel. Overigens, om het helemaal moeilijk te maken, heeft Vlaanderen de gemeenschap en het gewest samengebracht in één Vlaamse regering, die dus ook in Brussel over de gemeenschapsbevoegdheden mag regeren.
- Niet toevallig houdt CD&V met Benjamin Dalle (CD&V) die post voor Brussel vast in de Vlaamse regering: zij zijn allerminst te vinden voor het ‘opgeven’ van Brussel en een vermindering van de invloed van Vlaanderen daar.
- Maar dat lijkt Verlinden nu als taboe toch los te laten: een 2+2 model is een eerste stap in de richting van een eenvoudiger constructie, maar dus ook een model waar de Vlaamse invloed in Brussel beperkt wordt. Al wil CD&V dus wel de persoonsgebonden materie in de ‘deelgebieden’ Brussel en het Duitstalige deel niet zomaar aan hen toekennen.
De essentie: CD&V zet zich bewust op een ‘andere koers’ dan N-VA, communautair gezien.
- In de Wetstraat 89, het CD&V-hoofdkwartier, is te horen dat de partij zich toch wil communautair onderscheiden binnen Vivaldi. Maar dat moet wel met een andere koers, uit de schaduw van de N-VA. Die wil CD&V-voorzitter Joachim Coens nog eens gaan kietelen met hun fameus ‘artikel 1’ van de N-VA-statuten: dat Vlaanderen onafhankelijk moet worden. ‘Wat zijn ze nu, separatist of niet? Dat moeten ze dan maar eens duidelijk maken’, zo is te horen.
- Perfect aansluitend daarbij dus het statement van Verlinden in Gent, die toch een zekere liefde voor het federale land uitsprak: ‘Ik ben ervan overtuigd dat België nog toegevoegde waarde heeft. Maar dat betekent niet dat we de deelstaten niet de juiste hefbomen kunnen geven om een goed beleid te voeren. Ik zou het debat oneer aandoen door daar nu al te concrete antwoorden op te geven, maar we zullen moeten nadenken zonder taboes: met de recepten die we tot nog toe geprobeerd hebben, hebben we geen schoonheidsprijs gewonnen.’
- CD&V wil er alles aan doen om N-VA het argument te ontnemen dat zij als grootste Vlaamse partij nodig zijn om mee het land te hervormen. De analogie met 2011 en het Vlinderakkoord, dat leidde tot de zesde staatshervorming, is daarbij niet vreemd: ook toen deed CD&V, onder voorzitter Wouter Beke, het uiteindelijk ‘alleen’ en kwam die staatshervorming er zonder N-VA.
- Interessant overigens is daar dat bij de splitsing van het eerste deeltje van de sociale zekerheid, de kinderbijslag, dat eigenlijk al gegaan is zoals de Franstaligen het straks liefst willen: met in Brussel een eigen ‘Brussels’ systeem dat neigt richting de gewesten, en niet langer via de gemeenschappen.
Het effect: De Franstaligen staan stante pede op hun achterste poten.
- Ook een klassieker in onderhandelingen, het openingsbod van de tegenpartij heftig van tafel vegen. Want hoewel CD&V dus eigenlijk al ver ging door de logica van de gemeenschappen op te geven, werd het voorstel wel bijzonder giftig onthaald aan Franstalige kant.
- Daar maakte men meteen van de ‘sous-entité’ het speerpunt van de tegenaanval. Recent nog legde Paul Magnette (PS), die met z’n grote schaduw over Vivaldi hangt, het idee op tafel om naar vier volwaardige deelstaten te gaan. Dat betekent vooral voor Brussel een fameuze upgrade: weg vanonder het juk van de Vlaamse regering en eindelijk een volwaardig gewest zoals Vlaanderen of Wallonië. Dat zou impliciet ook fors de invloed van de Franstaligen in Brussel uitbreiden: de Vlaamse minderheid krijgt dan wel wat ‘garanties’, maar daarmee moeten ze het doen. Iets heel anders dus dan het 2+2-model.
- Voor de MR is dan weer elke staatshervorming er een te veel, tenzij het zou zijn om België weer te versterken. Tenminste, dat is de strekking die fors leeft bij de MR-vicepremier Sophie Wilmès, zelf uit de Brusselse rand en een aanhanger van een soort belgicisme uit een vorige eeuw. Bij de MR moet men de regionalisten in de Waalse regering gaan zoeken, maar die zitten hier dus niet aan tafel.
