Proximus overweegt om zijn iconische hoofdzetel, twee torens bij het Brusselse Noordstation, te verlaten. Dat laat het telecombedrijf verstaan in zijn kwartaalupdate. Telewerk zal ook na de coronacrisis de norm worden, luidt het.

Proximus lanceert ‘een meerjarenprogramma omtrent onze werkplek’ en daarbij wordt ook het hoofdkantoor in vraag gesteld. ‘We zullen nagaan wat het beste scenario is om in Brussel een groenere en kleinere ‘Proximus Campus’ te creëren, die beter is afgestemd op samenwerking en formele en informele contacten’, zegt CEO Guillaume Boutin.

Niet voor 2023

Woordvoerder Fabrice Gansbeke verduidelijkt dat een verhuizing sowieso niet aan de orde is voor 2023. Ook een modernisering van de gebouwen is nog een mogelijkheid. In normale tijden werken 4.000 à 5.000 Proximus-medewerkers in de torens, de laatste maanden waren dat er maar enkele honderden.

‘Covid heeft de wereld op pauze gezet’, zei topman Guillaume Boutin tijdens een persbriefing. ‘Maar het is ook nodig om vooruit te denken. Deze crisis biedt een unieke opportuniteit te herdefiniëren hoe onze samenleving eruitziet na Covid.’

Terugkeer naar pre-Covid-tijden ondenkbaar

‘Niemand kan zich nog voorstellen dat we terugkeren naar de situatie van voor Covid’, aldus de Fransman, die erop wijst dat een nieuwe cao drie dagen telewerk per week mogelijk maakt. Boutin wil dat personeel enkel nog naar kantoor komt als het nodig is, bijvoorbeeld voor samenwerkingen die niet digitaal kunnen.

De gebouwen voldoen niet meer aan die verwachting, meent de CEO. Daarom is een ‘vastgoeddoorlichting’ opgestart. ‘We zijn er vandaag niet meer van overtuigd dat de iconische Proximus-torens ideaal zijn.’ Een kleinere campus zou ook de ecologische impact verkleinen en financieel goed uitkomen, stelde hij.

Een berekening van de opbrengst van een eventuele verkoop van de gebouwen aan het Noordstation is er volgens Boutin nog niet gemaakt. ‘We zitten nog maar in een studie- en verkenningsfase. Verwacht niet snel een update.’