2020 was wereldwijd het warmste jaar sinds de metingen begonnen. Het afgelopen jaar deelt zijn twijfelachtig record met 2016. Dat jaar vond er echter een El Niño plaats, een klimaatfenomeen dat een verwarmend effect heeft.
Zowel in 2016 als in 2020 was het wereldwijd 1,25 graden Celsius warmer dan tijdens de pre-industriële periode, dat is tussen 1850-1900. In beide gevallen was het mondiaal gezien ook 0,6 graden warmer dan het langetermijngemiddelde van de periode 1981-2010. Het record werd bevestigd door Copernicus, het observatieprogramma van de Europese Unie.
Als we enkel naar Europa kijken is de opwarming nog meer opzienbarend. Onze regio was in 2020 maar liefst 1,6 graden warmer dan het langetermijngemiddelde. Het vorige warmste Europese jaar was 2019. Het vermaledijde 2020 verpulvert dat record, het was gemiddeld 0,4 graden warmer.
De grootste anomalie werd gemeten boven de Noordpool en in Siberië. Daar was het niet minder dan 6 graden boven het gemiddelde van 1981-2010. Siberië werd geteisterd door een ongeziene hittegolf, die gepaard ging met verwoestende natuurbranden. Daarbij komt veel CO2 vrij, die opgeslagen zit in de bomen en planten. Dat zorgde voor nog een triest record: de hoeveelheid CO2-uitstoot door de natuurbranden bedroeg 244 megaton, een derde meer dan het vorige record in 2019.
Het nieuwe normaal
Volgens wetenschappers zullen warmterecords zich steeds vaker voordoen. Er zal niet elk jaar een record zijn, maar de kans dat het zich voordoet is vele malen groter dan tientallen jaren geleden.
Toch is het uitzonderlijk dat 2020 op gelijke hoogte komt met 2016. Vijf jaar geleden was er namelijk sprake van een El Niño, het fenomeen waarbij een opwarming van een zeestroom in de Stille Oceaan wereldwijd voor een lichte temperatuurstijging zorgt. Niet alleen was er vorig jaar geen El Niño, de tweede jaarhelft was er zelfs sprake van een La Niña. Dat is het omgekeerde fenomeen dat een verkoelend effect heeft. Ondanks dat alles was het vorig jaar wereldwijd warmer dan ooit gemeten.
Dat is volgens klimaatexpert Pieter Boussemaere een bewijs dat’ de natuurlijke korte-termijn-fluctuaties tussen koud en warm – om de twee tot zeven jaar wisselen El Niño en El Niño elkaar af – maar een bijrol spelen. Dé motor achter de alsmaar hogere wereldtemperatuur is zonder twijfel de menselijke uitstoot van broeikasgassen’ schrijft hij op zijn Facebookpagina.
Eerder deze week verscheen een nieuw onderzoek in het gerenommeerde vakblad Nature, dat stelt dat de planeet op weg is naar een opwarming van meer dan 2 graden Celsius, enkel en alleen door de broeikasgassen die nu al uitgestoten zijn.