- Meteen was het dus vechten aan Franstalige kant om de strafste reactie te mogen geven.
- In Brussel was er Ahmed Laaouej, fractieleider en Brussels voorzitter. Die haalde via Le Soir fors uit: ‘Dit soort voorstellen zijn meer dan een provocatie. Madame Verlinden leeft op een andere planeet als ze denkt dat Brussel een ‘sous-entité’ is.’ En het hoge woord kwam er meteen uit: ‘Dit is een belediging voor de bewoners van Brussel, dit doet denken aan de slechtste ideeën van de N-VA.’ Om nog verder te gaan: ‘Ik durf niet te geloven dat dit een officieel partijstandpunt is. Dit is onaanvaardbaar.’
- Ook de PS-vicepremier Pierre-Yves Dermagne kon het niet laten te tweeten: ‘Deze legislatuur dient om een institutionele hervorming voor te bereiden. Alle bijdragen zijn welkom. Maar een voorstel dat 1,3 miljoen Belgen compleet negeert? Een valse start‘, zo sneerde die naar z’n collega Verlinden.
- Onvermijdelijk kwam er de reactie van Wilmès, die volgens Le Soir ‘meteen haar telefoon had genomen om verduidelijking te krijgen van Verlinden’. ‘Ze heeft me verzekerd dat wat op Belga verscheen niet echt correspondeert met haar voorstel. Zoveel te beter, waarvan akte dan‘, zo reageerde ze parmantig. Haar partijgenoot David Clarinval (MR), samen met Verlinden bevoegd voor Institutionele Hervormingen, heeft ondertussen nog geen enkel voorstel gedaan: zijn rol is grotendeels beperkt tot die van ‘waakhond’ van de MR, om zo weinig mogelijk te hervormen.
- En ook Ecolo, de derde Franstalige partij in Vivaldi, kon niet achterblijven om Verlinden aan te vallen. ‘Brussel is een regio die op zich staat, met een veelzijdige identiteit, die het verdient gerespecteerd te worden. Die als een ‘sous-entité’ beschouwen, heeft geen zin. De hervorming van onze instellingen doen we niet via de pers maar met onze burgers.’
- Het volstaat om die drie, PS, MR en Ecolo, te geven, de reacties van het cdH en vooral DéFI, de opvolger van het Fransdolle FDF, laten zich raden: even vernietigend.
- Conclusie: het wordt allerminst evident voor Vivaldi om veel te gaan bewegen op het vlak van een staatshervorming. Want terwijl aan Vlaamse kant de voorstellen van Magnette om naar vier entiteiten te gaan, eigenlijk relatief rustig en positief onthaald werden, schreeuwt de Franstalige flank nu moord en brand bij de minste weerstand.
- Tegenover die falanx van Franstalige kritiek staat overigens een verdeelde Vlaamse vleugel van Vivaldi:
- Groen zit sowieso niet in het communautaire opbod en heeft als leidende formatie in Brussel zeker oren naar een ‘volwaardig’ Brussels gewest, naast de andere drie.
- De Vlaamse socialisten zijn geen fan van veel verdere regionalisering en aan de partijtop ligt men niet bijster wakker van Brussel.
- Open Vld verwelkomde bij monde van Egbert Lachaert al ruimschoots de voorstellen van de PS, wat bij de N-VA publiekelijk hoongelach deed opstijgen: ‘Hoe onderhandel je nu, als tegelijk de Vlaamse partijen al op voorhand gewoon akkoord gaan?’, zo sneerde Bart De Wever (N-VA) over die houding.
- CD&V wordt nu meteen zwaar in de hoek gezet, op een voorstel dat vanuit hun oogpunt eigenlijk al een ’toegift’ is.
- Voor Verlinden zat er niet veel anders op dan te ‘verduidelijken’, in een persbericht na de lezing in Gent. Daarin wees ze erop dat het 2+2-voorstel maar één optie is, naast die van de PS met de vier volwaardige gewesten. En dat ze zelf nooit het woord ‘sous-entité’ in de mond had genomen.
Genoteerd: Het onderzoek naar de financiën bij de vzw Let’s Go Urban zit niet meer in Antwerpen, maar bij de Centrale Dienst voor Bestrijding van Corruptie.
