De Nobelprijs voor scheikunde gaat dit jaar naar het team dat Crispr-Cas9 heeft ontwikkeld. Een innovatie die de Green Deal in Europa zou vereenvoudigen. Een boost voor de landbouw. Toch loopt CRISPR vast in de Europese wetgeving zelf.
De Franse Emmanuelle Charpentier en de Amerikaanse Jennifer Doudna rijven dit jaar de Nobelprijs voor Scheikunde binnen. Een grote eer voor een innovatie op reuzenmaat. CRISPR-Cas9, dat is namelijk precieze genetische manipulatie. De impact ervan is moeilijk in te schatten, van levensreddende medische toepassingen over designerbaby’s naar fluorescerende katten en extra zuurstof-uitstotende bomen. Het kan allemaal.
Over de genetische manipulatie van mensen is het laatste woord nog niet geschreven, maar rond die toepassingen staan in Europa harde ethische grenzen. Toch wordt er in geheime laboratoria al aan gewerkt, kijk maar naar de eerste ge-CRISPR-de baby’s die een Chinese wetenschapper maakte.
‘CRISPR in de landbouw is nodig’
Maar in andere sectoren zijn die ethische en legale grenzen troebeler. Er zijn geen legale grenzen aan het manipuleren van planten. Denk aan ziekte-resistente aardappelen, bijvoorbeeld. Dat is meteen ook een innovatie waar geld mee te rapen valt. Volgens een onderzoek van Citi GPS uit 2017 is de CRISPR-economie tegen 2025 maar liefst 10 miljard dollar waard. Dat is een voorzichtige inschatting.
Alleen mag het dus niet in de Europese Unie. Het is te zeggen: nieuwe landbouwtoepassingen, zoals CRISPR, vallen binnen de EU onder de GMO-wetgeving. Dat houdt innovatie tegen en daarmee schiet de EU zich in eigen voet, zegt professor bio-economie Justus Wesseler van de Universiteit van Wageningen.
‘De Europese wet van juni 2018 zegt dat bedrijven die een ge-CRISPR-d gewas in Europa willen uitbrengen, de procedure voor een GMO moeten volgen. Dat is een lange, ingewikkelde administratieve veldslag, met weinig kans op slagen. Bedrijven beginnen er dan ook niet aan’, zegt Wesseler aan Business AM.
Nochtans is andere, oudere en duurdere genetische manipulatie wel toegestaan. Die valt niet onder de GMO-wetgeving. Maar die is ook substantieel duurder. Het kost per ingreep zowat 1.000 euro om via klassieke manipulatie iets te veranderen. Met CRISPR kan dat voor pakweg 70 euro. De wetgeving aanpassen dat CRISPR onder die genetische manipulatiewet valt en niet onder de GMO-wetgeving, is een proces van lange duur, weet Wesseler.
Green Deal
‘Nochtans is dat broodnodig’, betoogt hij. ‘CRISPR laat ons toe om gewassen productiever te maken en voor minder CO2-uitstoot te zorgen in de landbouwsector. Dat soort innovaties zijn cruciaal om de Green Deal, die hevig leunt op nieuwe technologie, waar te maken.’
De Nobelprijs voor Doudna en Charpentier is dan ook ‘zeer belangrijk, het kan een signaal geven aan de Europese Unie dat het tijd is om de wetgeving te versoepelen.’ Op die manier hoopt Wesseler dat bedrijven toch de sprong wagen en er ook in Europa ge-CRISPR-de gewassen kunnen groeien.
Want dat ze er komen, dat lijkt onvermijdelijk. Dat CRISPR de Nobelprijs krijgt, is niet voor niets. Analisten schatten dat we tegen 2050 voor 9 miljoen mensen aan voedsel moeten voorzien. Gewassen die op dezelfde grond een dubbele opbrengst geven, kunnen zeker in derdewereldlanden een cruciaal verschil maken. Als dat niet in Europa is, dan zeker wel in de Amerika’s, China of Afrika.
‘Het moet dringend beter’
Al die gewassen vragen op hun beurt dan weer bemesting en onderhoud, maar ook daar kan CRISPR vaak een technologische oplossing bieden. In universiteiten in Europa wordt er dan ook veel onderzoek gedaan naar CRISPR, maar ook privébedrijven, die er dan ook graag winst mee maken, willen graag een graantje meepikken.
‘We hebben nu vooral een beter systeem nodig’, zegt Wesseler over die privélaboratoria. ‘Die betere, duurzame oplossing is dan wellicht ook minder duur. Hoe ze dan precies tot stand komt, in de privé of elders, dat doet er niet toe. Maar het moet dringend beter.’