De twee strijdende partijen in Libië tekenden een permanent staakt-het-vuren-akkoord. Als het standhoudt kan dat een einde maken aan de jarenlange burgeroorlog in het land.
De overeenkomst verplicht ook alle ‘huurlingen en strijders uit het buitenland’ om het land binnen drie maanden te verlaten. De vele jaren van bloedige onrust in het olierijke land hebben de regionale machten aangetrokken. Vooral Russische en Turkse strijders zijn actief in Libië.
De strijd in Syrië speelde zich de voorbije jaren voornamelijk af tussen de regeringstroepen van premier Fayez al-Sarraj enerzijds en het zelfverklaarde Libyan National Army (LNA) onder leiding van generaal Khalifa Haftar, dat vooral de oosterse regio van het land controleert, anderzijds. De ‘regering van nationale eenheid’ van al-Sarraj wordt erkend door de VN en gesteund door Turkije. Generaal Haftar kan dan weer rekenen op de steun van Rusland, Egypte en de Verenigde Arabische Emiraten. Er zijn nog talloze milities actief in het Libische machtsvacuum, maar zij zijn vooralsnog niet betrokken bij de vredesgesprekken. Sommige milities worden betaald door Europese landen om migranten tegen te houden die de oversteek naar Europa willen wagen. Voor een duurzame vrede zullen de stammentwisten in het zuiden van het land en de smokkelnetwerken nochtans ook moeten aangepakt worden.
De wapenstilstand werd ondertekend na vijf dagen van besprekingen in Genève onder de auspiciën van de Verenigde Naties. Nu volgen er politieke besprekingen om een vredesakkoord te bekomen. Die worden volgende week voorbereid in Libië, en gaan vanaf 9 november van start in Tunis.
Het conflict in Libië is al gaande sinds 2011 nadat een militaire interventie van de NAVO het regime van Moeammar al-Khadafi omverwierp. Het land wordt sindsdien geteisterd door geweld en wetteloosheid. Het is ook een belangrijk transitland geworden voor migratie naar Europa.