- In het dossier van Let’s Go Urban, de vzw van Sihame El Kaouakibi, parlementslid voor Open Vld, komen de specialisten op het ijs. In gerechtelijke kringen heeft deze nieuwsbrief vernomen dat het onderzoek van de federale gerechtelijke politie in Antwerpen, die de zaak startte, is overgenomen en verhuisd naar de CDBC, de dienst die over heel het land corruptie aanpakt.
- Dat wijst erop dat het onderzoek, dat zelf ambtshalve is opgestart door het parket, toch wel ernstig gevoerd wordt. Naast dit onderzoek heeft ook de stad Antwerpen, die jarenlang voor honderdduizenden euro’s subsidie gaf aan Let’s Go Urban, een onderzoek lopen.
- En er is natuurlijk nog de procedure van de Handelsrechtbank in Antwerpen, die een voorlopige bewindvoerder aanstelde voor de vzw, nadat daar drie bestuurders opstapten en met een verzoekschrift naar de rechter gingen. Die beslissing vocht El Kaouakibi aan, daarover moet de rechtbank binnenkort oordelen.
- Tegelijk is er nu dus de CDBC, die de banden en transacties bekijkt tussen de vzw en verschillende vennootschappen van El Kaouakibi. Uitgerekend deze week ging één ervan, Point Urbain, die de horeca-activiteiten in het zogenaamde ‘JJ House’ uitbaatte, failliet. In gerechtelijke kringen is te horen dat de camerabeelden zijn opgevraagd van de dagen voor het faillissement: er zouden voor de faling op het laatst nogal wat spullen uit het ‘JJ House’ weggehaald zijn.
Gespot: De documentaire ‘BDW’ brengt een interessante scène over de contacten tussen N-VA en Open Vld bij de afgelopen onderhandelingen.
- De VRT blijft met haar driedelige reeks over Bart De Wever (N-VA) beroeren. Niet iedereen is gelukkig met de aandacht die de N-VA-voorzitter in primetime wegkaapt. De vrije baan die hij krijgt om een uur lang filosoferend met z’n tractor het gras af te maaien en zo toegang te krijgen tot de Vlaamse huiskamer, leidt tot tandengeknars op andere hoofdkwartieren.
- Maar één sleutelscène uit de vorige aflevering zindert na: de bewuste ontmoeting tussen De Wever en Egbert Lachaert (Open Vld), plus Alexander De Croo (Open Vld) op 27 mei vorig jaar, die hij bij N-VA debrieft aan ondervoorzitter Lorin Parys en Sven De Neef, de directeur van de Studiedienst. ‘De Open Vld is echt mee in een paars-geel scenario?’ vraagt Parys. ‘Ja, op een gegeven moment is Egbert zelf begonnen: ja heel dat gespin dat Alexander premier wil worden. Ik ga dat hier in zijn bijzijn toch eens echt logenstraffen. En Alexander knikte. Ja, het is moeilijk om daarop dan terug te komen hé. Nu ja, alles kan’, zo zegt De Wever.
- ‘Maar het is toch niet niks hé. Ik ben er niet zelf over begonnen hé, ik heb de vraag niet gesteld, ik had ze in mijn zak. Maar hij is er zelf over begonnen. Als ge dat denkt, dat wij hier den boel gaan verkopen, it ain’t going to happen.’
- Het toont alvast één zaak: bij de N-VA was men er toen echt van overtuigd dat Vivaldi niet meer kon en dat de enige optie nog paars-geel, met N-VA en PS was, waarbij Open Vld zou steunen. Achteraf een cruciale misvatting van De Wever.
- Of het moet zijn dat ze bij N-VA mediatechnisch zo leep zijn dat ze een heel toneeltje opvoeren voor de camera’s van de VRT, één dag na het bewuste gesprek, inclusief het faken van hele dialogen tussen De Wever en Lachaert. Dat lijkt erg onwaarschijnlijk. Maar bij Open Vld heeft men het bewuste gesprek op die manier tot op heden blijven ontkennen, Lachaert sprak van ‘leugens’ toen De wever het al eerder aanhaalde.
- Het is hoe dan ook een sleutelscène om de huidige, diepe animositeit tussen de beide partijleiders te begrijpen.